Aardappels kweken in 10 stappen
Zelf eten kweken is leuk. Aardappels kweek je door aardappels met uitlopers in de grond te zetten. De uitlopers zijn het begin van een nieuwe plant. Wanneer je de uitgelopen aardappel met aarde bedekt en water geeft, groeit hij vanzelf naar het licht. De aardappelplant krijgt een stam en kleine witte bloemetjes met een geel hartje. De bladeren, vruchtjes en de stam van de plant zijn oneetbaar en zeer giftig.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Aardappels telen is eenvoudig
Aardappels kweken is leuk en gemakkelijk. Iedereen kan het. Je moet je aan enkele simpele regels houden. Het mooie aan aardappels kweken is dat je vrij snel resultaat hebt. Aardappels kweken kun je doen in de volle grond maar het is eigenlijk aan te raden het in een pot te doen. Een bloembak is zelfs ook mogelijk. De aardappel heeft veel aarde en ruimte nodig maar een bloembak zorgt ervoor dat de planten dicht op elkaar staan waardoor je hele grote aardappels krijgt. De plantjes blijven wel kleiner en de uiteindelijke opbrengst is lager in een bloembak.
1. Pot of volle grond
Je kunt aardappels poten in de volle grond of in een pot of emmer waar minstens 10 liter aarde in kan. Kies niet voor een plek in de schaduw maar juist in de zon. Zorg dat je goed bemeste aarde hebt. De plant kan vrij groot worden.
2. Kies je soort
Er zijn vele soorten aardappels. Wanneer je in een pot aardappels wilt telen dan is het een aanrader om een soort te kiezen die snel oogst geeft. Vroege soorten zijn soorten die je binnen 3 maanden moet oogsten. Late soorten zijn soorten die je pas oogst als de blaadjes van de plant gaan verdorren. Aardappels van late oogst zijn langer houdbaar.
3. Voorkiemen
Wanneer je pootaardappels koopt moet je ze eerst laten ontkiemen. Dat betekent: zorgen dat er spruiten uit komen. Je kunt pootaardappels gebruiken maar supermarktaardappels met uitlopers zijn goed genoeg doch leveren wel een iets grotere kans op ziektes.
4. Aardappels poten
Je poot de aardappels tussen half april en half juni. Maak een gat van 10 centimeter diep en stop er de aardappel in met de uitlopers naar boven. Bedek de aardappel met aarde. Poot aardappels met een tussenruimte van 60 centimeter zodat de plant de ruimte krijgt groot te worden.
5. Aanaarden van aardappels
Wanneer het aardappelplantje ongeveer 30 centimeter hoog is dan geef je het een nieuwe laag aarde. Je bedekt de stam tot 5 centimeter onder de eerste blaadjes. Zo stimuleer je de wortelvorming en gaat de aardappelplant meer aardappels aanmaken. Dit wordt aanaarden genoemd.
6. Aardappels oogsten
De aardappelplant kan al na 10 weken tot drie maanden een oogst geven, afhankelijk van de soort. Wanneer de blaadjes slap gaan hangen dan is het zeker oogsttijd. Oogst voorzichtig en laat niets achter. Per plant haal je zo´n 600 gram op alhoewel sommige opscheppers beweren dat ze 10 kilo per plant ophalen.
7. Bewaren
Bewaar de vroege aardappel niet te lang. Hij is vers het lekkerst. Als de aardappel pas geoogst heeft dan heeft hij een dunne glazige schil. Wanneer je erg veel late aardappels hebt gekweekt en denkt dat je de winter ermee door kan dan bewaar je ze in het donker op een droge plek. De kelder of de schuur zijn een ideale plekken. Doe ze in kistjes om te zorgen dat er lucht bij kan komen. Aardappelen nooit in een gesloten zak bewaren, dan gaan ze sneller rotten.
8. Controleren
Controleer de aardappels regelmatig. Er geldt dat een rotte aardappel de anderen aansteekt. Na een aantal maanden beginnen de bewaarde aardappels te ontspruiten. Haal deze kiemen eraf. In maart kun je de gespruite aardappels gebruiken om ze verder te laten voorkiemen zodat ze in april in de grond kunnen voor de volgende oogst.
9. Pootaardappel uit eigen oogst
Het wordt aangeraden om maar één keer je eigen oogst als pootaardappel te gebruiken. Wanneer je pootaardappelen uit eigen oogst vaker gebruikt, is de kans op ziektes groter. Pootaardappelen die je in een tuincentrum of bij een kweker koopt geven een kleinere kans op ziektes.
10. Naoogst
Wanneer je de aardappels oogst blijven er vaak kleine aardappeltjes achter. Deze kun je goed gebruiken voor een volgende oogst, of je eet ze op als krieltjes. Laat ze niet in de grond zitten want ze verarmen de grond teveel en dat is niet gunstig voor de oogst van volgend jaar. Vroeger werden aardappels eerst geoogst en vervolgens werden er extra goedkope werknemers het veld op gestuurd om de overgebleven aardappels te zoeken. Je ziet tijdens het oogsten uit de volle grond al snel een aardappel over het hoofd. Daarom is het makkelijker om een bloempot of bloembak te gebruiken om aardappels in te kweken want dan hoef je niet zo lang met je hand in de aarde te zoeken naar aardappels.
Let op bij regen
Een extra aandachtspunt is het water geven. Alhoewel het kweken van aardappels op zich niet moeilijk is kan er toch van alles fout gaan. Ten eerste moet je de aardappelplant genoeg water geven maar niet teveel. Als het wekenlang regent, wat geen zeldzaamheid is in Nederland, dan kan het kweken van aardappels best lastig worden, vooral als je in een pot kweekt. Het is dan zaak de pot uit de regen te houden. Zet hem bijvoorbeeld zolang onder de tuintafel.
Oogst op tijd
Een belangrijk punt aan aardappels kweken is dat je op tijd controleert of de aardappels goed zijn. Wanneer de aardappel een glazige schil heeft en bijna niet meer groen is dan is hij klaar om geoogst te worden. Groene stukken zijn een teken van onrijpheid en in het groen zitten giftige stoffen. Schroom niet om een plant te oogsten ter controle of de rest al oogstrijp zijn. Snijd gewoon het groen weg altijd weg uit de aardappel om hem eetbaar te maken. Wanneer er teveel groen in zit dan laat je de rest nog een weekje staan. Laat de aardappel ook weer niet té lang in de grond zitten.
Aardappel kweekvat
Er zijn speciale aardappel kweekzakken en aardappel kweekvaten te koop. Het voordeel aan deze producten is dat je het na gebruik kunt opbergen zodat het balkon of het terras maar 3 maanden lang bezet worden door aardappelkweek. In een kweekvat van 90 kilo kunnen 5 aardappels gepoot worden. Onder in het vat zit vaak een opening zodat je makkelijk kunt oogsten. Ook kennen de kweekbakken en zakken een afwatering. Je kunt ook een emmer of pot met afwatering gebruiken.
Lees verder