Een vlinderstruik eenvoudig stekken
Als er een plant is die zeer makkelijk gestekt kan worden, dan is het wel de vlinderstruik. Gedurende de lente en de zomer kunnen stekken afgeknipt worden en in de grond gestoken, het beste tijdstip is echter het voorjaar. Van een vlinderstruik heb je altijd veel plezier, ten eerste omdat deze struik lang in het najaar blijft bloeien, ten tweede omdat lelijke muren en plekken in de tuin kunnen worden bedekt, en ten derde omdat de struik veel gevleugelde insecten aantrekt, waaronder vele vlindersoorten. Stekken kunnen topjes zijn van 40 cm lengte, deze kunnen tijdens het snoeien van de moederplant worden verzameld, en daarna voor de helft in de grond worden gestoken, de slaagkans is zeer groot.
De vlinderstruik
De vlinderstruik (Buddleja davidii) is van Chinese origine en wordt op veel plekken aangeplant. Deze markante en wat wild aandoende struik wordt in de zomer en najaar gekenmerkt door, meestal paarse, trosvormige bloemen. Als men een vlinderstruik in de tuin plant doet men bijen, hommels en vlinders een enorm plezier, en ook zichzelf, want het is immers altijd een lust voor het oog om de vele vlinders en andere insecten om of op de struik te zien zitten. Niet alleen voor het aantrekken van insecten is de struik geschikt, de plant kan ook heel goed worden gebruikt om lelijke kale hoeken in de tuin te bedekken, bijvoorbeeld de muur van een schuurtje. Ook de steeds populairder wordende stoeptuinen kunnen worden voorzien van een vlinderstruik, de nog laat in het seizoen zichtbare bloemen doen het in het straatbeeld altijd erg goed.
Bron: Biokiskert, Pixabay Groeisnelheid en bloeiwijze
De plant groeit snel, in het begin natuurlijk wat langzamer, maar eenmaal op een hoogte van zo'n anderhalve meter zet de struik er goed de vaart in en kunnen met gemak hoogtes van 3 meter worden bereikt, er moet dan ook regelmatig worden gesnoeid. Snoeien kan het beste in het voorjaar gebeuren, deze snoeibeurt heeft vooral het doel de struik flink terug te snoeien om zo de groei van bloemen op lage hoogte te bevorderen. Een tweede snoeibeurt kan aan het eind van het jaar gebeuren, als de struik is uitgebloeid, en dient vooral om overhangende takken en afgestorven bloemen te verwijderen. Als de vlinderstruik niet wordt gesnoeid zal de struik steeds verder verhouten en onderaan niet meer bloeien. Een truc om de bloeiperiode iets te vervroegen, en op die manier andere vlindersoorten aan te trekken, is door de plant niet te snoeien. Andersom, als een latere bloeiperiode gewenst is, dan dient de plant flink teruggesnoeid te worden, de vlinderstruik blijft op deze manier tot in september bloemen maken. De trosvormige bloemen zijn samengesteld uit vele kleine bloemen, in elke bloem is een geel hartje te zien welke na intensief bezoek door vlinders en andere insecten rood kleurt. De “rode” bloemen met weinig overgebleven nectar zijn voor vlinders minder goed zichtbaar dan de gele, op deze wijze zullen vlinders sneller op zoek gaan naar gele bloemen mét de meeste nectar.
Stekken
Het stekken van de vlinderstruik is zeer eenvoudig. Een vlinderstruik moet, zoals gezegd, vaak een of twee keer per jaar worden gesnoeid, dit kan als reden hebben dat de struik anders te groot wordt, maar ook om overhangende of uitstekende takken te verwijderen. Deze volledige afgeknipte takken, of toppen van deze takken, kunnen elders in de tuin in de grond worden gestoken, de beste periode is in het voorjaar, tegelijk met de eerste snoeibeurt van de moederplant. Als er op wordt gelet dat de stekken redelijk diep (zeker 25 cm) in de grond staan is de kans op succes het grootst. Zowel losse stekken, als meerdere samengevoegde stekken kunnen in de grond worden gestoken, een totale lengte van 40cm is prima, maar langer mag ook. Te veel zonlicht kan het beste worden vermeden, dus kies een plaats waar het schaduwrijk is. Veel bladeren van de stek zullen snel verwelken en afsterven, maar de vlinderstruik heeft het vermogen om vanuit een klein beetje leven in de plant weer snel te gaan groeien. Dus als er maar een klein deel in de stek is dat het overleeft, dan zal de hele plant het vervolgens ook redden; een nieuwe vlinderstruik is dan een feit. Eenmaal goed gewortelde stekken kunnen het jaar erop worden verzet naar een andere gewenste locatie.
Vermeerdering via zaden
Overigens vermeerdert de vlinderstruik zich ook heel goed vanzelf, via zaden. Heeft men al een vlinderstruik in de tuin of in de omgeving staan dan zal regelmatig een klein plantje tussen de stoeptegels worden aangetroffen. Deze wordt heel vaak voor onkruid aangezien en snel tussen de tegels verwijderd, maar als goed wordt gekeken naar de licht grijsgroene tot blauwe kleur van de bladeren, die ook nog eens behaard zijn en bijna wit aan de onderkant, dan ziet men al snel dat het om een vlinderstruik gaat. Probeer deze dan voorzichtig te verwijderen en zet het op een gewenste plek in de tuin.
Bron: Ulrikebohr570, Pixabay Welke vlinders komen op de vlinderstruik af?
Bekende vlindersoorten die op de vlinderstruik afkomen zijn witjes, kleine vos, dagpauwoog, distelvlinder, en zeer bekend, de atalanta. Deze laatste is tot laat in het jaar nog te zien. Het is fascinerend om alle verschillende vlindersoorten waar te nemen, te fotograferen en uit te zoeken welke soorten op jouw eigen vlinderstruik afkomen. Tot slot, de vlinderstruik kan ook prima in een grote pot op het balkon worden gehouden, dus ook mensen met alleen een balkon kunnen toch genieten van aanvliegende vlinders!