Eén- en meerjarige onkruiden herkennen en bestrijden
Naast de gevreesde wortelonkruiden kennen we ook de één- en meerjarige onkruiden. Ook deze kunnen knap lastig zijn als ze zich eenmaal hebben gevestigd in de tuin. We bespreken hier een aantal soorten en aan de hand van de beschrijving en een foto leert u ze gemakkelijk herkennen zodat u ze kunt gaan bestrijden. Mooi woord dat 'bestrijden' alsof u een veldslag gaat leveren waarin u een duizendkoppig leger en een paar draken moet verslaan. Vooral bij nieuwe tuinen op braakliggende grond kan het daar ook wel op lijken maar wanhoop niet, uiteindelijk komt u als overwinnaar uit de bus. Klaar voor de strijd?
Verschil tussen wortelonkruiden en één- of meerjarige onkruiden
Natuurlijk hebben alle onkruiden wortels dat is vanzelfsprekend. Toch maken we het onderscheid tussen wortelonkruiden en één- of meerjarige onkruiden. Dat komt omdat de wortels van de zogenaamde wortelonkruiden een min of meer eigen leven lijden onder de grond. Dus ook al schoffelt u de plant weg, de wortels lopen weer uit tot nieuwe planten en bovendien is dit wortelstelsel zeer uitgebreid en vertakt waardoor het moeilijker te verwijderen is in tegenstelling tot de wortels van de één- of meerjarige onkruiden. De laatst genoemde heeft niet die vervelende eigenschappen van de wortelonkruiden dus vandaar dit onderscheid.
Bron: John Moss, Wikimedia Commons (Publiek domein) Brandnetel
De brandnetel is een meerjarig onkruid en gedraagt zich dus als vaste plant. Zo'n jong brandneteltje ziet er best onschuldig uit maar schijn bedriegt. In de eerste plaats hebben jonge brandnetels veel sterker irriterende brandharen en in de tweede plaats is dit jonge plantje binnen de kortste keren groot en schiet het in bloei. Deze bloeiwijze is niet echt bijzonder maar de hoeveelheid minuscule zaden is enorm. Eén jaar zaaien, zeven jaar oogsten is in kwekerskringen een bekende en ware uitspraak over de zaaidrift van brandnetels. Laat men de brandnetel zijn gang gaan dan maakt ze dicht aan de oppervlakte ook worteluitlopers en de plant kan op die manier een flinke oppervlakte in gaan nemen. Toch is het niet allemaal kommer en kwel, de plant heeft ook nuttige eigenschappen, het is een prima vlinderplant, dat wil zeggen voor de rupsen van de vlinder, zij gedijen hier heel goed.
Een aftreksel van het blad is te gebruiken als onkruidbestrijdingsmiddel, men noemt dit gevaarlijke goedje brandnetelgier. In het voorjaar is het blad ook te gebruiken voor brandnetelsoep. Wilt u ze desondanks toch niet in de tuin neem de kluit van grotere planten dan op met een riek, zeker in losse grond laten de geelgekleurde wortels zich makkelijk verwijderen door de kluit los te schudden. De wortels hebben geen brandharen, die kunt u dus gewoon beetpakken. En zo'n jonkie? U wroet met de blote hand in de grond naar zijn worteltjes want dat durft u vanaf nu en dan verwijdert u hem op die manier behendig zonder de steel te raken uit de aarde, hij komt dan ook niet meer terug.
Herderstasje
Wat een leuke naam en wat een lief bloemetje denk je op het eerste gezicht. Maar helaas, deze foto is een macro-opname en dat betekent dat het bloemetje in werkelijkheid piepklein en onooglijk is. Evengoed is ook dit plantje een wondertje van de natuur en zoals zoveel onkruiden bezit het geneeskrachtige eigenschappen, het is een bloedstelpend kruid en thee getrokken van dit kruid zou helpen bij hoge bloeddruk. Herderstasje dankt zijn naam aan de hartvormige kleine zaaddoosjes die wel wat lijken op het leren buideltje wat in vroeger dagen gebruikt werd door herders voor bijvoorbeeld tabak of munten.
Een andere bekende naam voor dit plantje is lepeldiefje. Het is een eenjarig kruid met diep ingesneden blad dat rozetvormig groeit en wat roodachtig van kleur is. Het plantje komt algemeen voor in tuinen, bloeit vroeg en zaait zich ook snel uit zodat de plantjes al gauw veelvuldig in de border te vinden zijn. Schoffelt u ze s' zomers bij droog en warm zonnig weer dan leggen ze snel het loodje. Bedenk wel dat u ze beter al voor de zomer kunt gaan wieden of schoffelen want daarmee voorkomt u de uitzaai van een tweede of zelfs derde generatie binnen één groeiseizoen. Als het zaad in de grappig gevormde zaaddoosjes rijp is en u maakt zo'n doosje open dan is het verbazend om te zien hoe fijn het zaad is, het lijkt wel stof. Eén zo'n piepklein herderstasje bevat dan ook een hoeveelheid zaadjes dat garant staat voor vele nakomelingen dus om ergernis te voorkomen is het ook hier van belang dat u de plantjes niet laat bloeien door ze bijtijds weg te halen.
Kleefkruid
Kleefkruid doet wat de naam zegt: het kleeft. Niet door een soort lijm maar door ontelbaar hele fijne haartjes met een onzichtbaar weerhaakje aan de stengel, het smalle slanke blad en de zaadbolletjes. Iedereen die een hond heeft die wel eens uit mag rennen in bijvoorbeeld een parkachtig gebied met ruige begroeiing kent deze zaadbolletjes, de hond zit er vaak mee vol als hij tijdens zijn tocht door het struweel met de kleefkruidplant in aanraking is gekomen. Het is natuurlijk een prima manier van verspreiding van de zaden over een groot gebied. In de tuin zien we het kleefkruid daarom vaak als vanzelf verschijnen, ofwel meegenomen door hond of kat, ofwel verspreid door vogels. Het is niet echt een moeilijk onkruid want het laat zich makkelijk verwijderen.
Opmerkelijk is dat er vaak hele bossen groeien uit één enkel heel dun worteldraadje waarbij je je afvraagt hoe het mogelijk is dat dat dunne draadje de sapstroom in die grote hoeveelheid plant op gang kan houden. Kleefkruid kan flink woekeren als het zijn gang kan gaan dus het is toch wel verstandig het bijtijds weg te halen. Het loopt niet heel fanatiek opnieuw uit uit wortelresten maar dit kan wel gebeuren, dat hangt af van de grondsoort en de hoeveelheid voedingsstoffen in de grond. Het is in principe een éénjarig onkruid en het kan een aardige bende worden als u het zijn gang laat gaan.
Klein Kruiskruid
Er komen in Nederland ongeveer 15 verschillende kruiskruiden voor en alle bevatten zij zogenaamde alkaloïden waardoor ze giftig zijn voor de meeste dieren en ook voor mensen. Zoals bij zoveel giftige planten het geval is heeft paradoxaal genoeg ook kruiskruid geneeskrachtige eigenschappen. De laatste jaren is vooral het Jacobskruiskruid in opspraak geraakt doordat vee gestorven zou zijn na het eten van de plant. Omdat deze soort er wel leuk uitziet werd het ook wel ingezaaid in bermen en heeft zich daardoor explosief door het land weten te verspreiden. In de tuin zien we het niet zo vaak maar daar komt het klein kruiskruid wel regelmatig aanwaaien.
Zijn de bloempjes uitgebloeid dan vormen zij net als bij de paardebloem een pluizige bol met zeer lichte en makkelijk door de wind te verspreiden zaden. Dit pluizenbolletje is wel een stuk kleiner dan dat van de paardebloem. Het plantje laat zich gemakkelijk door wieden of schoffelen verwijderen en het groeit in de tuin niet gauw uit tot een plaag. Toch is met name door de sterke giftigheid enige voorzichtigheid wel op zijn plaats. Overigens is kruiskruid een wereldwijd verspreide plant met buitengewoon veel verschijningsvormen, het hier besproken klein kruiskruid heeft grote broers en zussen in tropische gebieden die kunnen uitgroeien tot flinke struiken en bomen.
Zwarte Nachtschade
Nachtschade zou je door de fraaie bloemen een grensgeval kunnen noemen in deze bespreking van onkruiden. Ook het blad is niet echt lelijk en de plant is geen echte woekeraar. Toch is enige reserve hier wel op zijn plaats want de plant is zeer giftig voor mens en dier, kippen bijvoorbeeld eten het blad weliswaar met smaak op maar de volgende ochtend vind u ze meer dood dan levend in de ren. Als we dan ook nog in aanmerking nemen dat de plant graag groeit in goed bemeste moestuinen en dat ook de bessen die na de bloei verschijnen zeer giftig zijn is dat voldoende reden om de zwarte nachtschade uit de tuin te weren. De plant staat te boek als éénjarig maar toch gedraagt zij zich vaak als een overblijvende plant. In het wild komt ze regelmatig voor in veengebieden en langs rivieren.
Opmerkelijk is dat ook paprika’s, aardappels, aubergine en tomaten familie zijn van de nachtschaden en om die reden werden ze in sommige kringen nog wel eens verguisd, toen de Spanjaarden de aardappelen voor het eerst meebrachten uit de veroverde gebieden in Zuid-Amerika wilde de Spaanse koning ze niet eten toen hij hoorde dat zij familie zijn van de nachtschade. De naam zwarte nachtschade heeft ook wel iets lugubers, het zou een duivelse plant zijn! En ja, ook het blad van aardappels en tomaten bevat giftige elementen dus helemaal onschuldig zijn ze niet. Nou hoeft u de aardappels, tomaten, paprika's en aubergines niet gelijk van uw menu te schrappen want zowel de wortelknollen, de aardappels dus, als de bovengenoemde vruchten bevatten absoluut geen voor ons giftige stoffen. Daarmee zien we gelijk weer een opmerkelijke prestatie van de natuur in al zijn verscheidenheid, wel giftige delen in de plant maar niet in de vrucht!
Perzikkruid
De naam Perzikkruid heeft niets met perziken te maken maar is afgeleid van de Latijnse naam van de plant: Persicaria Maculosa. Tegenwoordig wordt trouwens de naam Polygonum gebruikt. Er bestaan zeker honderd voor de sierteelt gekweekte variëteiten van dit kruid met fraaie namen als: Polygonum amplexicaule 'Fire Tail' of: Polygonum campanulatum 'Southcombe White' De gespecialiseerde kwekers gebruiken de Latijnse namen van de planten natuurlijk om het onderscheid tussen de diverse variëteiten te kunnen maken. Van origine is iedere gekweekte variëteit van welke plant dan ook ontstaan uit de wilde variant, het is maar dat u het weet.
Terug naar het Perzik(on)kruid, het is een plant die houdt van vochtige grond en die in de tuin eerst een tijdje probeert om niet op te vallen zodat zij zich rustig kan ontwikkelen tussen de andere planten. Grappig is in dit verband de Engelse naam: "Smartweed" wat vrij vertaald "slim kruid" betekent. Als ze eenmaal bloeit ontsnapt ze niet meer aan de aandacht maar is dan makkelijk te wieden en als u dat doet voor dat het zaad gevormd is bent u er ook weer van af. Het bloemetje oogt wel aardig en dat is dan ook de reden dat kwekers de plant gingen veredelen maar de wilde vorm heeft de vervelende eigenschap dat ze zich door uitzaaien snel kan vermeerderen en daardoor andere planten gaat overwoekeren. Bovendien is het blad niet echt mooi en wordt het ook snel nog lelijker door insectenvraat.
Veldkers
Het bloemetje van veldkers lijkt wel een beetje op dat van het Herderstasje maar het staat op een minder lang steeltje vrij dicht bij het bladrozet. Veldkers bloeit zo mogelijk nog vroeger dan het Herderstasje, in zachte winters al in januari. Het is een eenjarig onkruid wat zich het hele jaar door tracht te handhaven doordat het met vier of vijf generaties in diverse stadia van groei en bloei druk bezig is zich voortdurend uit te zaaien. Als het de kans krijgt komt u er dus maar moeilijk van af. Echt mooi is het plantje niet. Blad en bloem lijken van een lagere orde te zijn, slordig en onaf. Dit is eigenlijk ook meestal de reden dat we planten bestempelen als onkruid nog afgezien van hun vaak opdringerige eigenschappen.
De zaaddoosjes van de uitgebloeide veldkersbloempjes zijn langwerpig van vorm en als ze rijp zijn en u raakt het plantje aan dan springen de zaaddoosjes met onwaarschijnlijk grote kracht open en schieten de zaden ver weg. Ja, dit plantje heeft ervoor doorgeleerd zou je haast zeggen, het weet heel goed hoe het zich moet verspreiden, klein maar dapper! Zorg dus dat u er op tijd bij bent dan voorkomt u dat het een steeds terugkerende ergernis wordt in de tuin. Veldkers is familie van de pinksterbloem, een in het wild steeds vaker bedreigde plant door de specifieke eisen die zij stelt aan haar groeiplaats: grazige en kruidige weilanden waar geen gebruik gemaakt wordt van chemische bestrijdingsmiddelen.
Veldzuring
Veldzuring is een meerjarig kruid wat vaak voorkomt in vochtige graslanden. Heeft het zich daar eenmaal gevestigd dan breidt het zich makkelijk uit want koeien en schapen grazen er om heen, ze lusten het niet. Het kan echter wel in onze keuken gebruikt worden in bijvoorbeeld een salade. De plant dankt zijn naam aan de zure smaak van de stengel. Een bijzonderheid van de plant is dat er mannelijke en vrouwelijke planten bestaan, een wat meer ingewikkelde eigenschap die je bij onkruid niet zou verwachten maar ja, wij noemen het onkruid, de natuur heeft dat niet bedacht. De plant is vaak rood van kleur maar op beschaduwde plaatsen kan zij ook wel bleekgroen zijn. Het is een lastig onkruid om te verwijderen omdat de wortels diep de grond ingaan.
Het is familie van de gewone zuring dat tot de wortelonkruiden behoort en het ziet er nagenoeg hetzelfde uit, voor de leek is er geen onderscheid te maken. Het is een medicinale plant waaruit ascorbinezuur wordt gewonnen, een aftreksel van de plant zou helpen bij kneuzingen en blauwe plekken. Opmerkelijk is dat zij vaak in de buurt van brandnetels groeit en dat het sap van de zuring het gif van de brandnetel neutraliseert. Wanneer u door een brandnetel geprikt bent kunt u de pijnlijke plek insmeren met zuringsap zodat de pijn verlicht wordt en verdwijnt. In de tuin zijn we over het algemeen niet blij met zuring om de al eerder genoemde reden van schoonheid, het is gewoon geen mooie plant en ze kan ook flink woekeren als ze de gelegenheid krijgt.
Tot slot
De meest lastige onkruiden hebben we hier besproken maar er zijn natuurlijk nog veel meer onkruiden die ons tuinplezier kunnen bederven. Eigenlijk zijn we alle één- en meerjarige onkruiden en ook de wortelonkruiden het liefst in één keer kwijt uit de tuin maar toch kunt u hun groei nooit helemaal voorkomen, de zaden komen eenvoudig aanwaaien. Nu zult u daar in een woonwijk minder last van hebben dan op het platteland maar een mooie siertuin staat of valt nou eenmaal sowieso met goed en regelmatig onderhoud. Past u deze wetmatigheid toe dan zult u weinig of geen last meer hebben van onkruid als de tuin eenmaal is volgroeid. In de beginfase zal dit nog niet het geval zijn en daarom is het nuttig om het onderscheid te kunnen maken tussen de door u geplante vaste planten en het ongewenste onkruid. Gebruik geen gif want het helpt u alleen maar achteruit en bedenk dat er ook heel nuttige onkruiden zijn die tot het grensgebied horen van wat wij onkruid noemen zoals bijvoorbeeld hondsdraf en dovenetel. Zij kunnen u helpen de tuin voor te bereiden voor de hoger ingeschaalde planten. Voor kale grond zijn er ook bepaalde pioniers die er vaak nog leuk uitzien ook en in een volgend artikel zullen we die bespreken. Vooralsnog veel succes met uw tuin en als het tijd is om te wieden doe dat dan ook, het geeft veel voldoening als alle onkruid weer is verdwenen!
Lees verder