Vochtigheidsplanten voor rond de vijver
Een vijver blijft een kunstmatig aangelegd geheel, met een nat gedeelte erbinnen en droge grond erbuiten. Het aanleggen van een vochtig gedeelte naast of rond de vijver zal niet alleen de indruk natuurlijker maken, maar schept tevens de mogelijkheid bepaalde plantensoorten te introduceren die een dergelijke biotoop nodig hebben om tot een goede ontwikkeling te komen. De vochtigheidstuin is voor het moment nog een redelijk onbekende materie, hoewel de benodigde investering te verwaarlozen valt.
Overgangsfase
Een vochtigheidstuin is in feite de schakel tussen water en vast land, te vergelijken met een rivieroever of het gedeelte van een moeras waar het veen boven het wateroppervlak is gekomen. De onderstaande plantensoorten komen oorspronkelijk uit deze zones en dienen na aanplanting hun natuurlijke omstandigheden terug te vinden. Ook dit gedeelte van de watertuin zal op korte termijn een specifieke fauna aantrekken.
Hoe te werk te gaan
Om een logische, natuurlijk aandoende overgang te krijgen tussen nat en droog kunt u stukken kuilplastic in de gewenste vochtige zones ingraven, waarbij het plastic uiteraard niet zichtbaar mag zijn. Alvorens de uitgegraven grond terug te storten in het met kuilplastic bedekte gat, dient het plastic eerst met een scherp voorwerp geperforeerd te worden. Zodoende is de plaats voor de vochtigheidsplanten gecreëerd.
Vochtigheidsplanten:
Bletilla
is een prachtige winterharde orchidee.
Bletilla striata «Alba» is de witbloeiende vorm.
Eomecon chionantha
Dit uit Japan afkomstige soort heeft een bijzonder mooi blauwgroen blad. De witte bloemen verschijnen in het voorjaar. Het is verstandig Eomecon te combineren met grotere planten, daar het hier beschreven soort zich al vrij snel ontpopt tot een uitstekende bodembedekker. De hoogte van een volwassen plant bedraagt ongeveer dertig centimeter.
Filipendula ulmaria
wordt negentig centimeter hoog.De
Filipendula's vormen een fraaie familie. Andere variëteiten zijn
Filipendula rubra (rose, 150 centimeter),
Filipendula rubra “Venusta” (karmijnrose, 150 centimeter) en
Filipendula vulgaris “Plena” (wit, 60 centimeter).
Houttuynia-soorten
zijn snelgroeiende, laagblijvende bodembedekkers van ongeveer dertig centimeter hoog. Enkele andere variëteiten zijn
Houttuynia cordata “Chameleon” (wit, bontbladig) en
Houttuynia cordata “Plena” (wit, dubbelbloemig).
Iris ensata
De Japanse ensatasoorten zijn interessante irissen voor het vochtige gedeelte van uw vijvertuin. Andere dubbelbloemige variëteiten zijn
Iris ensata “Geisha Gown” (wit en blauw),
Iris ensata “Lady in Waiting” (blauwgeaderd wit) en
Iris ensata “Dainagon” (blauwrose). Onder de enkelbloemige ensata's kunnen vermeld worden
Iris ensata “Mandarin” (violet) en
Iris ensata “Kokin No Asa” (rose). De enige Iris ensata die in het water geplant kan worden is een zaailing die ook bekend is onder de naam
Iris kaempferi.
Iris sibirica
Iris sibirica is een laagblijvende vochtigheidsiris.
Petasites japonicus “Variegatus”
Petasites, beter bekend onder de naam “groot hoefblad”, vormt een dankbare groep vochtigheidsplanten van ongeveer één meter hoog. In de halfschaduw ontwikkelt het blad zich beter dan in de volle zon.
Schizostylis coccinea
Andere Schizostylisvariëteiten zijn
Schizostylis coccinea “Alba” (wit),
Schizostylis coccinea “Major” (rood),
Schizostylis coccinea “Mrs. Hegarty” (rose),
Schizostylis coccinea “Pallida” en
Schizostylis coccinea “Tambara” (lichtrose). Schizostylis wordt ongeveer veertig centimeter hoog.