Weg met dat onkruid! Ik wil een onkruidvrije tuin!
Hoe mooi een tuin ook is, je hebt er altijd meer of minder onderhoud aan. Dat kan variëren van het schoonvegen van je terras, tot het steeds opnieuw wieden van het onkruid. Vooral dat laatste is een intensief proces en daar zitten veel mensen niet op te wachten. Kan het allemaal wat gemakkelijker? Op weg naar een leuke, afwisselende, maar ook onderhoudsvriendelijke tuin.
Een ingerichte tuin
Je hebt je tuin prachtig ingericht, een fantastisch tuinontwerp is in je tuin tot leven gekomen. Een heerlijk zonnig terras, waarop je kunt genieten van de bomen, heesters en kruidgewassen die je in te tuin hebt gezet. Het tuinpad verbindt je ideale terras met het tuinschuurtje of het tuinpoortje. Een schutting of haag waarborgt je privacy. Hoe mooi kan een tuin niet zijn!
Ongewenst groen
Hoewel je tuin is volgezet met allerlei gewenst groen, komt er toch steeds ook ongewenst groen naar boven. Het begint met kleine, bijna onzichtbare, sprietjes, die tussen de planten boven het zand uit komen steken. Het blijft daar niet bij, de kleine sprietjes groeien in een onbehoorlijke snelheid uit tot pollen, op hun beurt omringd door nieuwe sprietjes. Daar gaat je aangeharkte tuintje. Al je mooie planten dreigen uit beeld te raken door al dat ongewenste groen.
Het alombekende grasveld
Kruid of onkruid?
De term 'onkruid' heeft een negatieve klank. Toch moet je je realiseren, dat een polletje gras tussen de rozenstruiken hetzelfde spul is, als wat je in je grasveld aantreft. Je zou 'onkruid' kunnen definiëren als: planten die groeien waar jij dat niet wilt. In jouw tuinplan komt een grasveld voor en daar horen graspollen dan ook thuis. Tussen de rozenstruiken niet, en daarom heet een polletje gras hier 'onkruid'.
Optimale bodem
Alle planten gebruiken voedingsstoffen en mineralen die ze in de bodem aantreffen. Staan plantjes te dicht bij elkaar, dan beconcurreren ze elkaar om die voedingsstoffen. De samenstelling van de bodem is niet overal precies gelijk, de bestanddelen voedingsstoffen en mineralen varieert. In de natuur groeien planten over het algemeen op die plekken die voor hen het beste zijn. Op andere, minder ideale plekken, krijgen andere planten meer kans. In je tuin heb je planten niet neergezet omdat de bodem daar zo goed voor is, maar omdat je bepaalde planten op bepaalde plaatsen leuk vond.
Het onkruid rukt op
Ongewenste grasjes en ander ongewenst groen vindt in je tuin een heerlijke voedingsbodem, vaak beter dan de planten die jij er zelf hebt neergezet. Als je het onkruid dus niet weghaalt, dan loop je het risico dat jouw planten uiteindelijk worden overvleugeld. Dat kan niet de bedoeling zijn. We binden daarom de strijd aan met dat hinderlijke onkruid.
Onkruid, weg ermee
Gewapend met onkruidkrabbers, steekmesjes en schoffels gaan we het onkruid te lijf. Met wortel en al proberen we het weg te krijgen, want wortelresten bieden veel onkruidsoorten de kans weer opnieuw de kop boven het zand uit te steken. We kunnen ook met biologisch-vriendelijke onkruidbestrijders gaan sproeien. Allemaal dingen, die regelmatig herhaald moeten worden, om het onkruid de baas te blijven.
Alternatief: bedek de bodem
Onkruid heeft de meeste kans op plaatsen waar nog niets anders groeit. Dat betekent dus ook omgekeerd: onkruid heeft minder kans op plaatsen waar volop andere gewassen aanwezig zijn. Hiervan kunnen we gebruik maken. Door bodembedekkende begroeiing te planten, krijgt onkruid minder kans.
Bodembedekkers
De meeste bekende bodembedekker is natuurlijk gras. Onkruid hoef je in een goed onderhouden grasveldje niet zo vaak te plukken, maar je moet het wel regelmatig maaien. Het grasveld is dus onderhoudsvriendelijker als het gaat om onkruidbestrijding, maar het is nog niet helemaal wat we van een onderhoudsvriendelijke tuin verwachten. Gelukkig zijn er nog allerlei andere soorten bodembedekkende planten. Sommige daarvan zijn meer geschikt voor zandgronden, andere meer voor kleiachtige bodems. Wil je succes hebben met je bodembedekker, dan is navraag bij je tuincentrum wel belangrijk. Laat eventueel een monster van je tuinbodem zien. Besef ook, dat sommige bodembedekkers meer geschikt zijn voor schaduwplaatsen, andere hebben graag wat meer zonlicht.
Soorten
Veel struiken zijn in de winter kaal. Het zou daarom leuk zijn, als je bodembedekker in de winter zijn blad houdt. Dat houdt de kleur in je tuin. Denk bijvoorbeeld aan Pachysandra Terminalis, of Vinca Minor. Sommige planten worden wat hoger, bedekken toch hele stukken grond, en hebben een meer verhoutende stengel. In gemeentelijke plantsoenen worden deze soorten, ook omdat ze robuuster zijn dan andere, vaak toegepast. Denk bijvoorbeeld aan Cotoneaster dammeri of lonicera nitida 'Maigrun'.
Zand zien
Zoals je hebt gezien, worden de zanderige delen van je tuin snel door onkruid ingenomen. Dat wil je niet, maar je wil ook niet tegen grotere of kleinere zandvlaktes aankijken. De oplossing: ga voor een mooie bodembedekker, waardoor de tijd die je aan het onkruid wieden kwijt was, in ieder geval wordt verminderd. Een geheel onderhoudsvrije tuin is wellicht een utopie, maar een stukje onderhoudsvriendelijker is nooit weg!
Lees verder