Kruidentuin: zelf kruiden zaaien en kweken
Kruiden werden ooit gebruikt om licht bedorven voedsel nog eetbaar te maken. In tijden dat men het niet zo nauw nam met de hygiëne, zoals in de middeleeuwen, kon dat er ook nog wel bij. In hoeverre ziekten daar het gevolg van waren zal waarschijnlijk nooit helemaal duidelijk zijn geweest. Toch waren er in die tijd ook al kruidentuinen met kruiden waar serieuzer mee werd omgegaan zoals de tuinen die aan kloosters waren verbonden. Dikwijls werd de genezende kracht die sommige kruiden bezaten aangewend in de ziekenverzorging.
Oudste kruidentuin van Abdij van Sankt Gallen
De oudst bekende kruidentuin uit Europa stamt uit 820 en werd aangelegd door monniken van de abdij van Sankt Gallen in Zwitserland. Zij kweekten er kruiden voor eigen gebruik maar wellicht gaven die kruiden ook aanleiding tot meditatie als de monniken de tuin bezochten. In latere jaren werden bij veel kloosters, kerken en kathedralen kruidentuinen aangelegd naar het voorbeeld van Sankt Gallen zoals nog in de twintigste eeuw bij de Dom van Utrecht. In kruidentuinen van kloosters werden zowel tuinkruiden als kruiden met een medicinale werking gekweekt. Medicinale kruiden zijn kruiden met een geneeskrachtige werking.
Eigen kruidentuin voor hobbyisten
Maar niet alleen in het verleden kwamen kruidentuinen voor. Het aanleggen van een kruidentuin is tegenwoordig voor sommige tuinliefhebbers ook een graag beoefende hobby. Hobbyisten wagen zich tegenwoordig meestal niet aan geneeskrachtige kruiden maar houden het op tuinkruiden. Die kruiden hebben speciale eigenschappen en geuren. Veel tuinkruiden worden ook keukenkruiden genoemd omdat ze bij het koken in de
keuken worden verwerkt. Wie de mogelijkheid heeft om een kruidentuin aan te leggen kan daar veel plezier aan beleven. De meeste kruiden zijn als zaden verkrijgbaar en kunnen zelf worden opgekweekt.
Zaaien en kweken soms hele jaar door
Om in de volle grond te zaaien en kweken zal echter rekening moeten worden gehouden met het seizoen. Op de verpakking van de zaden staat meestal informatie over de zaaitijd. Makkelijker is het als een kruidenkweker beschikt over een
kas of broeikas of een gedeelte van een
serre als kruidenhoek kan inrichten. Dan kan ook in andere seizoenen worden gekweekt en met voldoende ervaring het hele jaar door worden genoten van diverse kruiden. En wie een broeikas een te grootse aanpak vindt kan wellicht met alternatieven uit de voeten zoals een
kweekbak, kweekkas of een bescheiden tunnelkas.
Niet alleen in de kruidentuin of broeikas
Het gebruik van keukenkruiden is niet alleen bij koks maar ook bij veel keukenprinsen en keukenprinsessen zeer populair. Lekker koken is voor een deel afhankelijk van liefst verse kruiden waarbij voor het kweken niet perse een grote tuin nodig is. Door menigeen worden daarom ook kleinschalig kruiden gekweekt buiten de kruidentuin zoals in borders, balkonbakken of zelfs in potjes op de vensterbank van de keuken. Er zijn ook kruiden die buiten de kruidentuin elders in de tuin een prima plek kunnen krijgen. Zij passen met prachtige bloemen heel goed in combinatie met goudsbloem, Oost-Indische kers en rozemarijn.
Verschillende plantenfamilies van tuinkruiden
Tuinkruiden behoren tot verschillende plantenfamilies. Die plantenfamilies onderscheiden zich door de vorm. Zo zijn er families als kruisbloemige, lelieachtige, lipbloemige, samengesteldbloemige en schermbloemige.
- Kruisbloemige: mierikswortel
- Lelieachtige: bieslook, knoflook en uien
- Lipbloemige: basilicum, majoraan, oregano, rozemarijn, salie en tijm
- Samengesteldbloemige: dragon
- Schermbloemige: dille, kervel, koriander, lavas (maggiplant), peterselie, selderij en venkel
Over diverse soorten
Een aantal van die kruiden behoren tot de vaste planten waarvan de meesten strenge winters kunnen doorstaan. Tot die wintervaste planten behoren bieslook, dragon, lavas, majoraan, mierikswortel, salie en tijm. Van dragon en mierikswortel is bekend dat ze de neiging hebben om te woekeren. Andere soorten worden eenjarig gekweekt zoals basilicum, dille, kervel, koriander, oregano en venkel. Lipbloemige planten gedijen het best in de volle zon met een stenige en goed doorlatende grond. Uitzondering hierop is basilicum die veel warmte nodig heeft en niet langdurig tegen een temperatuur onder twaalf graden kan. Dille heeft een koelere plaats nodig met een goed bemeste grond waar ook peterselie en selderij naar verlangen.
Keuze naar eigen smaak
Kruiden die weinig in de keuken worden gebruikt zijn onzelievevrouwebedstro en
citroenmelisse. Deze worden wel vaak toegepast als decoratie. Tuinkruiden die het hele jaar door gekweekt kunnen worden kunnen vers worden gebruikt. Anderen soorten worden gedroogd of diepgevroren. Het leukst van de kruidenwereld is dat er zoveel soorten zijn die naar eigen smaak kunnen worden gekweekt en gebruikt bij het kokkerellen.