Droomtuin - De 66 gouden tips
Wie liever van z'n tuin geniet dan erin te werken, houdt daar rekening mee bij het ontwerp. Met de juiste keuzes bespaart u zichzelf een hoop moeite, zonder aan schoonheid in te boeten. Dit tuindossier helpt u goed op weg. Neem de tijd om het door te nemen en wordt een kenner in de wereld van de tuin.
Inhoud
De charmes van een strakke tuin
1. Gluur eens bij de buren:Vergroot je tuin door de omgeving naar binnen te halen. Dat doe je door het weglaten van haag of schutting. Is een afscheiding om privacy- of veiligheidsredenen toch nodig, voorzie dan een ruime doorkijk. Geen extra werk, veel extra tuin.
2. Meer groen = minder werk: Buxus zorgt voor structuur, maar overdrijf er niet mee. Hij moet tweemaal per jaar worden gesnoeid. Buxusstruiken die samen een grote groene wolk vormen, zijn makkelijker te snoeien dan losstaande bollen, kubussen of piramides.
3. Veelzijdige planten: Een krentenboompje vraagt weinig of geen onderhoud, wordt niet te groot en heeft het hele jaar rond iets te bieden. Het loopt paars uit, geeft witte bloesemwolken in het voorjaar, draagt daarna kleine vruchtjes en verkleurt mooi in de herfst.
4. Minder gras: Hoe je het ook draait of keert, een groot gazon dat er als een biljartlaken uitziet, vraagt veel werk. Denk daarom goed na of je het wel nodig hebt. Nee? Vervang het dan gedeeltelijk door (half)verharding. Minstens even comfortabel om te zitten, te zonnen, te lezen en te eten.
5. Handige roosters: Meestal wordt meteen aan hout gedacht als het gaat over paadjes, vlonders, trappen en bruggetjes. Gegalvaniseerde metalen roosters zijn in een strakke tuin meer op hun plaats en vergen niet het minste onderhoud. Zand, kleine blaadjes en ander vuil vallen er gewoon door. Algen en mos hebben er bijna geen vat op.
6. Leisteen, mooi en gemakkelijk: Donkergrijze gebroken leisteen is een onderhoudsarme en toch mooie hafverharding. Hark er in de herfst wel de gevallen bladeren tussenuit.
7. Leg accenten: De groenblijvende yucca is een heel makkelijke plant die door haar exotische uitstraling indruk maakt. Het zwaardvormige, al dan niet geelgerande en ietwat stugge blad is in een strakke tuin perfect op zijn plaats.
8. Hou het binnen de perken: Denk eraan om een terrasje met hafverharding in het gazon goed af te boorden met klinkers, kasseien, baksteen, ... Zo blijft de hafverharding binnen de perken en palmt het gras niet zo makkelijk het terras in.
Vlotte bloeiers, weinig werk
9. Heester wordt haag: Hagen zorgen voor een gezellige zithoek, maar vragen ook wat onderhoud. In een niet echt strakke tuin kan je ze daarom ook vervangen door een rij heesters die minder snoeiwerk vragen.
10. Zet de bloemen in het groen: Het aanplanten van kleine heesters in de boomspiegel is een esthetische en ecologische ingreep: het beperkt onkruid, beschermt tegen uitdroging en extreme temperaturen en voorkomt teveel geloop' op dit stukje grond. Resultaat: een boom die zich goed voelt en waar je geen omkijken naar hebt.
11. Verrasingsplantje: Vingerhoedskruid is een plant voor wie van verrassingen houdt. Hij zaait zich vanzelf overvloedig uit. Waar de zaailingen opduiken is onvoorstelbaar. Hij zorgt voor kleur en reliëf in de border, valt niet zo makkelijk om en trekt hommels aan.
12. Werk in de hoogte: Bij 'verticaal' tuinieren kun je meer planten zetten en het brengt ook dynamiek in de tuin. Met een kant-en-klaar gekochte obelisk en een bloeiende klimplant breng je in een handomdraai een verticaal element aan in de border.
13. Hou je van wild: Van de eendagsbloem bloeit weliswaar elke bloem maar één dag, maar het is een zodanige rijke bloeier dat de plant een hele zomer lang bloemen draagt. Omdat hij zichzelf naar hartenlust uitzaait, is het een aanrader voor de wat wildere nonchalante tuin. Niet aan beginnen in een strakke tuin.
14. Anti onkruid: Bodembedekkers vormen een goed offensief tegen onkruid. Deze soorten dragen ook nog eens bloempjes: waldsteinia, elfenbloem, maagdenpalm, kruipend zenegroen, bonte dovenetel, lievevrouwbedstro, schuimkaars, sieraardbei.
De bodem is de basis voor een gezonde tuin
15. Meer mulch: Onbedekte grond is om problemen vragen. Zorg daarom tussen de beplanting altijd voor mulch: een goede manier om onkruid tegen te gaan en een weldaad voor de bodem. Het vocht verdampt minder snel en het isoleert bij koude. Het verrijkt ook nog eens de bodem.
16. Kijk naar de grond: Pas de beplanting aan aan de grondsoort in de tuin. Planten die niet in een voor hen geschikte bodem staan, vragen een voortdurende zorg. En zelfs al ben je bereid om die te geven, dan nog zullen ze nooit echt goed groeien en bloeien.
17. Laat dat bladerdek: Bladruimen in de herfst? Daar moet je geen tijd aan verspillen. Het bladerdeken is een prima winterbescherming, geeft de bodem terug wat eraan onttrokken is en voorkomt dat onkruid aanslaat.
Handige ideeën voor hagen, schuttingen, enz.
18. Snoeitip: Leg bij het snoeien van hagen een oud laken aan de voet van de haag. Zo is het snoeisel in handomdraai opgeruimd.
19. Duurzaam beschut: Kies als schutting een duurzame houtsoort die je niet elk jaar weer moet behandelen. Tropisch hardhout maar ook inheemse soorten als kastanje hebben een hoge duurzaamheid.
20. Let op het randje: Het afboorden van perken of plantvakken kan ook anders dan met buxushaagjes(tijdrovend omwille van het snoeiwerk). Lage hekjes van vlechtwerk, decoratieve smeedijzeren borderranden, op maat gemaakte randen van roestvrij staal, houten borderellen, betonnen borderplaatjes... Voor elke tuinstijl is wel een onderhoudsvriendelijke oplossing te vinden.
21. Gaatjes vullen: Het is belangrijk dat je voor de haag (of begroeiende draadafsluiting) snel resultaat wilt. Maar zet vooral niet te veel planten per lopende meter, zeker niet van een plant als klimop. Na enkele jaren kun je 'm niet meer te baas! Om de gaten in het begin op te vullen kun je één- of twee jarige klimplanten of hoog opgroeiende planten tegen het gaas zaaien, denk aan stokrozen, zonnebloemen, reukerwtjes.
22. Klimmers: Gaaspanelen die je laat begroeien met een groenblijvende klimplant zoals klimop zijn een prima alternatief voor een haag.
23. Makkelijk met bamboe: Een onderhoudsarme haag? Plant bamboe in een rij grote bakken voor een schutting. Zo heb je een groenblijvende haag die nooit gesnoeid moet worden.
24. Graag traag: Wil je toch liever een strakke haag, kies dan voor een trage groeier zoals Taxus, of een struik zoals Osmanthus die traag groeit en ook zonder snoei een compacte struik vormt.
25. Weg ermee: Waar een haag niet echt nodig is - meer nog, waar ze in de weg staat - vervang je ze door een reling of een schutting. Dat scheelt een pak snoeiwerk.
26. Bloeiend zaakje: Als je er plaats voor hebt, is een bloeiende haag de meest onderhoudsvriendelijke keuze. Je moet ze immers zo veel mogelijk haar gang laten gaan en zo min mogelijk snoeien. Keerzijde van de medaille: ze neemt veel meer plaats in. Deze heesters, waarmee een haag kan worden gevormd, groeien niet te hoog of te breed uit.
27. Spaar tijd: Deze hagen moeten maar om de twee tot drie jaar gesnoeid worden. Rode ribus, Chinees klokje, weigelia, sleedoorn en meidoorn.
De geknipte boom voor u tuin
28. Perfecte maten: Als je bomen echt drastisch moet snoeien, betekent het dat je de verkeerde keuze hebt gemaakt. Informeer dus voor de aankoop hoe groot (en breed) een boom wordt en hoe snel hij die hoogte bereikt. Dat bespaart je veel kopzorgen achteraf.
29. Kies ze jong: Je doet er beter aan een jonge boom te kopen dan een al erg uit de kluiten gewassen exemplaar. Dat is niet alleen goedkoper, een jonge boom slaat ook makkelijker aan.
30. Ingeduffeld de winter in: Sommige boompjes op stam zijn vorstgevoelig en moeten in de winter worden ingepakt. Zie je daar tegenop, plant het boompje dan in een grote pot en graaf die voor de winter in.
31. Kleurig oppeppertje: Een oude (fruitboom) die op sterven na dood is moet je niet meteen rooien. Het kappen en het verwijderen van de wortels kosten flink wat tijd. Zet er een bloeiende klimplant zoals clematis, blauwregen of roos bij; zo gebeurt en de boom staat jaar na jaar weer in bloei.
32. Een beetje steun: Om te voorkomen dat je zo zorgvuldig geplante boompje bij winderig weer meteen weer wordt losgerukt, zet je er bij het planten een boompaal bij. Zet de paal aan die kant van de stam waar het vaakst wind komt en let erop dat je de wortels niet beschadigd.
33. Groeiremmers: Sommige bomen hebben sterk woekerende wortels die de verharding van paden en terrassen kunnen loswrikken of doen scheuren. Om dat te voorkomen breng je bij het aanplanten meteen een wortelbegrenzer aan. Bij elk populier, treurwilg of kastanje en zeker bij bamboe kan dat nodig zijn.
34. Geef ze de perfecte start: De beste garantie voor een zorgeloze boom is hem heel goed te planten. Laat 'm voor het planten altijd een tiental minuten in water staan. Maak het plantgat voldoende diep en breed. Breng wat compost of mest in het plantgat aan. Spreid de wortels goed uit. Breng de uitgegraven grond laag na laag terug aan op de wortels en druk elk laagje even aan. Geef de boom ruim water meteen na het planten.
De juiste planten op de juiste plaats
35. Met rechte rug: Ga voor planten met stevige stengels die ook zonder steun recht blijven. Het niet moeten opbinden of steunen, bespaart je een hoop werk. De rode zonnehoed is een zodanig betrouwbare bloeier die er 'staat' en waarvan de bolle, oranjebruine harten ook na de bloei heel decoratief zijn.
36. Groepswerk: Werk liever met grote groepen van dezelfde planten, dan met een bonte verzameling van heel veel verschillende plantensoorten. Enkele groot massief grassen bijvoorbeeld, geeft een gevoel van ruimte en oogt een stuk rustiger. Grote groepen zijn ook makkelijker in onderhoud, dezelfde soorten doen elkaar immers geen concurrentie aan. Als je die grote groepen niet in een gemengde border verwerkt, maar in aparte plantvakken en daarbij kiest voor makkelijke planten zit je met een minimum aan onderhoud.
37. Zoek het hogerop: Een verhoogde plantenbak is makkelijk in onderhoud. Je kunt er bepaalde lievelingsplanten extra mee in de kijker zetten.
38. veelzijdig groen: Kies voor planten die niet alleen mooi bloeien, maar ook nog iets te bieden hebben: leuk gevormd blad, mooie zaaddozen, een schitterend wintersilhouet. Hoger rendement is altijd mooi meegenomen.
39. Zonneklopper: Geloof het of niet maar een vijg groeit probleemloos op elke zonnige, beschutte plek en is helemaal niet veeleisend wat de bodem betreft.
40. Knappe klimmer: De wilde wingerd is een snelle, zorgeloze klimplant. Hij is ook zelfhechtend en in de herfst kleurt zijn blad heftig rood en draagt hij kleine blauwe besjes.
41. Op de prairie: Een nieuwe trend is de ecologische en onderhoudsarme prairietuin. De diverse soorten grassen en vaste planten komen van de Amerikaanse prairie en zijn opgewassen tegen droogte. Ze hebben dus geen extra water of bemesting nodig en moeten niet besproeid worden. Enkel begin maart alles maaien.
42. Opvullers: Laat u niet verleiden tot teveel plantjes op een te kleine oppervlakte. Daar krijgt u later last mee. Vul de gaten in border of perk op met kleurrijke eenjarigen. Die moet u niet eens zelf zaaien. Heel veel soorten zijn ook als perkplantje te koop.
43. Kleurtapijt: Voorjaarsbloeiende bollen brengen jaar na jaar kleur in de tuin en dat op het moment dat er nog maar weinig bloeit. Ze kunnen in de grond overwinteren en sommige soorten breiden vanzelf uit tot een bloeiend tapijtje.
Een perfecte vijver met veel effect
44. Water heeft effect: Een klein tuintje lijkt groter als je er een waterpartij in aanbrengt. De grootte van de vijver heeft geen belang. Water in een grote, ondiepe schaal of in een vijvertje van nauwelijks enkele centimeters diep, heel spaarzaam beplant, heeft net zo goed een spiegelend effect. Een mooie vogeldrinkschaal kan al wonderen doen.
45. Planten bij 16+: In een nieuwe vijver wacht je beter met zuurstofplanten tot de watertemperatuur hoger is dan 16 graden. Anders slaan de plantjes niet snel genoeg aan en is het feest voor de algen.
46. Herfst, span een net: Verwacht je veel herfstbladeren, span dan preventief een groot net over de vijver. Zo voorkom je dat je een paar keer per week bladeren uit het water moet scheppen. Snij ook om die reden afgestorven planten af voor de stengels en bladeren in het water vallen.
47. Winterharde waterplantjes: In te voedselrijk water gaan algen welig tieren. Vermijd dit met voldoende zuurstofplanten. De beste soorten zijn vederkruid, fonteinkruid, hoornblad en krabbenscheer. Vermijd woekeraars zoals waterpest.
Grond, hout, composiet... Alles over verharding
48. Hou het grind: Voorzie een goede klantsluiting of randafwerking zodat het grind niet van het pad in de border terechtkomt.
49. Hardhout zonder ribbels: Opteer je voor tropisch hardhout op het terras, dan is de ongeribbelde uitvoering nog de meest onderhoudsvriendelijke keuze. Mos en algen kunnen zich immers niet in de groefjes nestelen en zijn dus ook makkelijker te verwijderen. Na de winter wordt het als nieuw na een fikse schuurbeurt met warm water en een stevige borstel.
50. Duurzame den: Thermowood is qua duurzaamheid en onderhoud vergelijkbaar met tropisch hardhout. Het dennenhout uit Europese bossen werd thermisch behandeld en ontleend zijn duurzaamheid aan die behandeling.
51. Composiet: Een even onderhoudsvriendelijk alternatief voor tropisch hardhout, is een composietmateriaal. Het is hygiënisch, weersbestendig, splintervrij, milieuvriendelijk en bestaat in verschillende kleuren. Je hebt de keuze uit een grof of fijn profiel.
52. Hout zoekt zon: Op een plek waar bijna nooit zon komt, is houten verharding om problemen vragen. Kies daar liever voor klinkers, grind of doodgewone stoeptegels.
53. Nee aan de hogedrukreiniger: Het is geen goed idee om bij het onderhoud van een houten terras de grove middelen in te zetten. Door de kracht van het water gaan de poriën van het hout verder open, waardoor algen makkelijker indringen.
54. Vul de gaten: Een terrastegel gebarsten of beschadigd? Stop geen tijd in het vervangen ervan, maar haal 'm gewoon weg en vul de open plek op met een plant die tegen een stootje kan.
Wat u altijd al wilde weten over potplanten
55.Zomer... is de ananasplant: Deze plant (Eucomis bicolor) is een zomerbol die lang en groots bloeit. Plant 'm in april of mei, in een grote pot. In oktober pluk je verwelkte bladeren, en zet je de plant binnen. Water geven met pas weer als de bloei begint.
56. Winterbestendige planten: Kies voor eenjarigen (die in de winter afsterven) en planten die in onze streken goed winterhard zijn. Dat bespaart je het aanbrengen van winter bescherming.
56. Een goede start: Geef potplanten een goede start, zo heb je er minder omkijken naar. Beknibbel niet op de kwaliteit van de grond, zorg voor een goede drainagelaag en gebruik geen te kleine potten.
57. Water, graag!: Zet kop- en kuipplanten in potgrond die meer water vast houdt. Deze potgrond zorgt niet alleen voor een lagere waterfactuur, maar halveert ook zowat het aantal gietbeurten.
58. Bedek de potkluit: Ook bij potplanten mag je de grond niet onbedekt laten. Dek af met witte keitjes, schorssnippers, schelpjes, gekleurde glasstukjes, ... Bijvoorbeeld bolboompjes op een stammetje kun je een onderbeplanting voorzien.
59. Herhaling werkt: Een rij identieke potten met identieke planten zorgt voor een ruimtelijk en trendy effect en kost niet meer moeite dan een verzameling verschillende potten met telkens andere beplanting.
Optische trucjes perfectioneren u tuin
60. Kleurenmagie: Het zijn niet alleen kleurrijke bloeiers die zorgen voor een wow-effect in de tuin. Met een muur in een fel kleurtje, enkele kleurrijke kussens of wat opvallende potten bereik je hetzelfde effect.
61. Zwevend terras: Om een kleine tuin groter te doen lijken, kun je achterin of aan de zijkant een tweede terras aanleggen dat lichtjes boven de verharding of het gazon lijkt te zweven.
62. Camouflagegezicht: Leg een border zo aan dat je er van op het terras schuin opkijkt. Dat verdoezelt veel schoonheidsfoutjes.
63. Minituin ziet het groots: Denk niet klein voor ontwerp, aanleg en beplanting van een klein tuintje. Dus geen heel smalle paadjes, kleine terrasjes of pietluttige plantjes; maak een royaal gebaar, een breed pad, een ruim terras, enkele uit de kluiten gawassen planten. Dit om een gevoel van ruimte te creëren.
64. Afleiding: Ook door een weloverwogen kleurkeuze, kun je een optisch effect bereiken. Bont kleurgebruik in de beplanting, waarbij een combinatie van geel met oranje en rood het meest uitgesproken is, trekt de blik naar zich toe en leidt daardoor de aandacht af.
65. Verlengen en verbreden: Een ondiepe tuin lijkt dieper als het ontwerp met de lengte van de tuin mee is gemaakt. Een pad over de volledige lengte, langgerekte borders, hagen in lengterichting... Omgekeerd doet het onderbreken van de lange lijnen in de tuin, door bijvoorbeeld een loodrecht op de lengte geplaatste haag of begroeid scherm, een konijnenpijp breder lijken.
66. Aflopende beplanting: Nog altijd volgens de regels van het perspectief, aflopende beplanting (van hoog naar laag) versterkt de lengtewerking.
Lees verder