Textiel: geschiedenis, fabricage, toepassing, typen vezels
Al heel lang wordt door mensen textiel gemaakt en gebruikt, voor onder andere kleding. Heel lang werden voor het maken van textiel alleen natuurlijke vezels gebruikt zoals wol, zijde en katoen. De laatste honderd jaar zijn er echter talloze synthetische vezels ontwikkeld, die ook grote toepassing vinden in de technische industrie. Een overzicht van de geschiedenis, fabricage, en toepassing van textiel en meer informatie over typen vezels.
Textiel: al duizenden jaren lang
Mensen maken al heel lang gebruik van technieken om textiel te maken: wat men weet is dat in Egypte sinds 3400 jaar voor Christus al wordt gesponnen en geweven met katoen. Datzelfde geldt voor China, maar dan met met zijde, sinds 2600 voor onze jaartelling.
Van oudsher wordt textiel verkocht op markten; ook nu nog gebeurt dat. Verschillende steden in Nederland kennen een Lappendag, die in de praktijk een jaarmarkt is waar allerlei spullen te koop worden aangeboden. De markt in Utrecht bestaat al sinds de 15e eeuw. De stad Brugge in België, toen onderdeel van de Nederlanden, was 700 jaar geleden al toonaangevend in de laken- en textielhandel. Gouda, maar vooral Leiden waren ook zeer belangrijk op dit gebied. Er is in een aantal plaatsen in ons land een textielmuseum te vinden, bijvoorbeeld het Audax Textielmuseum Tilburg.
Hoe wordt textiel gemaakt?
Het woord
textiel ('al wat geweven is') is een afgeleide van het Latijnse 'texere' dat weven betekent. Textiel bestaat uit kortere of langere draden, die in het algemeen
vezels worden genoemd, en die van verschillende grondstoffen kunnen zijn gemaakt. Deze draden worden uit de grondstoffen verwerkt tot
garen door de techniek van het spinnen.
Het garen wordt door weer andere technieken, bijvoorbeeld door twijnen, weven, breien, vlechten en knopen omgevormd tot een samenhangend geheel: het textiel. Niet altijd echter is er garen nodig om textiel te maken: losse vezels kunnen door er een
vlies van te vormen ook verwerkt worden tot een textiel. Een voorbeeld hiervan is vilt en zulk textiel wordt
non woven (niet-geweven) genoemd.
Bij het benoemen van de
vorm van een textiel wordt gesproken in dimensies: gesponnen garen wordt daarbij beschouwd als eendimensionaal. Wiskundig gezien is dat natuurlijk niet zo, maar omdat de dikte van garen zeer klein is in vergelijking met de lengte wordt dit wel gedaan. Textiel zoals touw en kabel worden om dezelfde reden ook eendimensionaal genoemd. Meestal tweedimensionaal is textiel dat is gebreid, gevlochten, geweven en geknoopt. Non-woven textiel zoals eerdergenoemde vilt zijn ook tweedimensionaal.
Toepassing van textiel
Textiel wordt gebruikt voor het maken van kleding maar ook toegepast in andere industrieën. Een overzicht hiervan met een aantal voorbeelden:
huishoudtextiel:
Voor slaapkamer, badkamer en keuken; lakens, handdoeken, tafelkleden, dweilen
woningtextiel:
Vitrage, gordijnen, tapijt, vloerkleden, zonneschermen
technische textiel:
Dekzeilen, tenten, parachutes, paraplu's, veiligheidsgordels, outdoor-sporten, touwen
kleding met een beschermende functie:
Veiligheidskleding (motorkleding, brandweerpakken), bedrijfskleding, kogelwerende vesten
geotextiel:
Bescherming voor dijken, bescherming tegen erosie, onder wegen (versteviging)
auto- boot- en fietsindustrie:
Versterking van auto- en fietsbanden, slangen, rubberboten, transportbanden
kunst en hobby
Sommige beeldend kunstenaars werken (ook) met textiel, net als hobbyisten die handwerken in verschillende technieken, algemeen textiele werkvormen genoemd. Denk aan naaien, breien en haken.
De indeling van grondstoffen voor textielvezel
De grondstoffen die worden gebruikt om textielvezel van te maken kunnen worden opgesplitst in twee soorten, afhankelijk van hun herkomst. Alle vezels die we kennen kunnen daardoor in vier typen worden ingedeeld: erachter een aantal voorbeelden:
Natuurlijke grondstoffen
- vezels die van plantaardige afkomst zijn: katoen, linnen, hennep, brandnetels, bamboe
- vezels die van dierlijke afkomst zijn: wol, angora, camel, zijde
Kunstmatige grondstoffen
- vezels van natuurlijke oorsprong: rayon
- vezels van synthetische oorsprong: nylon, polyester, polyacryl, polyurethaan
Synthetische vezels: grote ontwikkeling
Van de plantaardige vezels is katoen de meest gebruikte, van de dierlijke is dat wol. Sinds het einde van de 19e eeuw komen er ook vezels die kunstmatig zijn gemaakt. In het begin ging het hierbij om vezel gemaakt uit natuurlijke grondstoffen; de eerste op dit gebied was rayon, dat is gemaakt uit cellulose. Men spreekt hierbij ook wel van
half-synthetische vezel.
In de afgelopen eeuw nam de ontwikkeling van geheel kunstmatig gemaakte vezels een enorme vlucht: de
synthetische vezel doet zijn intrede. Het gaat hierbij om grote moleculen, macromoleculen, waarvan de allereerste Nylon was. Intussen zijn er talloze andere synthetische vezels ontwikkeld, waaronder
supervezels, die met name in de technische industrie zeer vaak toegepast worden.
Lees verder