Halfsynthetische (kunst)vezels: typen, informatie, onderhoud
Kunstvezels in kleding en ander textiel zijn niet meer weg te denken. Half synthetische kunstvezels hebben als basis een natuurlijke grondstof: cellulose. Aan het einde van de 19e werd de eerste kunstvezel gemaakt en dit werd kunstzijde genoemd. Sinds die tijd zijn er meer van dit soort kunstvezels gekomen die worden gebruikt voor onder andere kleding en woningtextiel. Deze vezels hebben veel goede eigenschappen, maar ook een aantal nadelen. Een aantal soorten op een rij.
Foto: weefsel van viscose, zeer sterk vergroot
Wat zijn kunstvezels?
Kunstvezels zijn textielvezels die via een kunstmatig proces worden gemaakt, zodat een vezel ontstaat die in de natuur niet voorkomt. Er bestaan kunstvezels die een natuurlijke grondstof als basis hebben, dit worden
halfsynthetische vezels genoemd. Voor de productie van deze kunstvezels wordt gebruikt gemaakt van spindoppen. Een spindop is een dop waarin microscopisch kleine gaatjes zijn gemaakt waardoor een vloeistof gaat die als grondstof wordt gebruikt, en die vervolgens tot draden stolt in een andere vloeistof. De eerste halfsynthetische vezels werden aan het einde van de 19e eeuw gemaakt.
De noodzaak en de techniek om kunstvezel te maken
In de loop van de 19e eeuw nam de vraag naar betaalbare textiel toe omdat de bevolking snel toenam. Daar komt bij dat de zijde-industrie in Frankrijk in 1860 te maken kreeg met een ziekte waardoor de zijderups werd aangetast. Het werk van een aantal onderzoekers richtte zich op het vinden van een goedkope (uit grote moleculen bestaande) grondstof in de natuur, en een techniek om hier vezels van te maken. Dit resulteerde in de vervaardiging van cellulose, dat de basis vormt voor halfsynthetische kunstvezel. Voor het verwerken van cellulose tot kunstvezel heeft de Franse scheikundige de Chardonnet in 1884 de techniek uitgevonden. Zijn uitvinding zorgde ervoor dat er een hele industrie ontstond van wat vanaf het begin
kunstzijde werd genoemd.
Cellulose: van houtpulp tot garen
Cellulose is een zetmeelachtige stof die in planten en vooral in bomen voorkomt en die deze stevigheid verleent. Cellulose voor de kunstzijde-industrie wordt gewonnen uit naaldbomen die daarvoor in speciale productiebossen worden gekweekt. Na een aantal bewerkingen van het hout blijft er een brij van cellulose en water over, een soort pap. Nadat het water hieruit is geperst blijven cellulosevlokken over die in vellen aan de kunstzijdefabrieken worden geleverd. Hier wordt van de cellulose een viscose-oplossing gemaakt door middel van een aantal chemische toevoegingen en bewerkingen. Deze stroperige vloeistof wordt uiteindelijk omgezet in een draad. Dit wordt
rayongaren genoemd, ook wel
viscose. Deze industrie is tegenwoordig voornamelijk in lage-lonen landen te vinden. De garens worden gebruikt in de kledingindustrie.
Halfsynthetische textielvezels: de meest bekende soorten
Acetaat: eigenlijk cellulose-acetaat is licht, zacht, glad, maar toch stevig. Dit materiaal lijkt veel op natuurzijde en is heel soepel, krimpt en kreukt nauwelijks, en is snel droog. Het laat lucht en zweet door. Wassen met de hand of in de machine als fijne was tot 30 graden kan wel, nat wassen is echter lastig omdat het dan zijn sterkte verliest. Kleding van 100% acetaat kan beter naar de stomerij gebracht worden. Het mag maar heel licht gestreken worden. Lees het etiket. Het wordt vaak gebruikt als stof voor voering of om andere stoffen lichter te maken. Het wordt meestal gemengd met katoen, wol of nylon. Gebruik nooit aceton om vlekken te verwijderen uit acetaat, dit lost het weefsel op!
Cupro, ook uit cellulose gemaakt, lijkt erg op zijde door de glans en de luxueuze uitstraling. Het valt soepel en kreukt weinig. Het is een sterke stof, die goed wasbaar is op 40 graden. Nat ophangen, niet wringen, en aan de binnenkant strijken als het nog wat vochtig is. Toch wordt over het algemeen het advies gegeven het naar de stomerij te brengen, zie etiket.
Lyocell wordt op een milieubewuste manier uit cellulose gemaakt. Dit materiaal met zijdeglans is sterk, sterker dan katoen en viscose. Het is goed vochtabsorberend, voelt bijzonder zacht aan en draagt koel op de huid. Deze stof kan goed tot 60 graden gewassen worden en krimpt nauwelijks. Het wordt gebruikt voor onder andere T-shirts en vaak gemengd met katoen en polyester.
Modal wordt gemaakt van cellulose uit de beukenboom en is een gladde, zachte stof. Het is eigenlijk een verbeterde versie van viscose qua eigenschappen. Het kan 50% meer water bevatten dan katoen. Modal krimpt en verkleurt niet, het kan in warm water gewassen worden. De vorm blijft goed, het is sterk, zowel nat als droog. Het wordt vaak met andere vezels gebruikt zoals katoen en is heel geschikt voor sportkleding. Het is vlamwerend. Vooral in de Verenigde Staten is deze stof populair.
Viscose (rayon) is de vezel die oorspronkelijk kunstzijde werd genoemd, omdat het aanvoelt zoals zijde. Het is een zachte, soepele stof die toch net zo comfortabel draagt als katoen. Als het nat is wordt het veel minder sterk, daarom moet het heel voorzichtig gewassen worden, zonder wringen, wrijven of borstelen. Het kreukt nogal snel, om die reden wordt het vaak gemixt met andere, synthetische vezels zoals polyester. Daardoor zijn de nadelen die viscose heeft deels verdwenen.
Lees verder