Hekwerk als afscheiding van een tuin
Bijzonder veel mogelijkheden heeft het houten hek. Maar er bestaan ook alternatieven zoals "kant en klare" hekken, gaashekken, hekken van kunststof enz.. We bespreken in het kort de mogelijkheden van het hek als afscheiding van de tuin.
Het hek
Hekken hebben meerdere functies. In de eerste plaats markeren zij de grens van een perceel, in de tweede plaats verhinderen zij het binnendringen van ongewenste gasten (mensen of dieren) en daarnaast kunnen zij nog als bescherming tegen inkijk en als klimrek voor allerlei planten dienen. Doorzichtige hekken (van ijzeren staven of gaas) passen, vooral op het platteland, onopvallend in de omgeving en vergemakkelijken de verbinding van de tuin met de omringende natuur. Een solide omheining moet in alle onderdelen stabiel en met zorg zijn gemaakt. Dat geldt zowel voor palen als voor grendels, voor hekdelen en voor schoren, voor de verankering in de grond en voor de impregnering.
Houten hekken
Hier zijn verschillende typen en materialen mogelijk. In de eerste plaats worden zachte houtsoorten als blauwspar, spar (vuren) en lariks gebruikt voor hekken. Ingewikkelder hekken (lattenhekken, vlechtschermen) worden ook van tropisch hardhout of het duurzame azobé gemaakt. Het is aan te bevelen alle te gebruiken houtsoorten voor de verwerking tenminste tweemaal goed dekkend met een impregneermiddel te schilderen, het hout in een impregneermiddel te dopen of onder druk geïmpregneerd hout te gebruiken. Dit laatste is het best bestand tegen het binnendringen van schimmel en ongedierte en is gegarandeerd lang houdbaar.
Soorten hekken
Lattenhekken worden gemaakt van vierkante of rondhoutpalen of van betonnen palen, voorzien van metalen strips om de houten dwarslatten en spijlen aan te schroeven. De dikte van de palen bedraagt bij rondhout 12 tot 14 cm, bij gezaagd hout 14 x 14 cm. De dwarslatten mogen niet smaller zijn dan 12 x 14 cm en de spijlen 6 x 6 cm. De palen worden in de regel aan de binnenkant gezet en de latten van buiten. De tussenruimte tussen de spijlen moet kleiner zijn dan de breedte van de spijl.
Hekken met
verticale of kruisspijlen (alleen met loodrechte of kruisgewijs gespijkerde latten), die door hun levendigheid zeer geliefd zijn, worden net zo gemaakt. Belangrijk is dat al het hout voor gebruik geschild en goed geïmpregneerd is. Bij het gebruik van houten palen moeten de koppen tegen inregenen worden beschermd door er een plankje op te spijkeren. Klap-hekjes krijgen een Z-vormige versteviging om op den duur niet scheef te zakken. Bescherming tegen inkijk en lawaai krijgt men met dit soort hekken met verticale of horizontale latten. Het hek met gekruiste spijlen behoort tot de meest bekende omheiningen. De hekken zijn 60-80 cm hoog. De latten bestaan uit geimpregneerde, halfronde en geschilde sparre- of dennelatten.
Als men een hoge omheining wil maken, moet men eerst bij de gemeente inlichtingen vragen over de hierop van toepassing zijnde verordeningen.
Bij dichte omheiningen van hout, moet men onder druk geïmpregneerd hout gebruiken en houtsoorten die van huis uit duurzaam zijn en weinig onderhoud vragen (azobé, bangkirai, sipomahonie, kambala-teak, iroko).
Zeer duurzame hekken kan men maken van
vlechtschermen van azobé. Men slaat palen van 8 x 8 cm op een afstand van 1 m in de grond en vlecht daar banden tussen van 8-10 cm breed en 4 mm dik. Dergelijke hekken vragen verder geen onderhoud en zijn zeer duurzaam (meer dan 50 jaar). De prijs is overigens wel hoog. Er zijn ook kant-en-klare vlechtmatten te koop, die met hoekijzers aan de palen worden geschroefd. Deze hekken zijn zeer geschikt om te laten begroeien met klimplanten als Clematis, winterjasmijn en dergelijke. Ze vormen overigens een bijzonder goede bescherming tegen wind, omdat ze de wind niet tegenhouden maar alleen verminderen.
Hekken van
palissaden of bielzen. Van rondhoutpalissaden, die onder druk geïmpregneerd zijn, kan men zeer stevige, ondoorzichtige hekken maken. De palen moeten diep genoeg in de grond worden gezet (60 cm) en krijgen nog een extra bevestiging met funderingsbeton als ze hoger zijn dan 1,50 m. Ook verticaal of horizontaal geplaatste bielzen met tussenruimte kan men goed gebruiken als decoratieve omheining.
Omheiningen van
gaas nemen in vergelijking met heggen slechts weinig plaats in. Ze laten licht en lucht door, zijn niet duur en makkelijk te plaatsen. Om ze minder kaal te maken kan men er klimplanten tegen zetten. Eenjarige als Lathyrus, Oostindische kers en Cobaea overgroeien het gevlochten draad in korte tijd. Waar een duurzame begroeiing gewenst is moet men klimrozen, bosrank of in de schaduw kamperfoelie en verschillende klimopsoorten kiezen. Tegenwoordig gebruikt men vrijwel uitsluitend met kunststof bekleed materiaal, dat ook zonder onderhoud een lange levensduur heeft. Grijze, zwarte en donkergroene kleuren vallen minder op tegen de sterke kleuren van de tuin en zijn beter dan felle kleuren (geel, wit, lichtgroen).
Gaashek van met kunststof bekleedde harmonikagaas en met kunststof beklede palen. Deze hekken behoren tot de goedkoopste en duurzaamste omheiningen voor de tuin.
Een variant op de gazen hekken zijn
traliehekken. Ze zijn heel sterk. De palen bestaan uit hetzelfde materiaal. Ook deze hekken zijn doorzichtig en goed voor klimplanten. De hekken zijn in verschillende hoogten (tot 3 m) leverbaar.
In de handel zijn verschillende soorten hekken van
kunststof. Deze hekken zijn weliswaar zeer goed bestand tegen weersomstandigheden, maar de weerstand tegen mechanische belasting is meestal kleiner dan van gaas. Als ze levendige kleuren hebben vallen ze sterk op en passen daardoor slecht bij de planten en de natuurlijke tinten in de tuin. Uiteindelijk is het maken van zo'n hek een kwestie van smaak.
Alleen in noodgevallen gebruiken we
rietmatten als er een kortdurende bescherming tegen wind of inkijk nodig is. Dit materiaal heeft een korte levensduur en is zelden de prijs waard. Houdbaarder zijn matten van kunststof. Fel gekleurde matten van kunststof willen we echter ook sterk afraden. Natuurlijke kleuren harmoniëren het best met de omgeving.
Andere mogelijke afscheidingen
Wie zijn grond duurzaam wil omheinen zonder veel onderhoud en geen massieve muur wil hebben, kan ook betonnen
vormstenen gebruiken, die in verschillende soorten in de handel zijn en waarvan interessante patronen kunnen worden gemaakt. Ze bestaan van beton of gebrande klei en kunnen op velerlei wijze (ook samen met gewone baksteen) worden verwerkt. Er zijn elementen die alleen in bepaalde richting doorkijk toelaten en verder bescherming tegen inkijk bieden. Dergelijke halfopen muren kan men mooi laten begroeien met klimplanten.
Aarden wallen bieden een bijzonder goede bescherming tegen lawaaioverlast, bijvoorbeeld in de buurt van drukke autowegen of spoorlijnen. Het is goed de kern van de wal te maken van stevig materiaal of alleen de bovenste 30-40 cm met goede grond te bedekken. Men kan wallen beplanten met verschillende dicht bebladerde struiken als hazelaar, wollige sneeuwbal, kamperfoelie, sleedoorn, Cotoneaster, vuurdoorn of liguster, zodat men ze niet meer als wal herkent. De helling moet minder zijn dan 1:2, dat wil zeggen 1 m hoogte betekent aan weerszijden 2 m breedte. De top van de wal moet tenminste 1 m breed zijn. Ook kan men de grond tegen een muurtje van steen of bielzen aanbrengen, waarbij de wal geheel in de tuinaanleg kan worden opgenomen. Aan de tuinkant kan men de wal ook terrasvormig aanleggen of smaller houden door hem te steunen met een zitmuurtje onderaan, dat tevens gebruikt wordt voor zitje of barbecueplaats. Ook als achtergrond voor beelden kan een geluidswerende wal goed worden gebruikt.
Bij steile aardeophopingen bestaat altijd het gevaar van wegspoelen van grond bij harde regen. Na het voltooien van de wal moet men hem daarom meteen beplanten. Bodem bedekkende, sterk wortelende heesters voldoen hier bijzonder goed. Als het werk in de zomer is gedaan, kan men door het zaaien van diep wortelende planten als lupine, rogge, Phacelza of honingklaver sterke erosie voorkomen.
Als er toch niet voldoende ruimte is voor een geluidswal moet men andere hulpmiddelen gebruiken. Zo is het heel goed mogelijk geluidsmuren van geprefabriceerde betonelementen te maken, die opgestapeld worden en stevig in elkaar passen. De holten vult men op met een stevige teelaarde (grond met leem of klei erdoor en hygromull om het water vast te houden) en beplant het bouwsel met makkelijke planten als kamperfoelie, kruipende Cotoneaster, sneeuwbes, Euonymus fortunei-cultivars en dergelijke heesters. Ook rotsplanten zijn geschikt als bodembedekkers. Bij droog weer moet men wel water geven, omdat er geen directe aansluiting aan de grond is. Veel werk besparen bevloeiingsinstallaties (druppelbevloeiing) of poreuze slangen, die men boven op de wal legt en op de waterleiding aansluit.