Asbest in luchtkanalen
In veel gebouwen zijn luchtbehandelingskanalen aanwezig. Het betreft zowel kantoren, industriële complexen, commerciële ruimtes, scholen en ziekenhuizen, als woonhuizen en appartementengebouwen. Deze luchtkanalen dienen voor ventilatie, rookgasafvoer, verwarming of ontluchting van de ruimtes in de gebouwen. Tot het totaalverbod van 1993 op het gebruik van asbesthoudende materialen in Nederland zijn er volop luchtkanalen toegepast die van asbest waren vervaardigd of waarin asbesthoudende onderdelen zijn verwerkt. Een overzicht van de verschillende asbesthoudende toepassingen en materialen die zijn gebruikt in Nederlandse luchtbehandelingssystemen.
Asbestcement
Asbestcement is een van de meest gebruikte materialen geweest bij vervaardiging van luchtkanalen en buizen tot aan circa 1975. In 1900 vond de Oostenrijker Ludwig Hatschek een methode uit om platen te fabriceren van een mengsel van portland cement, water en asbestvezels. Deze ingrediënten werden in een machine gemengd en vervolgens via een wals uitgewrongen en in dunne vliezen op een lopende band op elkaar gestapeld totdat de gewenste dikte werd bereikt. Door het product uit verschillende lagen op te bouwen (lamineren) ontstond een licht maar stevig product. Later, in 1910, lukte het Hatscheck om de nog niet uitgeharde elastische asbestcementplaten in verschillende vormen te produceren zoals golfplaten, vormstukken maar ook ronde leidingen en kokers.
De ronde leidingen en rechthoekige of vierkante kokers werden gevouwen en voorzien van een verbindingsnaad van asbestmortel totdat het de Italiaan Adolfo Mazza lukte een manier uit te vinden om ronde buizen in een geheel te fabriceren. De producten die volgens het door Hatscheck gepatenteerde procedé werden gefabriceerd, werden aanvankelijk onder de naam eternit op de markt gebracht door in verschillende landen opererende producenten die een licentie voor gebruik van het procedé hadden verkregen.
In Nederland werden de asbestcementproducten aanvankelijk, sinds 1912, onder de naam martinit verkocht totdat deze producent in 1932 door de Belgische eternit vestiging werd overgenomen en de naam martinit geleidelijk aan vervangen werd door eternit. Een andere Nederlandse producent van asbestcementwaren die in het bezit was van een licentie, was het in Harderwijk gevestigde asbestona. Hier werden vele soorten asbestcementproducten gefabriceerd waaronder ontluchtingsbuizen en luchtkanalen. Asbestona werd in de jaren 50 overgenomen door eternit en in het begin van de jaren 80 werd de productielocatie gesloten.
Een andere Nederlandse producent van asbestcement luchtkanalen was ferrocal in Doesburg. Zij produceerden alleen rechthoekige kanalen. Sinds 1934 werden er volgens een eigen ontworpen methode asbestplaten gemaakt met een wapening van metaalgaas. Deze platen werden met het wapeningsgaas aan elkaar geknoopt en de naden afgesmeerd met een afstrijklaag van asbestspecie. Ook is gebruik gemaakt van metalen hoeklijnen. In de jaren 50 is ferrocal gestopt met het toepassen van asbest in het productieproces en uiteindelijk is ook ferrocal overgenomen door het eternit concern.
Veel asbestcementluchtkanalen werden geïmporteerd uit het buitenland. Naast de Nederlandse vestiging bracht ook de eternitvestiging in België asbestcementproducten, waaronder buizen en kanalen, op de Nederlandse markt. Andere Belgische producenten die asbestcementluchtkanalen naar Nederland exporteerden waren Coverit en Modernite. Duitse producenten die veel asbestcementproducten exporteerden waren Fulgurit en Torfit. Bekende Engelse merknamen van asbestcementproducten die mogelijk op de Nederlandse markt zijn verschenen zijn everite en poilite.
Overige asbesthoudende materialen
Naast asbestcement zijn vanaf de jaren vijftig tot circa 1975 luchtkanalen op de markt gebracht van linexplaten die zijn voorzien van een laag asbestvilt aan de binnenzijde en in sommige gevallen aan beide zijden. Deze linexplaten zijn gefabriceerd uit geperste vlasvezel en later voorzien van een dunne laag (0,5 mm) asbestvilt om de kanalen brandvertragende eigenschappen te geven. Ook kan het voorkomen dat metalen luchtkanalen aan de buitenzijde zijn geïsoleerd met een brandvertragende of akoestische asbesthoudende spuitlaag zoals limpet. Ten behoeve van brandwerende isolatiedoeleinden is in het verleden tevens niet hechtgebonden asbestboard gebruikt rondom luchtkanalen en bij doorvoeringen door muren en vloeren. Voor ditzelfde doeleinde is daarnaast gebruik gemaakt van asbesthoudende coatings of pasta zoals flamemastic.
Asbest in koppelingen en verbindingen
In verbindingsstukken van verschillende kanaaldelen zoals moffen en flenzen is vaak asbest toegepast. Asbestkoord komt het meest voor in flenzen van plaatstalen luchtkanalen maar kan ook zijn toegepast in moffen van asbestcementkanalen of rondom doorvoeringen van dubbelwandige ronde kanalen. Het asbestkoord is toegepast tot aan het in werking treden van het Asbestbesluit Warenwet in 1983. Naast asbestkoord is ook veelvuldig gebruik gemaakt van asbesthoudende kit en in sommige gevallen asbesthoudende plaatpakkingen. Deze materialen kunnen tot aan het algehele asbestverbod dat in 1993 is ingesteld toegepast zijn. In uitzonderlijke gevallen kan ook asbesthoudende tape, al dan niet gebitumeerd, zijn toegepast rondom flenzen en koppelingen van luchtkanalen. Een bekende producent van asbesthoudende tape was 3M. Moffen en verbindingsstukken van asbestcement luchtkanalen zijn vaak afgesmeerd met asbesthoudende mortel. Een weinig bekende toepassing is asbesthoudende bitumineuze kit in moffen van pvc kanalen of buizen die voor ontluchtingsdoeleinden zijn aangebracht.
Asbesthoudende onderdelen
In luchtkanalen zijn vaak brandkleppen geplaatst, voor het afsluiten van kanaaldelen of secties ter plaatse van brandscheidende compartimenteringen, die moeten voorkomen dat het vuur zich door de luchtkanalen verspreidt. De kleppen bestaan vaak uit twee metalen platen waartussen zich een vulling van asbesthoudend isolatie- of plaatmateriaal bevindt. Met name bij plaatstalen kanalen is deze asbesthoudende toepassing veelvuldig toegepast. Bekende producenten van asbesthoudende brandkleppen waren Interland uit Dordrecht en de in Duitsland gevestigde bedrijven Wildeboer, Trox Technik en Schako. Vanaf 1953 tot in 1989 zijn er asbesthoudende brandkleppen geleverd door deze bedrijven.
Naast asbesthoudende brandkleppen is ook bekend dat er in het verleden asbesthoudende warmtewisselaars zijn toegepast in luchtkanalen. Het betreft een warmtewiel waarvan de rotor voorzien was van asbesthoudend materiaal. Deze warmtewisselaars van het merk Ecovent zijn geproduceerd door het Zweedse bedrijf Munters AB. Zij hebben asbesthoudende warmtewisselaars vanaf 1969 tot in 1980 geproduceerd. In de jaren 70 van de vorige eeuw is er in Duitsland sprake geweest van asbest in filtermateriaal in luchtbehandelingssystemen met de naam ultrafilter, dat werd geleverd door de firma luwa.
Lees verder