De wereldwijde asbestproductie
Het professionele gebruik van asbest is in Nederland al sinds 1993 verboden. Dit is de uitkomst van een decennialang gevoerde discussie tussen wetenschappers, medisch deskundigen en producenten van asbestproducten over de schadelijke gevolgen voor de gezondheid die blootstelling aan asbestvezels kan opleveren. Inmiddels geldt in meer dan 55 landen verspreid over de wereld een verbod op het gebruik van asbest. Het zal menigeen in Nederland dan ook verbazen dat ongeveer 20 jaar na het instellen van het asbestverbod in Nederland en veel andere landen om ons heen, nog steeds grote hoeveelheden asbest worden gewonnen en verwerkt. Om welke landen gaat het? Heel veel ontwikkelingslanden, maar opvallend genoeg is de Verenigde Staten er ook een van en is het Europese continent een van de grootste gebruikers. Een overzicht van de grootste producenten en verbruikers.
Een kleine historie van de regulering van asbestgebruik
Zo rond het begin van de twintigste eeuw werd door een Britse arts voor het eerst een relatie gelegd tussen blootstelling aan asbestvezels en het ontstaan van dodelijke longaandoeningen bij fabriekswerkers. Ook in Frankrijk werd al in 1906 door een arts een verband gelegd tussen het ontstaan van gezondheidsproblemen en beroepsmatige blootstelling aan asbestvezels. Al snel werd meer bekend over de schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid die het "wondermiddel" asbest opleverde door het oplopend aantal fabrieksarbeiders dat ziekteverschijnselen vertoonde of op jonge leeftijd stierf. De berichten over de negatieve gevolgen werden natuurlijk door de asbestverwerkende industrieën ontkracht. Desondanks was Duitsland in 1930 het eerste land ter wereld dat wetgeving instelde om stofvorming op de werkplek te voorkomen en het werken met asbest te reguleren. Dit voorbeeld vond al snel navolging in andere geïndustrialiseerde landen waar veel asbestverwerkende industrie was gevestigd zoals Engeland en Frankrijk.
In 1951 werd in Nederland de silicosewet aangenomen waarin maatregelen werden genomen om werknemers te beschermen tegen het oplopen van asbestose als gevolg van asbestblootstelling. Hiermee was de erkenning van het ontstaan van beroepsziekten als gevolg van blootstelling aan asbestvezels door de Nederlandse overheid een feit. Door de hoge vlucht die het wetenschappelijk onderzoek in de twintigste eeuw nam, die daarbij geavanceerde onderzoeksmethoden mogelijk maakte, werd de kennis en bewustwording van de schadelijke gevolgen van blootstelling aan asbest steeds groter. Desondanks was de schok groot toen duidelijk werd dat blootstelling aan asbest ook longkanker kan veroorzaken. Dit leidde tot de eerste asbestverboden in Zweden en Denemarken in het begin van de jaren zeventig. Ook Nederland volgde als snel dit voorbeeld en in 1977 kwam, ondanks grote weerstand uit de asbestverwerkende industrie, het eerste verbod op het gebruik van crocidoliet (blauw asbest) en werd daarnaast het verspuiten van asbest verboden. Dit verbod werd, mede onder druk van de publieke opinie en het toenemend aantal schadeclaims, steeds verder uitgebreid naar een totaalverbod in 1993 voor het professionele gebruik en in 1998 voor het particulier gebruik. In veel landen om ons heen werden ongeveer gelijktijdig asbestverboden ingesteld. Sinds 2005 geldt een algeheel asbestverbod voor de gehele Europese Unie, met uitzondering van landen die in 2005 nog geen lid waren van de Europese Unie zoals Bulgarije en Roemenië.
Asbestproductie in het verleden
Asbest is een mineraal dat wijdverspreid over de wereld voorkomt in de bodem. De eerste commerciële asbestmijnen werden in de negentiende eeuw opgericht in Canada, Rusland, Zuid-Afrika en Italië. Van de zes mineralen die tot asbest worden gerekend is chrysotiel (wit asbest) het meest voorkomende en dus ook het meest gewonnen. Grote chrysotielvoorraden werden ontdekt in Québec in Canada (1863) en in het Oeral gebergte in Rusland(1807) waar zelfs mijnstadjes naar het "magische" mineraal zijn vernoemd.
Asbestwinning wereldwijd
Canada
In Canada werd de laatste asbestmijn in 2011 gesloten. Asbest werd destijds in Canada nog nauwelijks gebruikt en in overheidsgebouwen waren asbesthoudende materialen reeds verwijderd. De productie was dan ook voornamelijk op export gericht. Tot opluchting van velen werd in 2013 door de overheid besloten geen subsidie te verlenen om de asbestwinning nieuw leven in te blazen. Rusland daarentegen heeft sinds die tijd de productie verhoogd en de leidende rol in de pro-asbest discussie overgenomen van de Canadese producenten.
Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika zijn alle soorten asbest, met uitzondering van actinoliet (groen asbest) in het verleden gewonnen. In 1893 werd de eerste commerciële asbestmijn geopend waar crocidoliet (blauw asbest) werd gewonnen, gevolgd door een amosiet (bruin asbest) mijn in 1907. Zuid-Afrika was overigens de enige amosiet producent ter wereld. Zowel de winning van crocidoliet als die van amosiet werden in respectievelijk 1992 en 1993 gestaakt. In 1915 werd begonnen met de winning van chrysotiel en Zuid-Afrika was op een gegeven moment achter Rusland en Canada de derde grootste producent van ruwe asbest. De laatste asbestmijn in Zuid-Afrika werd in 2003 gesloten. Naast Zuid-Afrika waren er nog 2 ander asbestproducerende landen op het Afrikaanse continent, Zimbabwe en Swaziland. In beide landen is de asbestproductie reeds gestaakt.
Australië
In Australië werd sinds de jaren 30 tot in 1966 crocidoliet gewonnen in een mijn waarbij het mijnwerkersplaatsje Witenoom werd gesticht. Als gevolg van de groeiende ongerustheid over de schadelijke gevolgen van crocidoliet op de volksgezondheid werd de mijn gesloten in 1966 en werd het gebruik van crocidoliet zelfs al een jaar later verboden in Australië. Het plaatsje Witenoom is inmiddels door de overheid ontruimt vanwege de grote hoeveelheden losse asbestvezels die als gevolg van de asbestwinning in de omgeving zijn neergeslagen. Daarnaast werd in Australië nog chrysotiel gewonnen in de Woodsreef mijn in het plaatsje Barraba. De mijn werd in 1983 gesloten en door de eigenaren verlaten zonder dat het afval op het terrein werd opgeruimd. Hierdoor leverde het terrein tot in de eenentwintigste eeuw een gevaar voor de omgeving op.
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten werd de eerste grote asbestmijn in 1894 geopend. In totaal zijn er in de Verenigde Staten ongeveer 140 asbestmijnen actief geweest die voornamelijk chrysotiel en anthofyliet (geel asbest) produceerden. De Verenigde Staten is echter nooit een bijzonder grote asbestproducent geweest, de import was zelfs tijdens de piek in de nationale asbestproductie 7 maal hoger dan de eigen productie. In 1993 werd de laatste asbestmijn in de Verenigde Staten gesloten.
Europa
De grootste producenten na Rusland in Europa waren Italië, Griekenland, Finland en Cyprus. Italië was van deze landen de grootste en langst producerende. De winning van asbest in de Italiaanse Alpen begon in 1870 en stopte in 1990. In Finland, waar overigens ook kleine hoeveelheden anthofyliet werden gewonnen, was men in 1975 al gestopt met de winning van asbest gevolgd door Cyprus in 1988. De chrysotiel mijn in Griekenland werd in 2000 gesloten en is inmiddels ontmanteld. Daarnaast vonden in Europa nog kleine asbestwinningsprojecten plaats in Tsjechië, Bulgarije, voormalig Joegoslavië en het Franse eiland Corsica. In Nederland heeft nooit winning van asbest plaatsgevonden en komt het mineraal van nature ook niet voor.
De hedendaagse asbestproductie
Ondanks dat er in de wereld wijdverbreide overeenstemming is over de schadelijke gevolgen die blootstelling aan asbestvezels kan hebben en in veel landen een asbestverbod van kracht is, wordt er wereldwijd nog een grote hoeveelheid asbest gewonnen. De totale productie van ruwe asbestvezels lag in 2013 op 1.940.000 ton. De vier grootste productielanden in 2013 zijn Rusland met 51,5% (circa 1.000.000 ton), China met 25.6% (circa 400.000 ton), Brazilië met 15,5% (circa 300.000 ton) en Kazachstan met 12,4% (circa 240.000 ton). Daarnaast zijn in nog enkele andere landen kleine asbestproducenten actief. De asbestproductie in deze landen gezamenlijk is echter minder dan 0,1% van de totale wereldproductie. De hedendaagse winning betreft voornamelijk chrysotiel. De overige asbestsoorten worden sinds de jaren negentig nauwelijks nog gewonnen of toegepast in eindproducten.
De asbestconsumptie
De grootste gebruikers van asbest in 2013 zijn China, waar de binnenlandse vraag de productie ver overstijgt, Rusland, India, Brazilië en Indonesië. Veel landen waar het gebruik van asbest is toegestaan en nog veelvuldig plaatsvindt bevinden zich in Azië en de voormalige Sovjet-Unie. Opvallende afwezige op de lijst van landen met een totaalverbod op het gebruik van asbest is de Verenigde Staten. In 1989 werd een verbod ingesteld dat echter, door bezwaren van de in de Verenigde Staten gevestigde asbestverwerkende industrie, in 1991 weer werd teruggedraaid door het hooggerechtshof. In 2013 werd in de Verenigde Staten nog 745 ton asbest ingevoerd. Ook zijn er nog volop asbesthoudende producten in de Verenigde Staten te koop zoals kitten, dakbedekking, tape en zelfs speelgoed.
Door de grootschalige winning van asbest in Rusland, ofschoon vrijwel de gehele productie in het Aziatische deel van Rusland plaatsvindt, en het gebruik hiervan in industriële installaties en bouwmaterialen in Rusland, Oekraïne en Kroatië, wordt Europa nog steeds als een van de grootste asbestproducerende en consumerende continenten ter wereld gezien. Daarnaast worden in veel West-Europese landen waar een asbestverbod geldt ongemerkt nog grote hoeveelheden asbesthoudende goederen uit landen als China en India geïmporteerd. In China wordt een product dat minder dan 5% asbest bevat als asbestvrij gekwalificeerd en ook als zodanig verkocht. Daarnaast wordt in veel landen het woord asbest op de verpakking van een product vervangen door "natural mineral fiber" waardoor het niet duidelijk is dat er mogelijk asbest is toegepast in het materiaal.
Waarom wordt er nog zoveel asbest gebruikt?
In veel landen is men er niet van overtuigd dat asbest zo schadelijk voor de gezondheid is als door veel voorstanders van een wereldwijd asbestverbod wordt beweerd. Men werpt tegen dat er veel stoffen zijn, ook asbestvervangende materialen, die veel schadelijker zijn voor de gezondheid dan asbest zonder dat hier een verbod op geldt. De producenten van zowel ruwe asbest als asbesthoudende producten, vaak vertegenwoordigt door de internationale opererende organisatie "the Chrysotile Institute", zijn van mening dat iedere stof een drempelwaarde heeft waarboven gezondheidsproblemen optreden en dat deze voor wit asbest hoger is dan in veel landen met een asbestverbod wordt beweerd. Voorts stelt men dat het grote aantal doden als gevolg van blootstelling aan asbest in westerse landen het gevolg is van ongecontroleerd gebruik van asbest en dat wit asbest veilig kan worden gebruikt als men de juiste voorzorgsmaatregelen treft. Volgens the chrysotile insitute is het asbestverbod in de westerse landen enkel ingegeven door een goede lobby van producenten van asbestvervangende materialen en niet op wetenschappelijke gronden. Wetenschappers die door het chrysotile insitute worden aangehaald, en vaak ook betaald, produceren dan ook een grote stroom artikelen die moeten aantonen dat chrysotiel veilig toegepast kan worden.
Ook worden landen die het voornemen hebben om een asbestverbod in te stellen, zoals Thailand en Vietnam, door grote asbestproducerende landen, met name Rusland, economische sancties in het vooruitzicht gesteld als ze hun plannen voortzetten. Desondanks blijft het aantal landen met een verbod op het gebruik van asbest toenemen en dientengevolge neemt de productie en consumptie van asbest en asbesthoudende materialen steeds verder af.
Lees verder