De gewasbeschermingsmiddelen van Ecostyle
Sterke, gezonde planten die in goede grond groeien zijn minder vatbaar voor ziekten en plagen. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een optimale groei. Dit bereik je door de planten op de juiste plek te zetten, in goed doorlatende grond met voldoende voedingsstoffen. Daarnaast kan een gezond bodemleven, met variatie in planten en dieren, ziekten en plagen voorkomen. Maar het is ook mogelijk om planten preventief te beschermen. Ecostyle heeft producten in het assortiment die hierbij kunnen helpen.
Het voorkomen van ziekten en plagen
Ziekten en plagen kunnen worden voorkomen door te zorgen voor sterke en gezonde planten. Dat begint al bij het bemesten van de grond. De bemesting moet worden afgestemd op de behoefte van de plant. Een teveel aan voedingsstoffen (stikstof) veroorzaakt lange planten met slappe stengels en een verminderde weerstand. Maar bij te weinig voedingsstoffen krijg je last van vergeelde planten en een verminderde groei.
Kies de juiste standplaats voor je planten
Planten die op de juiste plek staan groeien beter, ze zijn sterker en hebben een goede weerstand. Staan ze op de verkeerde plek? Dan hebben ze al gauw last van een verminderde weerstand, wat ze vatbaar maakt voor ziekten en plagen. Veel planten houden van een plek in de volle zon, maar er zijn ook planten die liever op een schaduwrijke plek staan. Naast voldoende zonlicht is de doorlatendheid van de grond belangrijk. De aarde mag niet te nat en niet te droog zijn. In beide gevallen kun je de grond dan verbeteren. Natte grond zoals kleigrond verbeter je door er grit, compost en scherp zand aan toe te voegen. Droge grond zoals zandgrond wordt beter als je het mengt met compost.
Een evenwichtig bodemleven
Zorg voor een natuurlijk en evenwichtig bodemleven met variatie in planten en dieren. Je kunt het bodemleven stimuleren door er organisch materiaal aan toe te voegen zoals: plantenresten, bladafval en hout. Micro-organismen en andere diertjes zetten dit om in voedsel voor de planten. Ze brengen ook lucht in de grond. Met een evenwichtig bodemleven trek je vogels en egels aan die op zoek zijn naar insecten en kleine diertjes. Zo worden plagen die worden veroorzaakt door diertjes op een natuurlijke manier bestreden.
Wat is wisselteelt?
Wisselteelt is het jaarlijks wisselen van zaaibed bij het kweken van groente. Wisselteelt wordt toegepast om uitputting van de grond en het ontstaan van ziektes te voorkomen. Bestrijdingsmiddelen zijn dan niet of nauwelijks nodig.
Ecostyle producten – voorkomen/beschermen
Ecostyle heeft een groot assortiment met producten die ziekten en plagen bij planten kunnen voorkomen of bestrijden.
Vital – Verhoogt de weerstand tegen schimmelziekten
Bladvlekkenziekte
Dit is een schimmelinfectie die veel voorkomt op rozen, rododendrons en de helleborus. Op de bovenzijde van het blad verschijnen zwarte en bruine vlekken met een gele rand. Ze vormen een ‘putje’ in het blad. Het aangetaste blad moet direct worden verwijderd. De plant kan alleen preventief, in het voorjaar, tegen bladvlekkenziekte worden behandeld.
Botrytis (vruchtrot)
Deze grijze schimmel komt voor op alle bovengrondse delen van de plant. Door de aantasting kan het blad en de plant afsterven. De schimmel komt vooral voor bij aardbeien en ander zacht fruit. Verdere infectie kan worden voorkomen door geïnfecteerde delen te verwijderen.
Krulziekte
Krulziekte veroorzaakt onregelmatige, lichtgroene of rode misvormingen aan het blad van de perzik, abrikoos of amandelboom. Daardoor vallen blad en vruchten voortijdig af. Aangetaste delen moeten worden verwijderd. De boom kan in het voorjaar, voordat de knoppen open gaan, preventief worden behandeld tegen krulziekte.
Meeldauw (echte)
Er ontstaan witte, meelachtige vlekken die later kunnen verkleuren naar bruin op de bovenkant van het blad, de bloemknoppen of het fruit. Het blad krult om, er ontstaat een groeistilstand en sterk aangetaste delen kunnen afsterven. De schimmel ontwikkelt zich snel bij droog en warm weer.
Meeldauw (valse)
De schimmel lijkt op echte meeldauw maar deze schimmel groeit aan de onderkant van het blad. De bovenzijde van het blad kan verkleuren en het blad kan afsterven. De schimmel ontstaat vaak op jonge planten en bloemen die in een vochtige omgeving staan.
Roest
Roestschimmel bevindt zich meestal op het blad maar andere bovengrondse delen van de plant kunnen ook worden aangetast. Aan de onderkant van het blad of de stengel zitten roestbruine, oranje naar bruin verkleurende vlekjes. Aangetast blad kan misvormd raken of te vroeg afvallen. Verwijder aangetaste delen van de plant.
Sterroetdauw
Er ontstaan bruinzwarte vlekken op het blad die zich verspreiden. Ook de stengel kan worden aangetast. Het aangetaste blad vergeelt en valt af. Aangetaste delen moeten worden verwijderd. De schimmel kan zich snel ontwikkelen onder langdurig vochtige omstandigheden en overwintert als spore op de grond zodat in het volgende jaar weer een infectie kan ontstaan. Sterroetdauw komt vooral voor op rozen.
Lijmband
Kaalgevreten fruitbomen – De larven van de wintervlinder kunnen veel vraatschade veroorzaken aan de bomen. Door een lijmband om de boom aan te brengen wordt voorkomen dat de larven omhoog kunnen klimmen.
Knolvoetvrij
Knolvoet – De wortels van koolsoorten en verwante planten zwellen op en misvormen waardoor de plant geen voedingsstoffen meer op kan nemen. Met knolvoetvrij voorkom je de ontwikkeling van deze schimmel. Het verandert de structuur van de grond rondom de plant zodat deze minder aantrekkelijk wordt.
Snoeibalsem
Snoeiwonden – Bij het snoeien van bomen ontstaan snoeiwonden die weer genezen door de vorming van nieuw weefsel. Tot die tijd is de boom extra vatbaar voor aantasting door schimmels, bacteriën en ziekten. Door de wond van de boom te verzorgen met snoeibalsem is deze beter beschermd tegen aantasting door schimmels.
Wortelvliegvrij
Wortelvlieg – De uienvlieg veroorzaakt schade aan wortels, prei, uien en radijs door bruinkleurige gangen in de groente te maken. Door wortelvliegvrij preventief toe te passen verandert de structuur van de grond bij het gewas waardoor de vlieg niet meer zo gemakkelijk eitjes kan leggen.
Toepassing van gewasbeschermingsmiddelen:
- Spuiten werkt beter dan gieten.
- Lees altijd de aanwijzingen op de verpakking.
- Altijd op een droge ondergrond spuiten.
- Niet spuiten wanneer er binnen 6 uur regen wordt verwacht.
- Gebruik de juiste dosering.
- Reinig de spuit na gebruik goed.