Biologische bestrijding met de producten van Ecostyle
Ecostyle heeft een breed assortiment producten die effectief zijn en op een natuurlijke manier werken. Daarom zijn deze producten veilig voor het milieu, huisdieren, kinderen en de gebruiker zelf. Planten kunnen worden aangetast door luizen, slakken, kevers, spint, witte vlieg, rupsen en leliehaantjes. Je kunt de kans op plagen wel verminderen door wisselteelt toe te passen, te zorgen voor een gezond bodemleven en gezonde planten en door natuurlijke vijanden naar de tuin te lokken. Natuurlijke vijanden zijn bijv. vogels, mollen, sluipwespen en aaltjes.
Ecostyle producten voor bestrijding van ziekten en plagen
Ziekten en plagen kunnen worden voorkomen of beperkt door een gezond bodemleven, weerbare planten, het toepassen van wisselteelt en het lokken van natuurlijke vijanden naar de tuin. Bij overlast kan bestrijding nodig zijn. Ecostyle heeft een breed assortiment van 100 procent natuurlijke en effectieve gewasbeschermingsmiddelen.
Escar-go slakkenkorrels
Slakken kunnen veel vraatschade aanrichten. De blauw/groene Escar-go korrels moeten op de grond rond de planten gestrooid worden. De slakken stoppen meteen met het eten van de planten en trekken zich terug. De uitgedroogde resten van de slak worden in de ecologische kringloop opgenomen.
Plantschoon en Plantschoon rozen tegen luizen
Plantschoon helpt bij de bestrijding van bladluis, witte vlieg en trips bij planten. Plantschoon rozen bevat een mildere samenstelling vetzuren voor de bestrijding van luizen op rozen.
Bladluizen
Groene, zwarte, grijze, gele en rode luizen doen zich te goed aan het sap van blad, jonge scheuten en bloemen van veel soorten planten. De kleverige massa (honingdauw) die luizen uitscheiden kunnen in een later stadium roetdauw veroorzaken. De luizen verspreiden ook schadelijke virussen.
Cicaden
Cicaden zitten aan de onderkant van het blad van voornamelijk rozen en fuchsias. Het zijn geelgroene insecten van 3mm lang en hebben smalle vleugels. Wanneer het blad wordt bewogen vliegen ze weg. Ze veroorzaken ruwe, witte spikkels op de bovenkant van het blad. De schade die ze veroorzaken is te vergelijken met bladverbranding.
Trips
Trips zijn kleine, langwerpige insecten die afhankelijk van de soort gelig tot bruinzwart gekleurd zijn. Deze insecten eten aan de bovenkant van het blad maar voornamelijk aan de bloem. Er ontstaan misvormde knoppen en bladeren. De sterk aangetaste bladeren vallen af en de plant wordt beperkt in zijn groei.
Witte vlieg
De witte vlieg is ongeveer 2 mm groot en bevindt zich voornamelijk aan de onderkant van het blad. Bij aanraking van de plant vliegen ze weg. De insecten veroorzaken groeiremmingen, misvormingen en het omkrullen van het blad. Bovendien scheiden ze een kleverige stof af waarop roetdauw zich kan ontwikkelen.
Promanal-R
Promonal-R is een contactmiddel. Dat betekent dat het middel in contact moet komen met de insecten om ze te bestrijden. Alle bladeren moeten aan de onder- en bovenkant worden besproeid. Besproei de stengel ook.
Dop- en schildluis
Deze hebben een bruin of zwart schaalvormig schildje waardoor ze ook minder gemakkelijk te bestrijden zijn. Ze scheiden honingdauw af waar roetdauw op kan ontstaan.
Spint
Spintmijten zijn kleine, witgelig tot roodbruine insecten die aan de onderkant van het blad en in de oksels van de plant fijne spinsels maken. De bladeren die zijn aangetast door spint worden geel en gespikkeld, vergelen en verdorren uiteindelijk. Bij droog, warm weer en s winters in de huiskamer gedijt spint goed.
Wolluis
Wolluizen zijn roodbruine, ongevleugelde bladluizen die zich onder een witte, wollige laag bevinden. Wolluis neemt van het sap van de plant, op het blad, de jonge scheuten en bloemen. Ze zijn zichtbaar op scheuten en randen van wonden en spleten waar het verdikkingen veroorzaakt. Ze scheiden honingdauw af waardoor roetdauw zich kan ontwikkelen. Omdat de wolluis overwintert in het wortelbereik van de plant is een tijdige bestrijding noodzakelijk.
Spruzit R
Dit is een contactmiddel, het ongedierte moet worden geraakt.
Bladluis
Bladluis is hierboven beschreven bij het middel plantschoon.
Beukenbladluis
De beukenbladluis is lichtgeel met een witte pluisachtige waslaag die zich meestal aan de onderkant van het blad bevindt. De luis scheidt honingdauw af waarop roetdauw kan ontstaan. Aantasting door deze schimmel remt de groei van de beuk af en jonge aanplant kan door ernstige aantasting dood gaan.
Bladwesplarven
Bladwesplarven (zaagwespen) zijn larven van verschillende op vliegen en insecten lijkende soorten insecten die er meestal uitzien als kleine rupsen. De larve is meestal geelgroen, ongeveer 14mm groot en heeft een bruine kop. Ze vreten aan de onderkant van het blad zodat het bladweefsel verdroogt en bruin wordt. De larven veroorzaken vooral schade bij rozen, salomonszegel en kruisbessen.
Buxusbladvlo
De bladluisachtige larven van de buxusbladvlo hebben een wit, wasachtig laagje. De vlo is een bladzuiger en veroorzaakt misvormingen aan het blad, voornamelijk aan het uiteinde van de scheuten. Door de misvorming wordt de buxus in zijn groei geremd.
Cicaden
Cicaden zijn 3 mm grote, geelgroene insecten met smalle vleugels. Ze zitten aan de onderkant van het blad. De schade bij de plant lijkt op bladverbranding. Aan de bovenkant van het blad zitten ruwe, witte spikkels.
Galmijt
De mijten zijn microscopisch klein en veroorzaken aan de bovenkant van het blad blaarachtige vlekken. Voor de ontwikkeling van de plant heeft dit geen directe gevolgen. Aan de onderkant van het blad zitten vuilwitte tot naar rood verkleurende viltachtige haarvlekken. Het aangetaste blad moet worden verwijderd en mag niet op de composthoop. De druif is gevoelig voor galmijt.
Leliehaantje
Het leliehaantje is een opvallend rood, vraatzuchtig, tot 1,5 cm groot insect. Het leliehaantje eet van alle groene delen van de plant. De plant groeit slecht, bloemen en zaaddozen worden opgegeten. De larve van het leliehaantje eet van het jonge blad en veroorzaakt de meeste schade. Ze eten graag van de keizerskroon en lelies.
Rupsen
Hoewel rupsen zich in een later stadium ontpoppen tot mooie vlinders kunnen ze veel vraatschade aanrichten.
Sparrenluis
Plantensappen worden door de sparrenluis aan de spar onttrokken. Deze wordt van binnen uit bruin en de naalden vallen af. Controleer de bomen vanaf maart op de luizen want ze richten grote schade aan.
Taxuskever
De taxuskever is ongeveer 1 cm groot, bruinzwart/groen gekleurd met vaalgele vlekjes op de rug en diep gegroefde dekschilden. De larven van de kever eten van de jonge wortels en ontschorsen dikkere wortels. Een larve kan een plant laten afsterven. Een taxuskever eet ronde happen uit de bladranden van o.a. rododendrons, taxus, rozen en aardbeien. De larve kan worden bestreden met aaltjes en de volwassen kevers moeten s avonds bespoten worden als ze te voorschijn komen.
Trips en witte vlieg
Staan beschreven bij het middel plantschoon.
Wants
Groene wantsen kunnen maximaal 6 mm lang worden. De wantsen veroorzaken op het blad en de jonge vruchten veel donkere, heel kleine prikplekken waardoor later donkere vlekken ontstaan en misvormingen aan de bloemen van vooral rododendrons.
Natuurlijke vijanden inzetten
Er zijn natuurlijke vijanden te koop die kunnen worden ingezet bij de bestrijding van plagen.
- Bladluis, kleine peenluis, melige koolluis Lieveheersbeestje, galmug, sluipwesp, roofwants, roofkever, gaasvlieg en zweefvlieg.
- Rups bacterie Bacillus thuringiensis, gaasvlieg, roofwants en sluipwesp
- Taxuskever aaltjes
- Bonenspintmijt roofkever, roofmijt, roofwants, galmug
- Fruitspintmijt roofmijt
- Spint roofkever, roofmijt, galmug
- Engerling spreeuwen, aaltjes, mollen, kraaien, spitsmuizen
- Emelt spitsmuizen, spreeuwen, kraaien, mollen
- Wolluis roofkever, sluipwesp
- Witte vlieg gaasvlieg, roofmijt, roofkever, roofwants, sluipwesp, schimmel Verticillium lecanii
- Trips roofwants, roofmijt, gaasvlieg
- Varenrouwmug aaltjes
- Groeneappelwants roofwants
- Mineervlieg sluipwesp
- Naaktslak - aaltjes
Lees verder