Tuinieren op balkon of terras in de lente
Het is weer lente en je vingers kleuren voorzichtig groen. De boom voor het huis is getooid met prachtige rode bloesem. Daar vinden de duiven kennelijk iets van hun gading, de takken buigen vervaarlijk onder hun gewicht. De groene netjes van de mezenbolletjes liggen leeggepikt in de border. Merels, mezen, roodborstjes en mussen komen nog wel eens kijken of er niet nog iets te bietsen valt. Ze zullen het nu weer op eigen kracht moeten redden. Door de strenge en lange winter is alles wat later.
Het is weer Lente
Maar de witte
Helleborus, ook wel kerstroos genoemd - al lijkt het in de verte niet op een roos-, laat ons niet in de steek en bloeit al een paar weken volop, net als de schoenlappersplant (
Bergenia) met zijn roze kegels. De grote bladeren hingen er afgelopen winter zo slap en glazig bij dat het leek of ze het loodje gelegd hadden. Ze zijn er echter weer wonderlijk bovenop gekomen. De
bamboe staat er treurig bij: flink uitgedund en deels bruin. Maar vergis je niet, bamboe is een sterke plant. Al lijkt hij op leven na dood, hij kan zomaar weer aanslaan. Een bodembedekker met sneeuwwitte bloemblaadjes die iedere lente zeker twee weken de show steelt blijft stoïcijns groen.
Balkon of terras
Mensen met echte tuinen zullen vast meesmuilend reageren als je zelf slechts een postzegel ‘tuin’ hebt; een terras met eventueel een verhoogde border of een balkon. Wat telt is de impact op je woongenot. Als je uit je woonkamer mooi zicht hebt op groen en kleur, krijg je de seizoenen perfect mee. Bovendien werkt zo'n terras/tuin als een verlengstuk van je woonkamer. De eerste jaren als de tuin nog vrij kaal is, fiets je iedere lente naar het tuincentrum of gaat naar de markt om wat nieuwe plantjes in te kopen. Sommigen slaan aan, anderen laten zich na één bloeiperiode niet meer zien. Zelfs al zijn het geen eenjarige planten!
Ervaring
Als je iemand die jarenlang een grote tuin heeft gehad of nog heeft, om advies vraagt, kan het zijn dat hij wat lacht en zijn schouders ophaalt. Wanneer je zelf wat ervaring heb opgedaan zul je dat begrijpen. Iedere tuin is anders. De ligging, hoeveel zon je krijgt, welke aarde je hebt, dat zijn zaken die van invloed zijn of planten zich bij je thuis voelen of niet. Een terras dat op een tamelijk winderige hoek ligt. Een tuin die ’s zomers pas het tweede deel van de middag zon krijgt. En of je je moet behelpen met borders en veel potten. Het maakt niet uit, maar je moet wel zelf ontdekken wat in jouw tuintje groeit en bloeit.
Variatie
Tuinieren betekent: uitzoeken welke planten het in je tuin doen en ze zo uitkiezen dat bijna het hele jaar door iets in bloei staat. Eer het zover is, ben je wel een aantal jaar verder. De Helleborus, als plantje op de markt gekocht, bloeit als eerste: vrij grote prachtig gevormde bloemen, wit, rozige of lichtgroen, elke soort met zijn eigen kleur en vorm blad, staat er ook mooi bij als hij uitgebloeid is. Daarnaast contrasteert het grote blad van de schoenlappersplant en aan de andere kant het ronde glanzende blaadje van de
vuurdoorn. Variatie in blad qua vorm, grootte en hoogte maakt je border interessanter. Wissel stekjes uit met vrienden en familie, splijt planten, of pik zaad uit zaaddozen langs de weg.
Schaduw
Planten als de
hortensia, de vuurdoorn (Pyracantha) - of is het toch een
mispel (Cotoneaster)? - met zijn minuscule roze bloesem en rode besjes in najaar en winter -, hosta en varen, houden van schaduw. Je kunt zo een donkere plek oplichten met witbloemigen. Varens, met hun kantachtig blad, maar vooral hosta’s, zijn er in vele soorten. Met breed of smal blad, effen of getekend, van licht- tot blauwgrijs of donkergroen. Ze bloeien op verschillende tijden in het jaar met ieder zijn eigen, soms lelieachtige bloem in tinten wit tot lila. In het najaar knip je de verdorde bloem en het blad weg.
Kleurvast
De makkelijkste plant is misschien wel de
stokroos; in alle tinten rood van wit tot bijna zwart. Alleen in een pot wordt het niks. Terwijl een zaadje tussen de terrastegels wel wortel zal schieten. Je hebt er twee lange zomers plezier van als alle andere bloeiers al het loodje gelegd hebben en ze zwiepen zo mooi zwierig de lucht in. Als het goed is zaaien ze zelf nieuwe planten. Anders moet je ze een handje helpen. Apart van deze bloemen is, dat je het zaad van een dieprode roos kunt planten en er toch een wit exemplaar uitbloeit. Kleurvast zijn ze dus niet; laat je dus verrassen!
Winterhard
Het is zaak dat je planten kiest die ‘s winters in ieder geval nog blad hebben wil je geen kale tuin overhouden. De
Viburnum is zo’n groenblijvende struik die bovendien twee keer per jaar bloeit, ook in de winter!, en zich dan hult in een waas van witte bloemetjes die bij sommige soorten ‘sneeuwballen’ vormen. Ook de
Buddleja blijft groen. Deze vlinderstruik – hij ruikt lekker en trekt echt vlinders aan! - heeft paarse, witte of roze trossen. Kies liever niet de witte soort, want als de bloemen verdorren zit je met lelijke bruine toortsen. Snoei je de struik niet (in najaar/lente) dan groeit hij uit tot een boom. Verder heb je nog kleurige grassen.
Geurende planten
Een andere struik die lekker ruikt is de
lavendel. Koop een stuk of drie plantjes in verschillende tinten van lila tot paars dan is het geen ramp als één het niet overleefd. Snoei hem ieder najaar om hem in vorm te houden en hang de heerlijk ruikende aren in je klerenkast. Andere geurende planten zijn bijvoorbeeld
jasmijn, brem, toverhazelaar, kamperfoelie en roos. Deze laatste twee kun je via een trellis of stuk kippegaas, tegen een muur of regenpijp omhoog leiden.
Potten
De rest van de border vul je naar eigen smaak op met bodembedekkers als
maagdenpalm (Vinca),
klokjesbloem (Campanula) of
kornoelje. En natuurlijk kun je kiezen voor vroegbloeiers als
dopheide (Erica),
krokusjes, sneeuwklokjes en viooltjes. Het terras vul je deels met potplanten, maar je kunt ook een paar tegels lichten. Sommige (ook bloeiende!) planten hebben zelfs dat niet nodig en piepen vanzelf tussen de spleten omhoog. In ruime potten zet je bomen als de
esdoorn (schitterend van kleur in de herfst), de
sierkers, de wilg, de Eucalyptus of de
citrusboom. Snoei ze zodat ze niet uit de pot barsten. Kies bij kleine potplanten voor zonaanbidders, planten die goed tegen droogte kunnen, klimplanten voor koele of warme muren, etc.
Tuinieren: gewoon doen!
Tuinieren lijkt misschien ingewikkeld, maar – en dat is het voordeel van een kleine tuin, terras of balkon: je kunt lekker experimenteren. Met vaste planten maak je het jezelf gemakkelijker en goedkoper dan wanneer je ieder jaar opnieuw eenjarige bloeiers aanschaft. Planten die het niet goed doen kun je eens verplaatsen, met potplanten heel gemakkelijk, of je probeert het met mest of andere grond. Het helpt ook om je licht op te steken in de natuur bij jou in de buurt: wat daar in het wild groeit, doet het zeker goed in je tuin.