De kiwano of hoornkomkommer telen
De kiwano heeft, al doet de naam anders vermoeden, niets te maken met de kiwi. De kiwano ziet er in tegenstelling tot zijn aaibare bijna naamgenoot, stekelig uit! Het is geen moeilijke vrucht om te telen. Met de juiste behandeling en verzorging kun je ook in Nederland een heel eind komen om de smakelijke vrucht zelf te telen.
De kiwano
De kiwano wordt ook wel de hoornmeloen, stekelaugurk, hoornkomkommer of melon cornu genoemd. De kiwano behoort tot de familie van de Curcubitaceae (komkommerachtigen) net als de meloen, pompoen, courgette en de komkommer. De kiwano is van oorsprong afkomstig uit de Kalahari in Afrika. In het begin van de jaren tachtig werd de vrucht voor het eerst in Nieuw-Zeeland grootschalig op de markt gebracht. De vruchten zijn doornachtig, of stekelig. Je kunt je er goed aan prikken.
Zaaien
Het zaad van de kiwano lijkt op dat van de komkommer en is in meerdere webwinkels en bij de betere tuincentra goed te verkrijgen. De zaden van de kiwano kun je het beste binnenshuis voorzaaien. Dit kan vanaf de maand maart en kun je het beste in de buurt van een radiator doen. De temperatuur voor het ontkiemen moet namelijk vrij hoog zijn. Ideaal is een temperatuur rond de 22 tot 25 graden.
Gebruik goede luchtige zaai- en stekgrond en maak gebruik van wat grotere potjes, zodat je niet hoeft te verspenen. Zo voorkom je wortelschade. Wanneer de zaden ontkiemd zijn kun je de kleine plantjes ongeveer na vier weken uitplanten in een hobbykas. Dit kan natuurlijk alleen wanneer de buitentemperatuur niet al te koud is, anders kun je de kleine plantjes beter nog even binnen houden. Let dus vooral niet op de datum, maar op het weer. Vanaf half mei, wanneer het niet meer kan vriezen zou je ze ook op een beschutte, zonnige plek buiten kunnen plaatsen, maar de kiwano doet het het beste onder glas, omdat de plant veel warmte nodig heeft. Buiten kan de plant wel goed groeien, maar worden de vruchten beduidend kleiner.
Verzorging
Wanneer de kiwanoplanten in de kas staan kunnen deze opgebonden worden, op dezelfde wijze als bij een komkommerplant. Het voordeel van deze teeltwijze is de ruimtebesparing en het handig kunnen werken. Een liggende of kruipende teelt is bij de kiwano ook mogelijk. Een nadeel van deze manier van delen is de kans op schimmelziektes, doordat de bladeren de grond raken.
De vrouwelijke bloemen kunnen het beste met de hand bestoven worden. De vrouwelijke bloemen kun je herkennen aan het vruchtbeginsel dat onder de bloem zit. De plant houdt niet van natte voeten, zorg voor een gedraineerde bodem, maar geef wel voldoende water. Tijdens de zomer heeft de plant extra voeding nodig, dit kan in een vloeibare of in een organische korrelvorm gegeven worden.
Oogst
De vruchten wan de kiwano worden ongeveer 10 tot 15 centimeter lang en lijken op een kleine ovale stekelige meloen, wanneer deze vruchten oranje kleuren worden ze rijp en zijn ze eetbaar. Hoe feller oranje hoe rijper. Dit gebeurt ongeveer in de periode eind september of begin oktober.
De smaak van de kiwano is friszoet en lijkt het meest op een combinatie van een citroen, meloen met een banaan. Het helder groene vruchtvlees, met de eetbare pitjes, wordt veel gebruikt in nagerechten, maar ook in een fruitsalade of in ijs is het vruchtvlees heel lekker. De vruchten kunnen bijna drie weken lang buiten de koelkast bewaard worden en zijn op de fruitschaal zeer decoratief. De vrucht bevat vitamine C, kalium en weinig calorieën