De groentetuin: keuzes en materialen
Zelf groenten kweken is leuk. Het is afhankelijk van de weersomstandigheden of je oogst zal lukken of niet. De groenten uit je eigen groentetuin zijn smaakvoller, maar vaak ook wat kleiner dan je gewend bent uit de winkel. Het hebben van je eigen groentetuin is goedkoper dan groenten kopen in de winkel. Ook kun je oude groenten of moeilijk verkrijgbare groeten zelf gaan telen.
De meeste groenten kun je lang bewaren. Groenten als bieten, pompoenen, winterwortelen, aardappelen en alle koolsoorten kun je in de kelder bewaren of op een andere koele, donkere plek. Andere groenten kun je invriezen of inmaken.
Beginnen met een groentetuin
Voor je een groentetuin begint zul je een aantal overwegingen moeten maken:
- wil ik een moestuin, telen in bakken en potten of een klein stukje van mijn siertuin of border gebruiken?
- wil ik biologisch of meer kunstmatig telen?
- hoe deel ik mijn moestuin in?
Biologisch telen |
Bij biologische verbouw van groenten, dient men de aarde voor het zaaien slechts subtiel los te maken. De bovenlaag van de aarde moet zo min mogelijk verstoort worden zodat de levende organismen in de bodem intact blijven. |
De bemesting dient ook biologisch van aard te zijn. Hiervoor gebruikt men compost of dierlijke mest om het bodemleven te verrijken. Het organische materiaal wordt langzaam omgezet in voedingsstoffen voor de groenten. Bij kunstmatige bemesting dient de mest als directe voedingsstof. |
De gewasbescherming op biologische wijze bestaat vooral uit het uit buitensluiting en ontmoediging van knaagdieren, insecten en vogels. |
Bij het kopen van zaden en plantjes dient er specifiek op het product te staan, dat het om biologische planten en zaden gaat. |
Moestuin indelen
Bij de indeling van de moestuin denkt men aan het volgende:
- wat eet ik regelmatig?
- wil ik eenmalig massaal oogsten bijv. voor invriezen of inmaken?
- wil ik meerdere malen zaaien in een periode zodat ik zolang mogelijk van mijn verse groente kan genieten?
- wil ik nog andere gebruiksplanten zaaien, zoals kruiden en eetbare bloemen?
- wil ik sierplanten planten die insecten trekken?
In een moestuin staan vaak ook andere gebruiksplanten; kruiden, vruchtenstruiken, eetbare bloemen, snijbloemen etc. Sommige sierplanten trekken nuttige insecten aan.
De indeling van de moestuin kun je opleuken door te variëren in vorm en hoogte van de te zaaien groenten. Stokbonen en pompoenen kun je bijvoorbeeld omhoog leiden. Ook kun je bijenplanten inzaaien voor meer frivoliteit. Eventueel kun je de groentebedden omzomen met buxushaagjes of laagblijvende kruiden. Ook kun je schuttinkjes van wilgentenen maken.
Planten kiezen
Er zijn kruiden en bloemen die je kunt planten in je moestuin die helpen tegen allerlei plagen. Bekend zijn bijvoorbeeld tijm, oregano, bieslook, hysop, rozemarijn, lavendel of duizendblad. Dit zijn allen overblijvende kruiden die je in de winter alleen even moet afdekken.
Nuttige planten in de moestuin |
Koriander beinvloedt de groei van alle gewassen. |
Afrikaantjes in de buurt van bonen, sla en bleekselderij gaat aaltjes tegen. |
Bijenplanten zoals phacelia helpen bij de bevruchting door bijen van bloeiende gewassen. |
Goudbloemen verjagen mieren en lokken larven die bladluizen eten. |
Bij het aanleggen van de tuin moet je beslissen of je gaat zaaien of direct jonge plantjes koopt om te planten. Zaden zijn te koop bij zaadleveranciers die in de winter hun zaadcatalogi uitgeven. Hierin kun je allerlei zaden vinden. Kijk bij de zaden naar speciale eigenschappen, zoals ziekteresisente zaadsoorten of tomaten die je niet hoeft te toppen of bladgroenten die niet te snel doorschieten.
Bij tuincentra en kwekerijen kun je terecht voor zaden en jonge plantjes. Het voordeel aan het kopen van jonge plantjes is dat je zelf niet hoeft te zaaien. Bij het kopen van plantjes moet je opletten of de planten niet slap hangen of extreem grote bladeren hebben. Dit zijn vaak tekenen dat de plant te lang in de kas heeft gestaan en waarschijnlijk niet bestand is tegen het leven in een buitentuin.
Teeltplan voor je groentetuin
Voor het aanleggen van de moestuin, is het handig een teelplan te maken. Dit is een tekening waarop staat waar alles komt te staan. Dit is om verschillende redenen handig:
- je weet wat waar staat
- je weet dit ook over de voorgaande jaren (tbv wisselteelt)
- je weet hoe je welk stuk van de tuin bemest hebt
- je kunt je teelklussen erop bijhouden
Wisselteelt noemt men ook vruchtwisseling. Het betekent dat je de groente of groentefamilie om de zoveel jaar op een andere plek zet om uitputting van de bodem en ziektes tegen te gaan.
Sommige planten doen het beter op grond die het jaar ervoor al bemest is. Dan is het handig te weten hoe je wat wanneer bemest hebt.
Een aantal planten kun je beter niet bij elkaar zetten omdat zij totaal verschillende bodem- en mesteisen hebben. Zo kunnen aardappel en tomaten beter niet naast elkaar.
Let ook op dat sommige planten hoog worden en een schaduw werpen. Zorg ervoor dat je geen groenten in hun schaduw plaatst die juist veel zon nodig hebben.