De centrale verwarming
Onder centrale verwarming verstaan we een verwarmingssysteem, waarbij de warmte in een centraal opgestelde warmtebron opgewekt en dan naar de verschillende vertrekken getransporteerd wordt. In de vertrekken wordt de warmte via verwarmingselementen aan de omgeving afgestaan.
Verschillende soorten brandstoffen
De meest gebruikte brandstoffen zijn aardgas, propaangas, stookolie (mazout) en elektriciteit.
Aardgas
Dit gas komt voornamelijk uit Frankrijk (Lacq), Nederland (Slochteren) of uit de Sahara. Dit komt langs pijpleidingen bij de eindverbruiker binnen. Het belangrijkste voordeel van huishoudelijke verwarming met gas is wellicht de kleine, compacte en weinig hinderlijke ketel. Deze ketel kan makkelijk op verschillende plaatsen worden geïnstalleerd (op zolder, in de kelder, in de garage enz.). Er moet wel voldoende ventilatie in het lokaal zijn. Als de ketel geplaatst is volgens de normen van de gasmaatschappij, dan is deze aardgasverwarming volledig veilig. De ketel bezit immers verschillende beveiligingssystemen. Bij grote installaties is het aanbrengen van lekdetectors verplicht. Bij verlies van gas stellen deze automatisch een klep in werking die de gasaanvoer afsluit en eventueel een alarminstallatie inschakelt. De kostprijs van aardgas is relatief gunstig.
Propaangas
Propaangas is een vloeibaar gemaakt petroleumgas dat wordt opgeslagen in een druktank. Het opslaan van petroleumgas vergt een aantal specifieke veiligheidsmaatregelen, ondermeer het opslaan in open lucht, en het regelmatige nazicht van de opslagtank door een erkend organisme. Deze vorm van energie is minder esthetisch. De stookwaarde van dit gas is vrij hoog, doch de kostprijs is eveneens relatief hoog.
Stookolie
Huisbrandolie is een mengsel van gasolie en lichte fuel en heeft een viscositeit van 1,9° Engler. De stookwaarde bedraagt 8.500 kcal/l. Vloeibare brandstof blijkt bijzonder geschikt voor de verschillende mogelijkheden van regeling en automatische bediening van vuren. Het gebruik ervan biedt alle waarborgen van veiligheid.
De verwarming met stookolie stelt geen grote problemen bij het onderhoud of bij de controle. De brandstofresten zijn bij een nauwkeurig geregelde installatie zeer klein.
Nadelen van stookolie: de brandstofgassen bevatten koolstof en zwavel, die een negatieve invloed hebben op het milieu; anderzijds zijn de prijzen van deze brandstoffen zeer sterk onderhevig aan de politieke en economische situatie van de olie-uitvoerende landen.
Op dit ogenblik is wellicht gasolie de meest voordelig vorm van energie (afhankelijk van een aantal factoren). Een installatie op stookolie is echter merkelijk duurder, door onder andere de opslagtank, de afzonderlijke brander, enz...
Elektriciteit
Elektriciteit biedt enkele voor- en nadelen:
Voordelen
- er is geen verbranding, dus ook geen rook of stof in en om de woning
- grote betrouwbaarheid van de installatie
- geen gevaar voor bevriezing van de installatie
Nadelen
- Zelfs in een goedkoop tarief is en blijft elektriciteit duur; daarom is een zeer uitgebreide isolatie van de woning noodzakelijk
- De regeling dient zeer nauwkeurig te zijn om het beste rendement te bekomen
Verwarmingssystemen
Verwarmingselementen zijn toestellen die bestemd zijn om de warmte die in de central verwarming opgewekt wordt en aan het water overgedragen wordt, af te staan aan de ruimten die verwarmd moeten worden.
Het verwarmingselement in de meest eenvoudige vorm, is de gladde buis. Gladde buizen, al of niet in een spiraal, tref je nog één enkele keer aan in oude fabrieksruimtes garages, biggenkwekerijen, enz... In broedkassen wordt deze methode van verwarmer echter nog steeds toegepast. We zullen ons beperken tot die verwarmingselementen die momenteel het meest toegepast worden.
Radiatoren
Gietijzeren radiatoren zijn bijzonder zwaar er hebben een grote waterinhoud, waardoor de opwarmingstijd lang is. Zij hebben een zeer lange levensduur en zullen zeker nu en dan in oude installaties nog aangetroffen worden. Radiatoren kunnen worden onderverdeeld in ledenradiatoren en paneelradiatoren .
Ledenradiatoren
Ledenradiatoren worden gemaakt uit plaatstaal dat geperst wordt en nadien gelast. De warmteafgifte van een ledenradiator berust voor 75% op convectie en 25% op straling. De ledenradiatoren worden gemonteerd met dichtingen tussen de verschillende elementen. De leden worden verbonden met schroefdraad. De kans op lekken op lange termijn, is hier niet denkbeeldig. Tegenwoordig worden meer en meer paneelradiatoren gebruikt.
Paneelradiatoren
Een paneelradiator bestaat uit 2 geprofileerde stalen platen, die aan elkaar verbonden zijn. Op deze wijze ontstaat er een kanaalsysteem met een groot verwarmd oppervlak en een in verhouding geringe waterinhoud. Paneelradiatoren kunnen afhankelijk van het aantal platen, worden samengesteld tot 1, 2 en 3 plaatradiatoren.
De meeste radiatoren en ook convectoren worden opgesteld aan de koudste plaatsen o.a. glaswanden, ramen en eventueel aan muren tegen niet verwarmde ruimten. Daardoor ontstaat een warmtegordijn en wordt elders koude straling van bv. de glaspartij vermeden. Het nadeel is een iets hogere kostprijs.
Tegenwoordig zijn er op de markt aluminium radiatoren die zeer snel opgewarmd worden, doch ook zeer snel afgekoeld zijn. Zij hebben vooral een esthetische functie in de woning. Sommige fabrikanten brengen sinds enkele jaren speciale radiatoren op de markt die aangepast zijn aan de woning en de vormgeving ervan. Zij worden nogal eens 'designradiatoren' genoemd. Deze radiatoren zijn zeer duur, maar hebben een zeer lange levenstermijn. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren. Een belangrijk voordeel van deze radiatoren is, dat er een groot gamma op de markt is met vele verschillende afmetingen en warmtevermogens. Deze radiatoren kunnen werken op glijdende temperaturen van 50° tot 90° C als daarmee rekening gehouden is bij de aankoop.
Convectoren
Een convector is in principe een verbeterde uitvoering van de ribbenbuis. Door het gebruik van lamellen op de elementen is de oppervlakte van de convector, wordt de oppervlakte veel kleiner dan de oppervlakte van radiatoren. Convectoren zijn samengesteld uit één of meer buizen waardoor het centraal verwarmingswater stroomt. Op deze buizen zijn lamellen van staal of aluminium gelast, gesoldeerd of gekrompen. Op deze wijze wordt een groot oppervlak verkregen. Er bestaan 3 vormen van convectoren:
- wandconvectoren: voor plaatsing tegen wanden
- plintconvectoren: bezitten een geringe hoogte
- vloer- of putconvectoren
Convectoren kunnen om verschillende redenen in de vloer worden ingebouwd. Dit kan zijn om esthetische redenen. Op sommige plaatsen is het immers onmogelijk een wandconvector te installeren, bv. voor een hefschuifraam. Vloerconvectoren worden geplaatst in een convectorput. Een convectorput kan deel uitmaken van de bouwkundige constructie, maar kan ook als complete put van plaatstaal of van aluminium door de fabrikant geleverd worden. Bij putconvectoren moet het vermogen minimaal 20 % hoger liggen dan bij een wand en/of plintconvector.
Voordelen van convectoren:
- gewicht en afmetingen zijn klein
- de mogelijkheid is aanwezig om ze weg te werken of in te bouwen
- de opwarmingstijd is korter
Nadelen zijn:
- ontbreken van stralingswarmte
- moeilijk te combineren met radiatoren
- snelle vervuiling van de lamellen
Aansluitingen van radiatoren en/of convectoren
Eenpijpsysteem
Hierbij wordt de radiator of convector gevoed door één enkele buis en het water doorloopt de radiator om daarna naar de volgende radiator of convector te gaan. Het voordeel is dat de kostprijs van deze installatie veel goedkoper is. Deze installatie is ook minder arbeidsintensief. Het nadeel is echter dat de radiatoren of convectoren zeer goed moeten berekend worden omdat de watertemperatuur telkens wijzigt nadat een radiator verwarmd is.
Tweepijpsysteem
Hierbij zal de radiator gevoed worden door 2 leidingen: één leiding is de aanvoer en één leiding de afvoer. Het voordeel van deze toepassing is een onveranderlijke watertemperatuur per radiator.
Vloerverwarming
Er bestaan verschillende soorten van vloerverwarming. Wij beperken ons echter tot een algemene benadering van dit systeem. Een vloerverwarming is een leiding van maximum 125 m lengte, die volgens een bepaald patroon op de onafgewerkte vloer gelegd wordt en waarvan de uiteinden met aan- en afvoer aan de centrale verwarmingsketel verbonden worden. Door de leiding stroomt lauw water, dat de warmte aan de vloer afstaat. De vloer kan dus aangezien worden als een grote radiator. De vloertemperatuur mag niet hoger worden dan 26°C. Bij een vloertemperatuur van 26°C zal de temperatuur van het water in de leiding ongeveer 40°C zijn.
Een belangrijk voordeel van dit systeem t.o.v. radiatorverwarming is dat bij lagere luchttemperatuur eenzelfde warmtecomfort wordt verkregen. Dit is het gevolg van de stralingswarmte die door de vloer afgegeven wordt. Je hebt vlugger een warm gevoel. Hierdoor moet de woning 2° lager verwarmd te worden dan bij radiatoren of convectoren.
Naast het gunstiger energieverbruik, geeft het systeem alle mogelijkheden voor de inrichting in de woning. In dit systeem is het belangrijk de juiste kunststofleiding te kiezen. Het gebruik van een buitenvoeler is strikt noodzakelijk.
Luchtverwarming
Luchtverwarming is een eenvoudige vorm van luchtbehandeling. De lucht wordt in een centraal opgestelde luchtverwarmer verwarmd, langs een kanalensysteem naar de verschillende vertrekken in de woning geleid en langs luchtroosters uitgeblazen. De afgekoelde lucht wordt weer naar de luchtverwarmer teruggevoerd, behalve de lucht van de toiletruimte, de badkamer en de keuken. Deze lucht die min of meer verontreinigd kan zijn, wordt langs een ventilatiesysteem naar boven afgevoerd. De retourlucht kan worden teruggevoerd langs retourroosters in de vloer of in de wand, die zijn aangesloten op retourkanalen naar de luchtverwarmer. De lucht die wordt aangezogen, gaat langs een luchtfilter waar de lucht wordt gezuiverd.
Zowel vloerverwarming als luchtverwarming zijn ideaal voor het verwarmen van interieurs met hoge plafonds en verschillende niveaus. Bij vloerverwarming stijgt de warme lucht niet veel, trager dan bij een verwarmingselement dat een oppervlaktetemperatuur heeft van 60° of meer. Hoe warmer de lucht, hoe vlugger ze zal opstijgen. Bij vloerverwarming blijft de lichtjes verwarmde lucht als het ware hangen boven de grond.
Luchtverwarming wordt ook vaak toegepast in woningen met open ruimtes tot in het dak. De lucht circuleert in de woning op één gecontroleerde wijze. De warme lucht wordt afgezogen; bijverwarmd en binnengeblazen daar waar behoefte is aan warmte.
Elektrische verwarming
Elektrische convectoren
Naast de convector met warm water bestaan er ook convectoren die met elektriciteit werken. Het zijn lokale verwarmers die werken met directe elektriciteit. Het verbruik van dit systeem is tamelijk hoog.
Accumulatiekachels
Dit is een systeem waarbij tijdens de stille urentarief van de elektriciteitsmaatschappij een massa stenen opgewarmd wordt. Deze warmte wordt geaccumuleerd 's nachts en afgegeven overdag.
Er zijn dynamische en statische accumulatiekachels. De dynamische kachels bezitten een ventilator waardoor zij hun warmte sneller kunnen afgeven.
Zoals de convectoren zijn ook accumulatiekachels lokale verwarmers. Zij worden opgesteld in de ruimte waar er warmte wordt gevraagd. Dit is momenteel den veel toegepaste vorm van verwarming. Het nadeel is echter wanneer in alle ruimtes accumulatiekachels gebruikt worden, de installatie zeer duur is.
Elektrische vloerverwarming
Net als de accumulatiekachels is dit een accumulerend systeem. Doch hier werkt de vloer als accumulerende massa. Elektrische weerstandsdraden worden tussen 2 lagen kiftbeton geplaatst. Deze draden worden dan verwarmd tijdens de stille urentarief tot een temperatuur van ongeveer 60°C. In functie van de buitentemperatuur en de restwarmte in de vloer, wordt de warmte opgeslagen in de vloer.
Dit systeem heeft echter een grote traagheid. Meestal is het noodzakelijk om een bijkomende elektrische convector te voorzien in elke ruimte, om de soepelheid van het systeem te waarborgen. Er bestaat eveneens een vloerverwarmingssysteem waarbij onder de vloer koolstofmatten worden geplaatst. Dit is dan een systeem op directe elektriciteit (met dagteller).
Lees verder