Doe-het-zelf tips voor mooi schilderwerk

Veel doe-het-zelvers zijn erg handig in het schilderen van houtwerk. Een groot aantal van hen heeft daar geen tips meer voor nodig. Maar de aankomende doe-het-zelver kan die zeker wel gebruiken. In dit artikel is een aantal tips opgenomen die er mede voor kunnen zorgen dat schilderwerk een verfraaiing van de woning of het meubilair betekent.

Grondverf, voorlak en aflak

Een nieuwe verflaag is echter niet alleen voor een mooier effect bedoeld maar ook als bescherming van het hout. Goed schilderwerk is daarbij opgebouwd uit een aantal lagen die tussendoor steeds goed moeten drogen voordat weer verder geschilderd mag worden. Meestal worden drie lagen aangebracht waarbij eerst wordt geschilderd met grondverf, daarna met voorlak en tenslotte wordt een aflaklaag geschilderd. In sommige situaties worden meer aflaklagen of zelfs ook meer grondverflagen aangebracht.

Bijwerken, ontvetten en schuren

Voordat met schilderen wordt begonnen worden eerste alle beschadigingen en oneffenheden bijgewerkt en worden de oppervlakten goed ontvet bijvoorbeeld met ammoniakwater en geschuurd met fijn schuurpapier. Vergeet echter niet het schuurstof te verwijderen waar speciale schuiertjes voor verkrijgbaar zijn. Een alternatief is om het geschuurde werk met een warme natte doek af te nemen waarna het wel goed moet drogen alvorens te schilderen.

Meer doe-het-zelf tips voor schilderwerk

1. Als oneffenheden glad worden geplamuurd moet dit soms meerdere malen gebeuren omdat plamuur bij het drogen kan krimpen.
2. Om makkelijker te kunnen werken is het beter om deurkrukken, knoppen en beslag tevoren te verwijderen. Dat kost misschien iets meer tijd dan afplakken maar voorkomt dat er plekjes geraakt worden door de verf die soms moeilijk verwijderbaar zijn.
3. Het is goed om tijdens het schilderen goed te ventileren maar tocht moet worden voorkomen omdat dan stof op de natte verflaag kan dwarrelen.
4. Schilderen bij een zeer hoge of zeer lage temperatuur geeft geen mooi resultaat omdat de verf en het hout op een bepaalde temperatuur moeten zijn. Bij een te koude temperatuur bijvoorbeeld kan de verf minder soepel worden. Het best is ook om de verf enige tijd te laten wennen aan de temperatuur van de ruimte.
5. Nieuwe kwasten kunnen losse haren bevatten. Beter is daarom om geen nieuwe kwasten te gebruiken voor het aflakken maar de kwasten eerst te gebruiken voor grondverf of over schuurpapier te wrijven om de losse haren te verwijderen.
6. Om zogenaamde zakkers te voorkomen (afdruipende verf) moet de verf na het opbrengen eerst horizontaal worden uitgestreken en daarna met regelmatige verticale streken, die enigszins over elkaar heen vloeien, worden afgewerkt.
7. Grote vlakken moeten in één keer worden geschilderd omdat na droging van een gedeelte van het werk en daarna verder schilderen, banen zichtbaar kunnen worden.
8. Een lichte kleur aanbrengen op een donkere ondergrond kan beter in enkele keren met een dunne laag gebeuren dan in één keer met een dikke laag. Dunne lagen drogen strakker op.
9. Bij het afplakken van ruiten, om te voorkomen dat er verf op het glas komt, kan beter ongeveer 1 millimeter van het glas vrijgelaten worden. Het houtwerk wordt daardoor beter gevrijwaard voor het inwerken van vocht doordat die millimeter van verf wordt voorzien.
10. Bepaalde soorten afplaktape moeten zo snel mogelijk na het schilderen worden verwijderd omdat dit na volledige droging moeilijker gaat en beschadigingen kan veroorzaken. Maar er is ook speciale schilderstape verkrijgbaar die ook na enige tijd nog goed verwijderbaar is.
11. Het restant van de verf kan beter in een kleinere pot worden overgegoten om te bewaren om klonten en vellen te voorkomen die kunnen ontstaan als er teveel lucht bij de verf komt.

Lees verder

• Voor elk karwei een verfsoort
• Meer dan twee eeuwen Sikkens verven en lakken
• Verf en het aanbrengen, voor het opknappen van een huis