Tuinieren; tips en trucs voor het telen van sjalot
De sjalot - ook wel bekend onder de naam eslook - is familie van de ui, maar ook familie van diverse lookgewassen zoals knoflook en bieslook. Dat ze van beide soorten wat weg heeft is goed te zien aan haar manier van groeien aangezien ze geen bollen vormt, zoals een ui, maar scheuten zoals ook knof- en bieslook doen. Op het gebied van smaak is ze milder dan de gewone ui en zoeter, maar heeft - net als de ui - de nare eigenschap je ogen te laten tranen bij het snijden.
Inhoud
Soorten sjalotten
Net als bij uien is de verscheidenheid in het aantal soorten sjalotten enorm en ze zijn dan ook verkrijgbaar in diverse vormen en kleuren. Voor het zelf telen van sjalotten wordt voornamelijk de roodbruine en gele sjalot gebruikt aangezien deze beide op een ander tijdstip in het jaar geplant kunnen worden en je zo dus (vrijwel) het hele jaar bent voorzien van eigen geteelde sjalotten. De roodbruine sjalot plant je vroeg in het voorjaar - rond de maand februari - en kun je oogsten in de maanden juni en juli. De gele sjalot is daarentegen niet goed bestand tegen de kou en kan dan ook pas later in het voorjaar worden geplant, bij voorkeur na IJsheiligen - de viering van de naamdagen van diverse katholieke Heiligen in de periode van 11 tot en met 14 mei -. Halverwege de maand mei is de vorst zo goed als volledig uit de grond en is de kans op vorst of nachtvorst ook zo goed als nihil. De gele sjalot kan geoogst worden aan het einde van de maand juli en in de maand augustus.
Poten
In tegenstelling tot de meeste andere groenten poot je een sjalot in plaats van dat je haar zaait wat betekent dat je een kleine sjalot in de grond plant en hier nieuwe sjalotten uit teelt. Wil je zelf sjalotten gaan telen dan is het aan te raden de sjalotten te telen in de koude grond (buiten in de tuin) aangezien je best een flink aantal sjalotten moet poten wil je voldoende kunnen oogsten.
Poot-sjalot
Voor het telen van sjalotten gebruik je zogenaamde poot-sjalotten die speciaal zijn geselecteerd om nieuwe sjalotten voort te brengen. Houd er rekening mee dat je van 500 gram poot-sjalotten ongeveer 25 tot 30 volwassen sjalotten kunt oogsten, dus denk van te voren goed na hoeveel sjalotten je denkt nodig te hebben én hoeveel je daadwerkelijk kunt bewaren en opslaan!
Controle
Het is aan te raden om de sjalotten voor het poten even goed na te kijken en eventueel rottende exemplaren meteen weg te gooien. Houd bij het poten van sjalotten de 'regel' aan dat hoe groter de poot-sjalot is des te dieper deze in de grond moet, maar plant de sjalotten nooit dieper dan tien centimeter! Houd bij het poten van sjalotten tevens rekening met het feit dat hoe kleiner de poot-sjalotten zijn die je gebruikt, hoe kleiner je oogst zal zijn, maar de oogst zal wel bestaan uit aanzienlijker grotere sjalotten. Bij een grote poot-sjalot werkt dit precies andersom. Gebruik je grote poot-sjalotten, dan zal de oogst groter zijn maar de sjalotten zelf kleiner van stuk.
In de grond
Het laatste deel van het poten is het daadwerkelijk in de grond stoppen van de sjalot. Bereid de grond voor het poten goed voor. Verwijder al het onkruid, spit de grond goed om zodat deze luchtig en water doorlatend wordt en bemest de grond indien nodig. Plant de sjalotten (afhankelijk van hun grootte) maximaal vijf tot tien centimeter in de grond, met het puntje naar boven en dek de sjalotten na het poten af met een laagje aarde. Geef de eerste dagen na het poten voldoende water en houd de grond gedurende de groei vrij van onkruid.
Vermeerderen
Aangezien sjalotten geteeld worden door jonge exemplaren in de grond te stoppen en op te kweken kun je er ook voor kiezen om je sjalotten zelf te 'vermeerderen'. Vermeerderen betekent dat je een deel van je oogst gebruikt om nieuwe sjalotten te telen waardoor je niet ieder jaar nieuwe poot-sjalotten hoeft aan te schaffen. Het enige wat je moet doen om je sjalotten te vermeerderen is bij het oogsten een aantal mooie en goede exemplaren uitzoeken en deze op een koele en donkere plaats bewaren tot volgend voorjaar. Zodra het nieuwe tuinseizoen begint kun je de sjalotten poten zoals beschreven.
Bodem & bemesting
Op het gebied van de grond en de voeding is de sjalot weinig veeleisend en het kost dan ook relatief weinig tijd om de sjalotten goed te verzorgen.
Bodem
De enige eis die de sjalot heeft op het gebied van de bodem is dat deze niet te zwaar is. Op zwaardere bodems zoals klei heeft de sjalot vaak moeite om boven de grond uit te komen en de kans op het mislukken van de oogst is dan ook groot. Zorg dat de bodem in je (moes)tuin goed luchtig is door deze regelmatig om te spitten en pas op voor een te natte grond. Het merendeel van de groenten planten hebben een hekel aan natte voeten omdat de kans dat hun wortels gaan rotten dan groot is.
Bemesting
Met een bodem die in topconditie is, is de kans op een goede oogst aanzienlijk groter en het is dan ook erg belangrijk de grond voor het poten goed voor te bereiden. Zorg dat de grond vrij is - en blijft - van onkruid door dit regelmatig te verwijderen en spit de grond eens in de twee tot drie weken (voorzichtig!) om. Spit in de wintermaanden wat oude stalmest door de grond om haar luchtig te maken en te voorzien van nieuwe voeding en bemest de sjalotten tijdens hun groei met wat patenkali zodat ze mooie scheuten kunnen aan maken.
Oogsten & bewaren
Na weken van lang wachten en hard werken om de sjalotten groot te laten worden komt het leukste deel van het tuinieren, het oogsten!
Oogsten
Afhankelijk van het moment dat je de sjalotten hebt gepoot kun je gaan oogsten vanaf de maanden juni en juli. De sjalotten zijn klaar om geoogst te worden als het loof voor ongeveer 1/3 deel uit de grond steekt - een centimeter of tien hoog is. Sjalotten hoef je niet meteen allemaal tegelijkertijd te oogsten maar kun je oogsten in de hoeveelheden die je nodig hebt. Mocht je nog veel sjalotten in de tuin hebben tegen het einde van de zomer en begint het loof te verdorren? Dan wordt het tijd ze allemaal uit de grond te halen anders drogen ze uit.
Het oogsten van de sjalot kun je het beste doen met een klein schepje waarmee je de sjalot voorzichtig uit de grond steekt. Pak de sjalot voorzichtig beet aan haar loof, steek het schepje langszij in de grond en haal de schep voorzichtig omhoog waarbij je de sjalot 'helpt' door haar aan haar loof vast te houden.
Bewaren
Voor je de sjalotten kunt gebruiken moet je ze eerst goed laten drogen wat je kunt doen door ze simpelweg aan hun loof op te hangen op een droge plaats in de zon. Voorkom dat de sjalotten tijdens het drogen nat worden aangezien de kans op rotten dan zeer groot is! Het drogen van sjalotten duurt - afhankelijk van hun omvang en de omstandigheden - gemiddeld twee weken waarna je ze kunt gebruiken of bewaren. Zowel voor gebruik als voor het bewaren is het belangrijk het loof van de sjalot te knippen - niet afdraaien of trekken, want dan gaat de sjalot 'bloeden' - en je deze goed schoon maakt met een doek of zachte borstel. Wil je de sjalotten bewaren dan kun je dit het beste doen in een open emmer of krat die je weg zet op een koele en donkere plaats zoals een schuur of een kelder. Houd er wel rekening mee dat de sjalotten op deze manier maar enkele weken tot enkele maanden houdbaar zijn!
Lees verder