Pruimenboom in de moestuin
Sappige pruimen zijn er in verschillende kleuren en maten. Heerlijk om zo te eten of te verwerken recepten, zoals jam of taart. De lekkerste pruimen zijn natuurlijk vers geplukt van eigen boom. De pruimenboom is redelijk eenvoudig te houden in ons klimaat. De boom is niet alleen zeer decoratief in de lente met prachtige witte bloesem, maar ook kan de boom met een beetje goede verzorging een mooie oogst geven. Een pruimenboom is daarom een leuke aanvulling op de eetbare tuin.
De geschiedenis van de pruim
Waarschijnlijk ligt de oorsprong van de boom in het Midden-Oosten. Daar werd de boom al eeuwen geleden gekweekt voor de vruchten. Veel van de pruimenbomen zijn ontstaan door kruisingen van Sleedoorn en Kerspruim.
In de Middeleeuwen is de pruim door heel Europa verspreid. De pruim werd niet alleen gekweekt voor de vruchten, maar ook het hout werd gebruikt. Het hout van de boom is hard en wordt vaak gebruikt om meubels te maken.
De pruim (Prunus domestica)
De Latijnse naam van de pruim is prunus domestica. Deze Latijnse naam is waarschijnlijk afgeleid van het Griekse prooinos, wat vroegtijdig betekent. Waarschijnlijk doelt dit op het vroegtijdig rijp zijn van de vruchten. Het woord domestica betekent ‘gecultiveerd’, wat weer afgeleid is van het woord ‘domus’, wat huis betekent.
De vrucht heeft een harde houten pit. Hierdoor valt de pruim onder de categorie steenvruchten, net als de kers en de abrikoos.
De beste pruimenrassen voor het Nederlandse klimaat
Niet alle pruimenbomen houden van het Nederlandse klimaat. Er zijn vier pruimenbomen die prima te houden zijn in het Nederlandse klimaat en die op vrijwel elke grondsoort zullen groeien, mits goed bemest. Deze pruimenrassen zijn:
- Opal
- Jubileum
- (Reine) Victoria
- Bleue de Belgique
Opal
In april draagt de Opal boom witte bloesem. Het stuifmeel van de bloesem is zelffertiel, dit betekent dat de boom geen ander ras nodig heeft om vrucht te dragen. De Opal is een zeer vruchtbare boom. Vaak draagt de boom meer vruchten dan de takken kunnen dragen. Daarom is het belangrijk om eind juni de vruchten te dunnen. Wanneer dit niet gebeurt, kunnen de takken door het gewicht van de vruchten inscheuren of zelfs afbreken. Ook wordt de kans op de ziekte Monilia rot door het dunnen verkleind. Deze ziekte verspreidt zich namelijk via pruimen die tegen elkaar aan hangen.
De boom is geschikt voor een relatief kleine tuin omdat de boom een matige tot sterke groeier is. De boom kan goed gesnoeid worden. Het is zelfs belangrijk om de boom goed ‘open’ te houden omdat dan de kans op Moniliarot wordt verkleind. De boom is niet erg gevoelig voor andere ziektes zoals loodglans en kanker.
De Opal geeft kleine sappige pruimen. Vanaf eind juli / begin augustus kunnen de pruimen geplukt worden. De pruimen hebben een paars op een geelrode ondergrond. Het vruchtvlees heeft een geelgroene kleur en is sappig. De pruim is daarom heerlijk om zo als handpruim te eten, maar is ook verrukkelijk om jam of compote van te maken.
Jubileum
De langwerpige, paarse vruchten van de Jubileum zijn groot. Deze grote pruimen hebben een heerlijke zoete smaak. De boom is redelijk zelf bestuivend, maar door kruisbestuiving worden er meer en kwalitatief betere vruchten gevormd. Andere pruimenbomen die, net als de Jubileum in april bloesem hebben, zijn de Opal en de (Reine) Victoria. Het is dan ook een goed idee om een van deze bomen in de buurt van de Jubileum te zetten.
De boom draagt veel vruchten en om smakelijke vruchten te krijgen is het van belang om de boom te dunnen. De smaak en de kwaliteit van de overgebleven pruimen zal hierdoor sterk verhoogd worden. De pruimen van de Jubileum moeten volledig rijp geplukt worden. De pruimen zullen niet goed doorrijpen nadat ze geplukt zijn. Halfrijpe pruimen van deze boom zijn niet smakelijk. De beste pluktijd voor deze pruim is in de derde week van augustus.
(Reine) Victoria
De (Reine) Victoria draagt in april witte bloesem. Het stuifmeel van de bloesem is zelffertiel, dit betekent dat de boom geen ander ras nodig heeft om vrucht te dragen. De (Reine) Victoria is al op vroege leeftijd zeer vruchtbaar. De boom groeit de eerste jaren zeer sterk, maar dit wordt neemt af naarmate de boom ouder wordt. De boom draagt heel veel vruchten. Het dunnen is echter wel noodzakelijk omdat anders de boom uitgeput raakt van de vele vruchten. Ook is takbreuk niet uitgesloten wanneer niet wordt gedund. Wanneer er te veel pruimen aan de boom hangen, blijven de pruimen te klein en worden ze niet lekker. Het is beter om minder pruimen te hebben die kwalitatief goed zijn, dan vele niet smakelijke vruchten.
De boom is wel zeer gevoelig voor de ziektes loodglans en vruchtrot.
Bleue de Belgique
Deze pruimenboom bloeit zuiverwit in april. De boom is redelijk zelf bestuivend. Door het plaatsen van andere pruimenbomen, zoals de Opal en de (Reine) Victoria, in de buurt worden er meer en kwalitatief betere vruchten gevormd. Het dunnen van de vruchten is noodzakelijk.
De boom vormt een grote rode donkerblauwe pruim, die in augustus te plukken is en uitstekend smaakt. De Bleue de Belgique is goed resistent tegen ziektes. Hierdoor, door de smaak van de pruimen en omdat de boom niet al te snel groeit, is deze boom een aanrader in de tuin.
Loodglans (Chondrostereum purpureum)
Een van de ziektes die een pruimenboom kan treffen is loodglans. Wanneer een pruimenboom loodglans heeft, is dit te zien aan de bladeren die een loodglans krijgen. De aanstichter van de ziekte, de loodglans zwam, is echter niet aanwezig in het blad, maar zit in het hout van de boom. Het kan tot diep in de boom zitten, waar de zwam giftige stoffen afscheidt. Bij ernstige aantasting ontstaan er op het hout ook zwammen.
In de herfst maakt de zwam sporen. Bij een hoge vochtigheidsgraad (regen, mist, dauw) en een temperatuur van meer dan 10 graden Celsius maakt de zwam sporen die door de wind naar andere bomen worden vervoerd.
Het is van belang om preventief te werk te gaan:
- Snoei meteen na de oogst, er zijn nog geen sporen in de maanden juli en augustus. Snoei alle zieke delen van de boom weg, het liefst bij droog weer zodat de schimmelsporen niet kunnen overslaan op andere delen of planten
- Snoei de aangetaste takken weg tot op het gezonde hout
- Dek de wand na het snoeien meteen af met een wondafdekmiddel voor bomen, het liefst eentje met een schimmeldodend middel erin. Dit is te verkrijgen bij tuincentra.
- Haal het afgesnoeide hout meteen weg
- Let ook op andere planten die deze ziekte kunnen hebben zoals de perenboom, appelboom en andere pruimenbomen
- Bemest de boom na aantasting met extra stikstof
- Ontsmet het snoeigereedschap nadat de boom gesnoeid is, zodat de ziekte niet verder overgebracht wordt.
Bloesemsterfte of Monilia laxa
Wanneer de boom is geïnfecteerd met de schimmel Monilia laxa zullen de bloesems opeens afsterven. De bloesems blijven dan verdroogd aan de takken hangen. Het is ook mogelijk dat de schimmel via de vrucht en het steeltje in de takken komt. De takken kunnen dan zelfs afsteven.
De schimmelsporen worden door de wind meegenomen vanuit oude vruchten die op de grond zijn blijven liggen of die aan de boom zijn blijven hangen. Door het verwijderen van deze vruchten wordt de besmettingsbron verminderd.
Vruchtrot of Monilia fructigena
Aan het einde van de zomer of in het begin van de herfst kan vruchtrot of Monilia fructigena ontstaan. De vruchten zijn dan aangetast door de schimmel Monilia fructigena. Deze schimmel tast door vogels of insecten beschadigde vruchten aan. De infectie begint als een bruine plek, maar al gauw is de hele vrucht bruin. De vruchten die zijn aangetast blijven aan de boom hangen, maar drogen uit en de schil wordt leerachtig. Vaak breidt de infectie zich uit tot de takken waardoor ook de takken afsterven.
De schimmel overwintert in de droge vruchten en laat zich door de wind en insecten verder verspreiden. Door het verwijderen van de oude vruchten van de boom en van de grond, wordt de besmettingsbron verminderd. Wanneer tijdens de groeiperiode al vruchten worden ontdekt met de schimmel, moeten deze direct worden verwijderd.
Lees verder