Begonia of Begoniaceae, een hele zomer bloemenvreugde

De Begonia/Begoniaceae is een zeer uitgebreid geslacht. Voor de tuin zijn twee groepen belangrijk: de perkbegonia’s en de knolbegonia’s. Ze zijn in ons klimaat niet winterhard. Waar komt de naam Begonia vandaan? In wat voor grond kun je begonia's het beste zetten, welke ziektes komen er voor bij begonia's en welke planten kun je combineren met begonia's?

Inhoud artikel

• De naam Begonia
• Verschillende soorten begonia’s
• In wat voor grond zet je begonia’s?
• Ziektes
• Begonia en hooikoorts
• Met welke planten kun je begonia’s combineren?

De naam Begonia

De begonia komt oorspronkelijk uit de regenwouden van Azië, Afrika en Amerika. Samen met Hillebrandia vormt de Begonia de familie der Begoniaceae. In 1690 gaf Charles Plumier (Franse botanicus en monnik) de plant de naam van zijn beschermheer Michel Bégon.

Verschillende soorten begonia’s

Begonia semperflorens: perkbegonia

• Is oorspronkelijk een vaste plant, maar in cultuur wordt de plant eenjarig gekweekt.
• Hoogte tot 40 centimeter, als perkplant is de begonia vaak wat lager. De hoogte wordt ook wel kunstmatig geremd om ze mooi compact te houden.
• Je kunt onderscheid maken tussen groen- en bruinbladige.
• Kleuren van de bloemen: van rood tot paars, in lichte en donkere kleuren en wit.
• Bloeitijd: half juni tot oktober.
• Zaaien vanaf eind december, kiemtemperatuur 22 graden Celsius, half mei in de perken zetten.
• Geschikt als perkplant maar je kunt begonia’s ook in de border planten.

Knolbegonia’s

• De knolbegonia’s kun je verdelen in grootbloemige en kleinbloemige rassen.
• De grootbloemige kun je onderverdelen naar bloemvorm: zoals enkel- of dubbelbloemig, gekartelde bloemranden, gekleurde rand, gevlekt, gestreept.
• Er zijn ook hangende knolbegonia’s (Pendula).
• Op de heetste uren van de dag moeten knolbegonia’s in de schaduw staan, de hangende begonia’s kun je zelf in de schaduw hangen.
• Als je genoeg water geeft kan de bloei duren tot de vorst komt.
• Daarna stengeldelen verwijderen (afsnijden), de knollen uit de grond halen, aarde verwijderen, de knol goed laten drogen (bij voorkeur in de zon). In droge turfmolm doen en droog bewaren tussen de 6 en de 10 graden Celsius. In maart de knollen in vochtige turfmolm doen. Half mei is het tijd om ze buiten uit te planten.
• Knolbegonia’s worden tegenwoordig vaak gezaaid.
• Je kunt de knollen ook delen, dit doe je in het voorjaar, als de knollen iets uitgelopen zijn.

In wat voor grond zet je begonia’s?

Bij voorkeur halfschaduw, maar op een lichte plek doen ze het ook.
Vruchtbare, goed doorlatende, humusrijke grond.
Je kunt wat extra turfmolm of tuinturf mengen met de grond.

Ziektes

Meeldauw komt voor bij begonia’s. De begonia wordt dan door een witte schimmel bedekt. Met goede bemesting kun je het mogelijk voorkomen en houd in de gaten dat het vochtgehalte van de bodem goed is. Het is ook belangrijk dat je uitgebloeide bloemen verwijderd. Je kunt een meeldauwmiddel kopen.

Begonia en hooikoorts

De stuifmeelkorrels van de begonia zijn zo zwaar dat ze meteen op de grond vallen en niet in de lucht zweven. Dit is fijn voor mensen die lijden aan hooikoorts. Ook prettig: begonia's trekken geen bijen en wespen aan.

Met welke planten kun je begonia’s combineren?

• Je kunt ze omringen door zilverplantjes, salvia’s, alyssum.
• De hangende knolbegonia’s kun je heel mooi combineren met de campanula, maar ook de lobelia is geschikt.