Tuinieren; tips en trucs voor het telen van komkommer
Komkommers kunnen zowel op de 'koude grond' als 'onder glas' geteeld worden waarbij de eerste manier betekent dat je de komkommers plant in de tuin en de tweede dat je ze plant in een kas. Het telen van komkommers op de koude grond is met de wisselende Hollandse zomers vrij risicovol en wil je zeker zijn van een goede oogst, speel dan op zeker en teel ze in een kas. De komkommer is tijdens de groei redelijk gemakkelijk in onderhoud maar heeft wel voldoende warmte en water nodig om groot en smaakvol te kunnen worden.
Inhoud
Zaaien & opkweek
Afhankelijk van de ruimte die je tot je beschikking hebt kun je ervoor kiezen de komkommer te laten klimmen tijdens zijn groei of juist laag bij de grond te houden en in de breedte te laten groeien. Het laten klimmen van de komkommer tijdens de groei verdient de voorkeur maar daarvoor dien je wel een kas tot je beschikking te hebben. Mocht dit niet het geval zijn dan kun je 'liggende' komkommers kweken in een platte bak.
Zaaien in een kas
Bij het zaaien van komkommers is het belangrijk om onderscheid te maken tussen het telen in een kas of het telen in een platte bak. In tegenstelling tot een platte bak beschermt de kas de planten en zaailingen tegen (nacht)vorst waardoor het mogelijk is de komkommers direct op de juiste plaats te zaaien. Zowel bij het zaaien in een kas als bij het uitplanten in een platte bak is het belangrijk dat de grond goed is voorbereid. Maak de aarde onkruidvrij, spit deze goed om en bemest waar nodig. Zaai de zaden in speciale zaai- of stekgrond of maak deze zelf door 4/5 delen potgrond te mengen met 1/5 deel brekerzand en zaai de zaden niet te diep. Geef na het zaaien matig water aangezien komkommerzaden de neiging hebben snel te rotten tijdens het kiemen.
Zaaien in een platte bak
Het verschil tussen het telen van komkommers in een kas ten opzichte van het telen in een platte bak is - de eerder genoemde - bescherming tegen nachtvorst. Aangezien een platte bak direct op de koude grond wordt geplaatst beschermt deze niet optimaal tegen vorst in de grond en hierdoor is het aan te raden de komkommers binnen voor te zaaien en uit te planten als ze groter en sterker zijn. De komkommerplant houdt er niet van om verspeend* te worden tijdens haar groei dus zaai de zaden direct in potten met een diameter van minimaal negen centimeter. Gebruik zaai- of stekgrond of maak deze zelf door 4/5 delen potgrond te mengen met 1/5 deel brekerzand. Zaai de zaden begin april, geef niet te veel water in verband met het kans op rotten en plant de zaailingen begin mei uit in de platte bak.
Houd bij het uitplanten rekening met het feit dat een volwassen (liggende) komkommerplant ongeveer 1,5 m2 ruimte nodig heeft en leid de ranken vanaf het begin van de groei voorzichtig naar de hoeken van de bak. Hierdoor zal de plant breeduit gaan groeien en de meeste kans hebben goede vruchten aan te maken.
* Verspenen is het overzetten van kleine zaailingen vanuit een zaaitray in een pot voordat deze buiten wordt uitgeplant.
Mannelijke - en vrouwelijke planten
De komkommer produceert tijdens haar groei zowel mannelijke- als vrouwelijke bloemen die nodig zijn voor de bestuiving van de plant en het aanmaken van vruchten. Het is belangrijk om de mannelijke bloemen te verwijderen aangezien deze alleen maar nodig zijn voor de bevruchting maar geen vruchten zullen gaan aanmaken. Laat je de mannelijke bloemen zitten dan zullen deze alleen maar onnodig voeding gebruiken die de vrouwelijke bloemen juist nodig hebben voor hun vruchtvorming. De mannelijke bloem is te herkennen aan het feit dat deze alleen meeldraden heeft en geen stampers en kan je simpelweg verwijderen door deze van de plant te 'plukken'.
Bodem & bemesting
De komkommer is gek op warmte en heeft dan ook veel zonlicht en warmte nodig om mooie vruchten aan te maken. Zowel voor de zaden die worden gezaaid in de kas als voor de zaailingen die worden uitgeplant in de platte bak geldt dat ze het prettig vinden om in warme, luchtige en goed bemeste grond te worden geplaatst en je kan de grond - ongeveer twee weken - voor het zaaien/planten voorverwarmen door er een zwart zeil overheen te spannen. Spit in de wintermaanden wat oude stalmest en een klein handje koemestkorrels door de grond en geef de komkommer tijdens de groei wat patentkali voor gezonde vruchten.
Teeltzorgen
De komkommerplant is - net als vele andere groenten- en fruitsoorten - gevoelig voor diverse schimmels en plagen maar er zijn maar weinig ziekten die heel vaak voorkomen. Wel is het erg belangrijk om de plant voldoende water te geven, doe je dit niet dan gaat de plant woekeren omdat de wortels zelf op zoek naar water zullen gaan. Een volwassen komkommerplant die wordt geteeld in een kas krijgt gemiddeld vijf liter water per dag!
Tripsen
Een ongedierte die kan voorkomen bij komkommers (en vele andere planten) zijn tripsen. Een trips is een klein en dun insect dat je kan herkennen aan zijn gerafelde vleugels. Ze voeden zich door gaatjes in de bladeren van de plant te prikken en de sappen op te zuigen wat zorgt voor zilvergrijze vlekken op het blad met typische donkergroene vlekjes. Het bestrijden van tripsen is zeer moeilijk en vaak zul je je moet wenden tot diverse (chemische) bestrijdingsmiddelen. Een mogelijkheid om de tripsen op een natuurlijke manier te bestrijden is door gebruik maken van het insect roofwants; de natuurlijke vijand van de tripsen.
Oogst & bewaren
Je kunt de groei van de komkommer stimuleren door deze regelmatig te plukken zodat ze nieuwe vruchten blijft aanmaken. Wil je meerdere komkommers tegelijkertijd oogsten om nog even te bewaren dan kun je de komkommer oogsten als deze donkergroen is. Een komkommer die rijp is verkleurd naar geel/groen en kun je het beste nog dezelfde dag eten. Mocht je een bolvormige komkommer oogsten dan is de kans groot dat deze komkommer niet volledig is bevrucht en in plaats van mooie zaadlijsten zal de zogenaamde 'zaadkonten' bevatten. De komkommer is in principe eetbaar maar vaak niet goed op smaak.
Bewaren
Komkommers kun je enkele dagen tot een week bewaren als je ze wegzet op een donkere en koele plaats, bij voorkeur in een kelder of schuur aangezien de koelkast te koud is.
Lees verder