Voor moestuinleken: Zo richten we onze eerste moestuin in
We kiezen steeds meer voor het kweken van groeten in onze eigen moestuin. Voor velen is tijdsgebrek, of gebrek aan basiskennis, de voornaamste struikelblok om hetzelfde te doen. Voor diegenen met tijdsgebrek, is er de makkelijke moestuin. Een beginneling krijgt de basisprincipes van het moestuinieren ongetwijfeld vlug onder de knie. Hoe gaan we tewerk bij de inrichting van onze eerste moestuin, en met welke tips en raadgevingen houden we bij voorkeur rekening, om in het najaar volop te oogsten?
Beginnende tuiniers starten bij voorkeur bescheiden
Zelfgekweekte groenten leveren ons ongetwijfeld het meeste smaak én de nodige vitamientjes en mineralen om, na een lange en koude winter, onze conditie weer op peil te brengen. Dat is allemaal goed en wel, maar hoe realiseren we, als beginnend tuinier, de aanleg van onze eerste moestuin? Veel goede wil volstaat alleen volstaat immers niet voor het aanleggen van een groentetuin. Mits de nodige raadgevingen in acht te nemen, kunnen we onze eerste moestuin, stap voor stap, uitbouwen. We maken het immers allemaal zo ingewikkeld als we zelf willen. Beginnende tuiniers starten bij voorkeur met een bescheiden groentetuintje. Naarmate we de smaak meer en meer te pakken hebben en we de knepen van het tuinieren onder de knie hebben, kunnen we het grootser én gespecialiseerder aanpakken.
Meest geschikte plaats belangrijk
Het kiezen van de meest geschikte plaats voor de uitbouw van onze moestuin, is van groot belang. We kunnen onze groentetuin niet om het even waar, succesvol uitbouwen. Groenten vragen in de allereerste plaats een
zonnige en lichte standplaats. Onze groentetuin is dan ook het best naar het
zuiden of het zuidwesten gericht.
Nuttige insecten aantrekken
Bij onze start als moestuinier, zorgen we ervoor dat onze toekomstige groentetuin bereikbaar is voor
goede insecten. Deze staan immers in voor de
bevruchting en de noodzakelijke
bestuiving van onze groenten.
Veldesdoorn, het rimpelroosje, een krentenboompje of seringen zorgen voor het aantrekken van dergelijke insecten.
Moestuin aanpassen aan onze behoeften
We passen de grootte van onze moestuin bij voorkeur aan onze behoeften aan. We houden daarbij zéker ook rekening met de tijd die we daaraan kunnen én willen besteden. Voor een startende moestuinier, is een perceel grond van een tiental vierkante meter al ruimschoots voldoende om de knepen van het vak te leren. Willen we voor een gans jaar onze groenten kunnen oogsten, dan hebben we vijftig vierkante meter per persoon nodig. Kweken we daarbij ook nog ons fruit, dan hebben we nog eens dertig vierkante meter extra nodig.
Werk juist inschatten
Het oogsten van onze eigen groenten en fruit, komt niet zomaar vanzelf. Voor we met de realisatie van onze eerste groentetuin starten, moeten we het noodzakelijke werk juist inschatten. Volgens ervaren tuinders is er in een moestuin tot een totale oppervlakte van honderd vierkante meter, in het voorjaar wekelijks minstens een halve dag werk. Een grotere moes- en fruittuin vraagt al vlug zo'n tien uur werk per week, en dit van maart tot en met juni. Beginnende tuiniers zien aanvankelijk de zaken (té) groots. We blijven best realistisch, en gaan eerst na over hoeveel tijd we beschikken vooraleer we de grootte van onze tuin definitief vastleggen. Beschikken we over weinig plaats, dan kunnen kunnen we onze groenten ook kweken in potten en/of planten.
Juiste indeling nodig voor vruchtwisseling
De juiste indeling van onze moestuin, is van belang voor de latere vruchtwisseling. Om deze vruchtwisseling mogelijk te maken, plaatsen we onze verschillende
percelen bij voorkeur loodrecht op onze hoofdwegel. We moeten onze moestuin ook zoveel mogelijk
beschermen tegen allerlei weersomstandigheden. Dat doen we door bijvoorbeeld
bessenstruiken als omheiding aan te planten.
Aardperen, maïs en zeker zonnebloemen, komen hier eveneens voor in aanmerking.
Grond plant- en/of zaaiklaar maken
Voor we beginnen planten en/of zaaien, moeten we voor een
goede kwaliteit en structuur van onze bodem zorgen. We realiseren een
geschikte én luchtige structuur door de bodem tot op een diepte van zo'n twintig centimeter om te spitten.
We verrijken onze bodem met organische voedingsstoffen. Een
goede drainage van onze bodem en een
grondige grondanalyse mogen we evenmin over het hoofd zien. Om uitdroging te voorkomen, mogen we losgemaakte grond nooit te lang onbegroeid laten. We kunnen
uitdroging ook
voorkomen door rond onze planten een
mulchlaag aan te brengen. Zo een
muchlaag bestaat uit allerlei
organisch materiaal als grasmaaisel, cacaodoppen of kokosschors. Een dergelijke mulchlaag houdt ook de groei van onkruid tegen, waardoor we dus veel minder zullen moeten wieden. We maken onze percelen pas een week voor het inzaaien of planten klaar.
Een zaai- en plantplan opstellen
Bij het opstellen van ons zaai- en plantplan, kiezen beginnende tuiniers bij voorkeur voor gewassen die gemakkelijk te telen zijn. We kiezen voor jonge plantjes in plaats van deze zelf te kweken door ze te zaaien. Zo starten we met een belangrijke voorsprong. Allerlei
slasoorten, spinazie, bloemkool, erwten en wortelenkunnen als eersten de grond in. Daarna volgen eventueel tomaten courgettes (een aanrader vanwege zijn schitterende en langdurige bloemenpracht) en allerlei (winter)koolsoorten.
Ui, sjalot, knoflook, aardbeien en rabarber zijn voor beginners eveneens dankbare groenten om te kweken.
Ziektes biologisch bestrijden
Gezond plantmateriaal is een van de voornaamste factoren voor een succesvolle oogst.
Ziektebestrijding is een erg belangrijke taak voor de tuinier. Kies daarom voor plantrassen die bestand zijn tegen allerlei ziektes. Worden we toch met ziekten geconfonteerd, dan kiezen we bij voorkeur biologisch bestrijdingsmiddelen. Vooral
koolsoorten, wortelen, bessenstruiken en aardbeien zijn gevoelig voor (schadelijke) insecten. Men beschermt deze gewassen met speciaal insectengaas. In een gezonde ondergrond,
zorgen nuttige bacteriën en schimmels voor de omzetting van allerlei organische afval in vruchtbare humus. Om
slakken uit onze tuin te weren, harken we de grond van onze moestuin regelmatig los.
Onkruidbestrijding is een van onze belangrijkste taken van een tuinier. Planten- en/of onkruidresten moeten we daarom onmddellijk verwijderen. Die trekken immers exra ongedierte aan.