Biologisch/ecologisch tuinieren is leuk en gezond!
Biologisch tuinieren is tuinieren met respect voor de natuur en vooral gericht op de menselijke gezondheid. Er wordt geen gebruik gemaakt van kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen. Ziekten en plagen worden op een natuurlijke manier bestreden. Ecologisch tuinieren, gaat nog een stapje verder. Het is niet alleen gericht op de gezondheid maar ook op de omgeving. Er wordt rekening gehouden met de onderlinge relatie tussen dieren, planten, mens en milieu. Het gewas moet geschikt zijn voor de bodem en het toepassen van wisselteelt en biodiversiteit voorkomt ziekten.
De gangbare teelt van groenten
Bij de gangbare teelt van groenten wordt de omgeving d.m.v. kunstmest en bestrijdingsmiddelen voor de gewassen aangepast. (voor een hogere productie van gewassen) Er wordt voor één ras gekozen waardoor de schade bij ziekten en plagen ook groter is.
De productiewijze van zaad
Er zitten grote verschillen tussen de gangbare teelt van gewassen en de biologische/ ecologische manier van telen.
Gangbare teelt
Het gangbaar geproduceerde zaad heeft al een hele bewerking achter de rug voordat het verkocht kan worden. Bij het telen van zaad moet het veld onkruidvrij zijn om te voorkomen dat er onkruidzaden worden vermengd met groentezaad. Het gewas wordt daarvoor behandeld met herbiciden. Daarna worden er groeiregulatoren (plantenhormonen) toegediend zodat het gewas tegelijkertijd rijpt en geoogst kan worden. Voor de oogst worden de planten kaal gemaakt met ontbladeringsmiddelen. Nu kan het machinaal te oogsten zaad gemakkelijk worden gewonnen. Tot slot worden de zaden behandeld met fungiciden zodat ze beschermd zijn tegen schimmels.
Biologische teelt
Bij biologisch geteeld zaad wordt het onkruid niet doodgespoten maar mechanisch verwijderd. De oogst, het drogen en dorsen wordt vaak handmatig gedaan. Omdat het gewas niet gelijktijdig rijpt wordt er meerdere keren geoogst. Biologische zaadteelt is arbeidsintensief, daarom is het zaad ook duurder.
Biologisch/ecologisch tuinieren
Bij biologisch/ecologisch tuinieren, staat de natuur centraal. Dit betekent dat er gekozen wordt voor planten die geschikt zijn voor de bodem en het klimaat in de tuin. Groenten worden in het goede seizoen geteeld. Organische bemesting, biodiversiteit, wisselteelt en het bestrijden van ziekten en plagen met natuurlijke middelen zijn andere belangrijke onderdelen.
Bemesting
Bij de gangbare teelt van gewassen wordt gebruik gemaakt van kunstmest. Kunstmest werkt snel maar is ook snel uitgewerkt. Overschotten zoals nitraat komen in het grondwater terecht en zorgen voor vervuiling.
Organische bemesting
Bij bemesting met organisch materiaal (mest, compost) wordt dit door het bodemleven omgezet in humus. Humus is de leverancier van voedingsstoffen, die vrijkomen op het moment dat de plant ze nodig heeft. Humus ontstaat door ontbinding van plantaardig en dierlijk materiaal, levend of afgestorven, op of in de bodem. Bij de ecologische teelt wordt alleen gebruik gemaakt van minerale meststoffen die bij de ontginning het natuurlijke evenwicht en het milieu zo min mogelijk verstoren en belasten.
Wisselteelt
Door vruchtwisseling toe te passen krijgen ziekten en plagen minder kans om toe te slaan. Er is minimaal een schema van zes jaar nodig om ziekten te vermijden. Groepeer gewassen ook naar de benodigde hoeveelheid stikstof. (voedingsstoffen uit de bemesting)
- Koolgewassen
- Bladgewassen
- Vruchtgewassen
- Wortelgewassen
- Aardappelen
- Peulgewassen
Door dit schema toe te passen duurt het zes jaar voordat een gewas op dezelfde plek terug komt. Bovendien kan de bemesting op deze manier ook worden afgestemd op de behoefte van elk gewas.
Wat is biodiversiteit?
Onder biodiversiteit worden levende organismen, verschillende planten en dieren verstaan (schimmels, bacteriën, regenwormen, insecten, mollen). De organismen breken dood, organisch materiaal (mest, blad) af tot humus. Humus levert weer voedingsstoffen aan levende planten.
Variatie
Onder biodiversiteit wordt ook de variatie binnen een soort verstaan. Door verschillende rassen van één soort te kweken wordt het risico op een geheel mislukte oogst beperkt. Niet alle soorten zullen worden aangetast. Verschillende soorten zijn bovendien ook goed voor groenten met verschillende smaken.
Natuurlijke vijanden
Je stimuleert biodiversiteit in de tuin door natuurlijke vijanden aan te trekken zoals: egels, insecten etende vogels, padden enz. Elke plaag trekt bovendien zijn natuurlijke vijanden aan, wacht daarom af met bestrijden. Een beginnende aantasting kan voordat het uitgroeit tot een plaag worden beperkt door biodiversiteit in de tuin.
Ziekten en plagen
Ziekten en plagen kunnen worden bestreden met chemische middelen. Het gevaar bestaat dat insecten overleven en immuun worden voor deze middelen. De plaag wordt dan alleen maar erger. Bij het biologisch/ecologisch tuinieren is het nemen van preventieve maatregelen belangrijk. Sterke, gezonde planten worden minder snel aangetast.
Preventieve maatregelen zijn
- Zorg voor een gezonde, humusrijke bodem – Te veel stikstof is niet goed voor de plant. Geef daarom niet meer compost dan de plant nodig heeft.
- Vruchtwisseling
- Combinatieteelt – Grote oppervlakken met hetzelfde gewas hebben een grotere kans op het ontwikkelen van plagen. Combineer daarom verschillende gewassen met elkaar.
- Trek natuurlijke vijanden naar de tuin d.m.v. nestkastjes en begroeiing. De plaag trekt ook zijn eigen vijanden naar de tuin.
- Omheiningen, (konijnen) insectengaas, (wortel, kool, preivlieg) vogelnetten, lijmband (rupsen) rondom de bomen en een gemalen schelpenpad tegen slakken.
Bestrijding met natuurlijke vijanden
- Egels, padden en huisspitsmuizen eten slakken en insecten
- Lieveheersbeestjes, oorwormen en sluipwespen – bladluis en wolluis
- Gaasvliegen, sluipwespen – witte vlieg