Pyracantha (Vuurdoorn)
De pyracantha is omwille van de fel gekleurde vruchten een van de mooiste struiken die je in de herfst in de tuin kan hebben. Maar de stuik is niet enkel een aanwinst voor tuin in het najaar, ook in het voorjaar bloeit de pyracantha met mooie witte bloemen. Buiten het puur esthetische vormt hij een belangrijke schuilplaats en voedingsbron voor vele tuinvogels.
Naamsverklaring
De vuurdoorn behoort tot de familie van de Rosasceae. De naam pyracantha komt van het griekse “Pyr” wat vuur betekent en “Akanthos” wat naar de scherpe doornen verwijst. De Nederlandse naam vuurdoorn is hier letterlijk van afgeleid.
Morfologie
De pyracantha is een groenblijvende heester die bezet is met venijnige doornen. De plant kan tot 6 meter hoog worden en heeft een brede opgaande groeiwijze. De plant vormt van nature een dichte warrige struik die bescherming biedt aan vele vogelsoorten en kleine zoogdieren.
Herkomst
De heester is inheems in Zuidoost-Azië en Zuid-Europa. Al eeuwen geleden werd de vuurdoorn in onze contreien geïntroduceerd.
Grond, standplaats
De pyracantha vraagt een standplaats in volle zon of halfschaduw. De hoeveelheid zon zal bepalend zijn voor de bloei en de latere vruchtzetting. Ook hebben struiken die minder zonlicht krijgen de neiging om een meer open groeivorm te krijgen. De struik verkiest een goed voedzame humusrijke bodem die goed gedraineerd is. Omwille van zijn vertakt wortelgestel kan hij zonder problemen een lange droge periode overleven. De plant is ietwat windgevoelig en moet beschermd worden tegen koude noordoosten wind. Bij het aanplanten kunnen best jonge planten worden genomen of planten die al een goede wortel vorming hebben in een container. Dit omdat de vuurdoorn niet graag wordt verplant. Het ideale moment om te planten is rond april-mei. Als er grotere exemplaren worden gezet kan overwogen worden om sterk terug te snoeien om de wortelverstoring te compenseren. De plant vormt een mooi contrast met strakke muren en gebouwen. De Pyracantha is een dankbare plant om te gebruiken in openbare plantsoenen. Na enkele keren goed insnoeien vormt hij een ondoordringbare haag die geen last zal hebben van vandalisme. De plant kan zowel gebruikt worden als leiplant of als solitair.
- Als solitair kunnen best meerdere jonge planten samen worden gezet die op termijn het uitzicht zullen geven van één grote struik.
- Als leiplant kan deze tegen een muur of hekwerk worden gezet met een hoofdtak in het midden en horizontale zijtakken.
Blad
De heester heeft glimmende donkergroene bladeren die tot 3.5 cm lang kunnen worden.
Bloemen, vruchten
De vuurdoorn bloeit in mei-juni op meerjarig hout. Er ontwikkelen zich kleine crème witte bloemen die 5 kroonbladeren hebben en groeien in platte schermen. Na de bloei beginnen zich de groene vruchten te ontwikkelen. Tegen september verkleuren deze naar de typische kleur en is de plant bezet met een overdaad aan oranje, gele of rode vruchten, afhankelijk van de variëteit. De vruchten blijven tot diep in de winter aan de struik hangen. De fel gekleurde vruchten contrasteren enorm met een wit sneeuwtapijt.
Snoei
Snoeien kan in het najaar in oktober- november of in het voorjaar in maart. De snoei van de vuurdoorn is afhankelijk van de groeiwijze. Als de pyracantha wordt gehouden in stuikvorm is er enkel wat vormsnoei nodig. Bij het wegsnoeien van grote takken kan er best tot in de stuik worden terugzet zodat de wonden niet zichtbaar blijven. Bij de leivorm dient er jaarlijks goed te worden gesnoeid zodat de gewenste vorm behouden blijft. De takken die uit het horizontale vlak komen worden onverbiddelijk weggesnoeid. De takken die haaks op de gesteltak staan dienen tot ongeveer de helft te worden teruggesnoeid. Bij het verwaarlozen van de snoei vormt de struik na enkele jaren een warrig, ondoordringbaar kluwen van takken en doornen. Een goede snoei heeft ook als voordeel dat het leid tot meer bloemen en vruchten. Omwille van de scherpe stekels kunnen er bij het snoeien best altijd werkhandschoenen gedragen worden.
Ziekten
In het verleden was de vuurdoorn gevoelig aan schurft (schimmel). Dit heeft geleid tot perioden waar de vuurdoorn helemaal niet meer werd aangeplant. De ziekte is te herkennen aan zwarte vlekken op het blad, de taken en de vruchten. Een andere ziekte die wel eens voorkomt is bacterievuur. Als de vuurdoorn hiermee is geïnfecteerd onmiddellijk de tak terugsnoeien tot op het gezonde hout en het snoeihout verwijderen. Door kruisingen zijn de huidige cultuurvariëteiten vrijwel immuun aan ziekten en plagen.
Varia
De rijpe bessen van de Pyracantha zijn eetbaar en er kan jam van gemaakt worden. De smaak doet denken aan die van appels. Oppassen met onrijpe bessen, deze zijn giftig en kunnen dus niet worden geconsumeerd. De vuurdoorn is een uitermate dankbare plant voor de vogelliefhebber. Niet enkel omwille van de bessen die, in het najaar, door vele vogelsoorten worden gegeten. Maar ook omdat de plant een veilige schuilplaats en nestgelegenheid vormt. Door de doornen worden namelijk natuurlijke belagers zoals katten en roofvogels geweerd. Het is een bijzonder leuke plant om te hebben aan een vogelvoederplaats die in de winter voor een mooi groen accent zorgt.
Cultivars
- ‘Red Cushion’: mattere bladeren, oranje vruchten
- ‘Golden Charmer’: oranjegele vruchten
- ‘Orange Charmer’: oranje vruchten
- ‘Orange Glow’: rode vruchten
- ‘Renault d’Or’: diepgele vruchten
- ‘Soleil d’Or’: zuivere gele vruchten
- ‘Saphyr Orange’: donkeroranje vruchten
- ‘Saphyr Rouge’: karmijnrode vruchten