Veilig en verantwoord stoken op hout in de haard
Niets zo stoer en warm in de winter als een hout gestookte haard. De sfeer en de geur zijn onlosmakelijk verbonden met gezelligheid. Om van de warmte blijvend te kunnen genieten is het belangrijk veilig en verantwoord te stoken. Dit begint met kennis over soorten kachels en hun rendement, de verschillende houtsoorten, de juiste weersomstandigheden, de beste manier van vuur maken volgens de Zwitserse of omgekeerde methode en de te nemen veiligheidsmaatregelen volgens de brandweer.
Open of gesloten haard?
De mate waarin het lukt brandstof volledig te verbranden heet het rendement. Een gesloten haard zoals een inzethaard haalt een rendement van meer dan 75%. Men noemt dat een hoog rendements- of lage emissiehaard. Een hoog rendement is belangrijk omdat bij onvolledige verbranding koolmonoxide (CO) vrijkomt. Een gesloten haard geeft een acht tot tien keer beter rendement dan een open haard. De warmte die een open haard geeft wordt door de trek in de schoorsteen dan namelijk meteen via de opening in huis afgezogen, inclusief de warmte uit de ruimte die verwarmd dient te worden. Het kan daardoor zijn dat het in een ruimte zelfs wat kouder wordt dan warmer omdat de eerder aanwezige cv-warmte ook verdwijnt. Een ander nadeel van een open haard is het risico op uitspattende brandende deeltjes die brandgevaar en schade aan de vloer rondom kunnen geven. Een vonkenscherm kan dit grotendeels voorkomen.
Waar moet hout aan voldoen?
Hout moet droog en schoon zijn. Hout is droog als het twee jaar droog en geventileerd is opgeslagen. Leg hout dus niet in een slecht geventileerde dichte schuur of garage omdat het hout dan niet voldoende kan drogen. Goed gedroogd hout heeft een vochtigheidspercentage van 10 tot 20%. Nat hout brandt slecht en veroorzaakt veel rook, wat aanslag geeft op de ruit, maar ook erg milieuvervuilend is. Gebruik geen geverfd, gebeitst, gelakt, geïmpregneerd of verlijmd hout.
Welke soort hout?
Harde houtsoorten, zoals haagbeuk, eik, es, beuk, iep en berk branden langzaam en vormen gemakkelijk houtskool. Het is echter duurder dan zacht hout. Zacht hout, vaak naaldhout genoemd, komt van bomen die behoren tot de coniferen of kegeldragende bomen zoals spar, grenen, zilverden (vuren), ceder en diverse pinesoorten. Zacht hout geeft meer vlammen maar vormt minder houtskool en geeft minder warmte. Naaldhout wordt vaak als minderwaardig brandhout gezien, omdat het hars in het hout veel rook en aanslag (creosoot) in de schoorsteen kan geven. Toch wordt er in Canada, delen van Scandinavië, Oostenrijk en Duitsland zonder problemen uitsluitend naaldhout gestookt. De rook en de problemen met het hars treden namelijk eigenlijk alleen op bij een lage verbrandingstemperatuur. In een open haard is de verbrandingstemperatuur laag en daarom is deze houtsoort hiervoor ook niet zo geschikt. In een dichte kachel kan het echter wel. Indien het hout droog genoeg is en de kachel heet wordt gestookt, zullen de harsen in het hout volledig verbranden. Bij het aanmaken van het vuur en het langzamerhand laten doven is het beter om geen zachte houtsoorten te gebruiken omdat dan de temperatuur laag is. Een veilige manier van zacht hout stoken is om het te mengen met harde houtsoorten. Dit combineert de voordelen van lage kosten met weinig aanslag.
Hoeveel hout?
De hoeveelheid hout hangt af van de capaciteit van de haard. Gebruik niet te veel hout omdat er dan meer hout verbrandt dan dat er lucht wordt toegevoerd.
Vergeet niet te ventileren
Zorg voor voldoende ventilatie. Een vuur gebruikt zeer veel zuurstof. Voor elke kg hout die u verstookt is 10 tot 15 kubieke meter lucht nodig. Dat is per uur al snel 50 kubieke meter. Probeer een afzuigkap zo veel mogelijk uit te houden tijdens het stoken. Houd ventilatie-openingen van ramen geopend. Hoe meer een huis geïsoleerd is, des te meer moet er tijdens het stoken worden geventileerd.
Wanneer niet stoken?
Bij windstil weer en mist trekt een schoorsteen geen lucht waardoor er kans is op rookvorming in de kamer en rookoverlast voor de omgeving. Rook is zwaarder dan lucht waardoor de kans bestaat dat de rook de kamer in stroomt en er een risico is op koolmonoxidevergiftiging.
Veilig vuur maken met de Zwitserse methode
Bij het aansteken van een houtkachel is de schoorsteen nog koud waardoor er, daarnaast afhankelijk van de wind, weinig tot geen trek in de schoorsteen zit. Dat wil zeggen dat er weinig lucht wordt aangezogen. Hiervoor is warmte nodig. Warme lucht stijgt op omdat het lichter is dan koude lucht. Een efficiënte manier om dit snel te bereiken is middels de omgekeerde methode of Zwitserse methode. Dit is een manier van aansteken die goed werkt met aanmaakblokjes. Hierbij worden eerst twee lagen grotere blokken kruislings op elkaar gelegd met ruimte ertussen voor de zuurstof. Daar bovenop komen kleine houtjes en daarboven aanmaakblokjes en houtspanen. Sluit na het ontvlammen van de aanmaakblokjes de de deur(tjes) van de kachel, waarbij de regelbare luchttoevoer open dient te staan. Doordat het vuur zich van boven naar beneden ontwikkelt, ontstaat er nauwelijks rook en is er heel snel trek in de schoorsteen. Doordat er weinig schadelijke stoffen vrijkomen houdt dit het rookkanaal schoner dan het van onder af aansteken van vuur. Na 20 minuten brandt de haard optimaal. Gebruik overigens nooit benzine of spiritus omdat deze steekvlammen geven.
Tijdens het stoken
Als het vuur optimaal brandt kunnen er grotere blokken in de kachel. Een regelbare luchttoevoer van een haard kan dan terug van veel lucht naar een gematigde hoeveelheid. Een heet, maar rustig brandend vuur is het meest zuinig en milieubewust. De as gloeit een zacht rood oranje. In een fel brandend “smidsvuur” is er geen tijd voor volledige verbranding. Geef ruimte tussen de blokken voor voldoende lucht en leg ze vrij van de wanden. Een flinke aslaag van 2 à 3 cm dik vormt niet alleen een bescherming van de bodem maar geeft eveneens een lager brandstofverbruik en zorgt ervoor dat blokken die aangevuld worden makkelijker vlam vatten.
Vuur doven
Doof vuur niet met water, maar laat het hout helemaal opbranden. In een open haard vergt dit dus op tijd stoppen met bijvullen van hout. Gooi niet net voor het slapen gaan nog een dik blok hout in de haard. Laat de luchttoevoer open totdat er niets meer gloeit in de haard zodat er geen schadelijke rook in het kanaal ontstaat.
Wat te doen bij schoorsteenbrand?
De brandweer adviseert op haar website het volgende:
- Hoort u een loeiend geluid in het rookkanaal? Kom direct in actie!
- Doof snel het vuur in de haard met zand, om rook in huis te voorkomen. Blus nooit met water!
- Sluit direct hierna de schoorsteenklep.
- Sluit de luchttoevoer van de kachel, of bij een open haard de deurtjes.
- Bel 1-1-2.
- Ventileer direct na het doven van het vuur de ruimte (i.v.m. koolmonoxidevorming).
Informeer na een schoorsteenbrand bij de brandweer welke regels er gelden voordat er weer mag worden gestookt.
Schoonmaken van kachelruiten
Babydoekjes zijn goedkoper dan de speciale middelen en zeer effectief in het reinigen van de roetaanslag van kachelruiten. Een andere beproefde methode is een doek of keukenpapier vochtig maken en in de grijze as dopen en daarmee de ruit schoonmaken.
Schoon schoorsteenkanaal
Neem een abonnement op een schoorsteenveger. Hierdoor wordt het schoonmaken niet vergeten. Het voorkomt schoorsteenbrand en zorgt voor een efficiënte verbranding. De brandweer adviseert het schoorsteenkanaal bij sfeerverwarming eenmaal per jaar te laten vegen en bij intensief gebruik, zoals hoofdverwarming, minstens twee keer per jaar.