Bloemen die voorjaar en zomer kleur geven

Bloemen die het voorjaar kleur geven zijn onder andere tulpen, hyacinten, narcissen en krokussen. Deze bloemen ontspruiten aan bloembollen, die in het najaar de grond al in moeten. Bloembollen die in de zomer bloeien (lelies en gladiolen) worden in het voorjaar geplant. Bloembollen zijn erg gemakkelijk te kweken en ze doen het in bijna iedere grondsoort.

Beste resultaat

Ondanks dat bloembollen aarden in bijna iedere grondsoort, zul je echter op de lange termijn het beste resultaat krijgen als je ze op een zonnige plek in losse en humusrijke aarde plant. Begonia's, gladiolen, krokussen en anemoontjes hebben geen bollen, maar knollen. De verzorging van knollen is echter hetzelfde als de verzorging van bollen. Wanneer je de bloembollen direct na de bloei wat bij mest, heeft de plant de gelegenheid om voldoende voedsel in de bol op te slaan waardoor er een rijke bloei ontstaat in het volgende voorjaar.

Plantdiepte

Het is raadzaam voor bloembollen bij het planten volgende diepte aan te houden:

• voor tulpen: 20 cm diepte;
• kleine tulpen: 10 cm diepte;
• voor narcissen: 10 cm diepte;
• voor hyacinten: 10 cm diepte.

Bij het planten geldt dat de aarde die boven de bol komt ongeveer twee keer zo dik moet zijn als de bol zelf. Bijvoorbeeld: een bol van ongeveer 5 cm moet dan ongeveer 10 cm de grond in en met de 'neus' naar boven.

Opmerking

Bij sommige grootbloemige tulpen worden de bloemen na een aantal jaren kleiner. Het is dan aan te raden om nieuwe bollen te planten.

Variatie in wijze van planten

Bij het planten heb je de keuze of je ze per soort in groepjes plant of dat je liever verschillende soorten door elkaar heen aan de aarde toevertrouwt. Het geeft een leuk gezicht wanneer je bloembollen in losse groepjes zet van bijvoorbeeld ongeveer 12 bollen per soort. Maar je kunt er ook een mooie mix van maken door ongeveer 3 tot 5 soorten met elkaar te mengen en hier een grote groep van te planten. Dat is heel decoratief voor een buxusperk of als een losse mix in de border. Is er reeds bestaande beplanting van vaste planten, dan kun je er een tapijt van kleur tussen aanleggen dat kleurig blijft van begin april tot half mei. Hiertoe plant je bijvoorbeeld 15 tot 20 tulpen per vierkante meter. Tussen de tulpen vind je vast nog een plekje voor hyacinten, narcissen en vergeet-mij-nietjes. Heel leuk en erg fris.

Lentebloeiers in het gazon

Lentebloeiers (zoals krokussen, narcissen of sneeuwklokjes) geven het gazon iets voorjaarsachtigs en vrolijks. Om dit leuke effect te verkrijgen kun je het beste de bollen in kleine groepjes planten of ze regelmatig uitstrooien over het gras. Plant iedere bol met een scherp plantenschepje of licht met een spade even een grasplag op en plant de bollen daar dan onder. Het is verstandig het gazon pas te maaien als het blad van de bloembollen geel geworden is. Dat is meestal ongeveer 6 weken na de bloei. Het grappige is dat er vanzelf steeds meer bloemen in het gazon komen. Hoef je verder dus niets aan te doen!

Vier het voorjaar met potbloemen

Je kunt het voorjaar echt vieren met manden, potten en kuipen vol kleurige voorjaarsbollen. Kies de mooste soorten voor in de tuin en houd daarbij oog op de kleur. Heel grappig is de zogenaamde etage beplanting met verschillende soorten als mix in een pot. Plant daarbij wel de grootste bollen onderin de pot en dek ze af met een laagje grond. Plant hierop een tweede laag kleinere bollen en dek ook die weer af. Als laatste kan er nog een laag kleine bollen in de pot. Kies voor mooie combinaties, voor soorten die tegelijk bloeien. Neem voor een lange bloeiperiode juist soorten die na elkaar in bloei komen.

Zomerbloeiers

Met zomerbloeiers zoals gladiolen en lelies, zijn prachtige resultaten te behalen. Niet alleen als je ze in potten plant, maar ook tussen vaste planten in de border komen ze heel goed tot hun recht. Zomerbollen groeien goed in losse, vruchtbare grond. Het is dus verstandig om vóór het planten de grond eerst goed los te maken met een spade of een viertandsvork (ook wel riek genoemd). Meng daarna wat potgrond of compost door de aarde. Maak vervolgens met een schepje een gat in de losse grond en plant de bol met de punt naar boven.

Het planten van de bollen

Plant de bollen niet te diep, want dan zal de bol later bloeien. Echter ondiep planten is ook niet goed, want dan kan de bol verdrogen of niet stevig genoeg rechtop blijven staan. Je kunt met stokjes aan geven waar je de bollen geplant hebt, zodat je weet dat je daar niet moet schoffelen. Je kunt de bloembollen vanaf half mei (na de laatste nachtvorst) planten. Let er wel op dat zomerbollen niet of maar matig winterhard zijn. Rooi ze voor half oktober en bewaar ze op een vorstvrije plaats. Sommige soorten kunnen (zeker in een zachte winter) ook in de grond blijven met een winterbeschermende deken van afgevallen bladeren of stro.

Versneld bollen tot bloei brengen

Wil je zo snel mogelijk bloemen in de tuin, dan kun je zomerbollen en -knollen (lelies, begonia's en dahlia's) in het vroege voorjaar voortrekken. Plant dan de bollen eind maart of begin april in een pot met verse potgrond en zet ze op een warme plek, dus vorstvrij. Dan zullen de bollen al gaan uitlopen en eerder in bloei komen dan de bollen die je later in het voorjaar in de volle grond plant. De voorgetrokken planten kun je vanaf half mei in de border ingraven. Graaf ze eventueel met pot en al in, zo zijn de bollen in het najaar ook weer gemakkelijk uit de grond te halen om ze vorstvrij te bewaren. Het is natuurlijk ook leuk de bollen in een decoratieve pot te planten om er het terras mee te sieren.

Mooie combinaties

In combinatie met andere planten komen zomerbollen extra goed uit. Maak mooie combinaties in de border door bijvoorbeeld lelies en vlindertulpen te combineren met kattenkruid. Ook in potten kun je meerdere soorten zomerbloeiers door elkaar planten, zoals de ismene die je prachtig combineren kunt met een kleurige mix van anemonen. Veel soorten zijn ook uitstekend geschikt om als snijbloemen in een vaas te schikken. Neem hiervoor bijvoorbeeld gladiolen, irissen en dahlia's.