Tuinarchitectuur: deelplannen en ontwerp
Tuinarchitectuur is het begrip waarbij men een gedetailleerd ontwerp gaat opstellen voor de aanleg en inrichting van de terreinen rond een particulier gebouw, zoals een horecaterras, een woning of de kruidentuin van een historisch kasteel. Grotere terreinen met een gestrekte horizon en dus een breder gezichtsveld, behoren tot het onderdeel landschapsarchitectuur, zoals bijvoorbeeld de omliggende weides rond een historisch kasteel of een park. Het onderscheid is belangrijk: in vergelijking met landschapsarchitectuur is tuinarchitectuur veel gedetailleerder en vereist het naast een grondige kennis van zaken de kunst om de wensen van de klanten af te stemmen op de mogelijkheden.
Omwille van het feit dat er in een goed opgesteld tuinarchitecturaal plan zo veel details staan, is het niet mogelijk om alle vermeldingen, noodzakelijkheden en adviezen in één tekening weer te geven. Bijgevolg bestaat het ontwerpplan uit verschillende deelplannen, waarbij telkens dezelfde plattegrond genomen wordt met daarop de uitwerking van één facet van het project.
Inventaris
De inventaris is het eerste en belangrijkste deelplan omdat dit het skelet van het hele project vormt: hierin vermeldt men de belangrijkste zaken om rekening mee te houden en het is dus zowel een rode draad tijdens het ontwerpen als een te hanteren checklist voor het presenteren van alle plannen aan de eindgebruiker. Alles staat erop vermeld: de naam van de klant en de gezinssamenstelling of het gebruikerspubliek, grootte van het perceel en de hoek ten opzichte van het noorden, kleur/steen/vorm van het gebouw en het uitzicht naar de omgeving, reeds aanwezige inrichtingen zoals tuinhuisjes worden beschreven. Men houdt hierin met alles rekening:
- Waterinrichtingen
- Huisdieren
- Kweekfruit
- Kruidentuin
- Allergieën
- Bodemsoort
- Bodemsituatie
- Inkijk en privacy
- Is het huis bouwtechnisch in orde?
- Verlangens en wensen van de klant
- ...
Alle relevante informatie wordt hierin opgesomd.
Wensen en mogelijkheden
De inventaris somt dus enerzijds de wensen van de klant op, en brengt anderzijds de mogelijkheden van het terrein duidelijk in beeld. Aan de hand hiervan, kan men de volgende plannen gaan opstellen en het beste van beide werelden gaan samenvoegen. In veel gevallen blijkt vaak al de onmogelijkheid van een bepaalde wens van tuinarchitect of eindgebruiker omwille van bouwkundige of biologische beperkingen, bijvoorbeeld een boom die erg goed bij het huis zou passen, maar niet kan overleven op deze bodem of een storend bouwsel dat als beschermd monument werd geklasseerd.
Eindbeeld
De inventaris dient dus als eerste basis om het eindbeeld te gaan voorspellen. Het eindbeeld is de uiteindelijke staat van de tuin na afwerking en volgroeiing van de tuin, dus ten laatste zo'n 15 jaar later, wanneer ook de trager groeiende soorten (veelal bomen) hun maximale hoogte bereiken.
Verhardingsplan
Het verhardingsplan gaat de plattegrond opdelen in ruimtes en vakken. Hierbij wordt in eerste instantie gekeken naar de looplijnen zodat deze beloopbaar en toegankelijk worden en waardoor er later een ordelijk en efficiënt onderhoud van het groen plaats kan vinden. Het heeft anderzijds ook een esthetische functie waarmee niet alleen bedoeld wordt dat het mooi moet ogen maar ook ruimtelijk gevoel, richting en dieptezicht gaat geven, waardoor een bepaalde sfeer opgeroepen wordt. Grote tegels geven een rustig en ruimtelijk gevoel terwijl kleine tegels een knusser, huiselijker of rustieker gevoel geven. Wanneer men rechthoekige tegels in de breedterichting legt, zal de tuin ook breder lijken terwijl tegels in de langsrichting optisch dieper of langer ogen en het geheel verlengen. De verharding zal het visuele aspect van de tuin ontzettend versterken.
Terrassen
Een terras is een verharding bestemd voor het dragen van zitmeubilair. In de enge zin van het woord is het een polyvalente genotsruimte. Om de gebruiker het gevoel te geven dat ze zich in een buitenkamer bevinden, wordt vaak geopteerd voor een haag langs de randen van het terras. Vandaar het woord: 'behaaglijk', het voelt beschermd en vertrouwd aan en mensen ervaren het aangename en veilige gevoel van privacy. Omdat ze vaak te warm worden in volle zomer, geniet het de voorkeur om ze in de halfschaduw te plaatsen. Binnen de normen van de menselijke maat, rekent men 1,5 m² terrasoppervlakte per persoon, bovenop de 1,5 m² die een stoel en een plaatsje aan tafel innemen. Te grote terrassen gelden als ongezellig en industrieel.
Opritten
Alhoewel de mogelijkheden onuitputtelijk lijken, geniet het steeds de voorkeur om voor rustige, klassieke vormen, patronen, maten en kleuren te kiezen om te voorkomen dat de bestrating in het eindbeeld te hard naar voor komt. De verharding staat in functie van het huis en niet omgekeerd. In de praktijk zie je dit vaak omdat mensen verharding kiezen op basis van wat hun aantrekt in de verharding zelf, en dus zonder rekening te houden met de beplanting of de omgeving. Wie dit wil voorkomen, vraagt een al dan niet betalend staal van de verharding en oordeelt gedurende enkele dagen op verschillende tijdstippen: de lichtinval kan er wel eens voor zorgen dat de ervaring niet aansluit op de verwachtingen. Kies bij twijfel voor een effen kleur in plaats van genuanceerd, die contrasteert met de gevelsteen. Uitzondering hierop zijn rode gevelstenen, gezien hun dominante karakter. Indien een rode gevel, kan je ook kiezen voor een aansluitend rode verharding.
Waterdoorlatendheid
Net zoals bij terrassen en paden is het belangrijk dat de ondergrond waterdoorlatend is, om opvriezen te voorkomen. Indien er reeds een betonfundering ligt, dien je drainagematten onder de stabiliserende straatlaag te plaatsen, of je kan het beton doorboren om de afvloeiing van instromend regenwater te bevorderen. Raadpleeg steeds een specialist ter zake zodat je een correct advies voor die specifieke situatie bekomt.
Beplantingsplan
Een beplantingsplan is een plattegrond waarin de standplaats van elke plant aangegeven staat. Men lijst de hoeveelheden op, men bepaalt de plantafstand en men benoemt de plant met de taxonomische naam volgens de nomenclatuur. Hierdoor kunnen er bij prijsvragen of bestellingen geen vergissingen gebeuren met planten die er gelijkaardig uitzien of, meer voorkomend, planten die in de volksmond een zogenaamd dubbel gebruik kennen. Berenklauw is een veel voorkomend voorbeeld van dubbel gebruik, afhankelijk van de regio gebruikt men deze naam doorheen de Lage Landen voor wel zes verschillende planten.
In het beplantingsplan wordt rekening gehouden met de wens van de klant en uiteraard de standplaatseis. Dit is letterlijk wat het woord zegt: de eis die de plant stelt aan zijn standplaats (schaduwminnend versus zonminnend, droge versus vochtige bodem, grondsoort, ...). Ook fruit en kruiden behoren tot de aanplanting en verdienen dus een vermelding op deze lijst.
Rotatieplan
Voor groentes wordt soms een apart rotatieplan opgesteld, waarbij men aangeeft in welk jaar de aardappelen in welk vak mogen staan. Naar de aanloop van het volgende seizoen schuiven ze allemaal één plaats op in richtingwijzer. Immers neemt een bepaalde groente steeds datzelfde bestanddeel van de grond weg zodat na verloop van tijd de grond uitgeput geraakt. Door te roteren, voorkomt men dit of vermindert men in elk geval de kans op uitputting aanzienlijk.
Onderhoudsplan
Het onderhoudsplan is meestal een opsommingslijst van alle planten die voorkomen in het beplantingsplan, ongeacht hun verschijningsvorm (gras, boom, struik, ...). In de lijst vermeldt men steeds rond welke periode in het jaar men de soort mag planten, dit met het oogmerk om eventuele afgestorven planten te vervangen. Men vermeldt rond welke tijd dat men mag snoeien en de wijze waarop (snijden, scheuren, trimmen, ...). Zo wordt lavendel bijvoorbeeld graag van onder naar boven langsheen de houterige stengel gesneden. Ter informatie vermeldt men ook welke bloeiwijze de plant heeft en of er extra voedingsstoffen gegeven moeten worden. Tenslotte kan men ook de meest voorkomende ziektes met hun symptomen vermelden en eventueel een remedie adviseren.
Presentatieplan
In commerciële toepassingen van tuinarchitectuur is het aangewezen om een klant voor de aanvang van het project in te lichten over het eindbeeld door middel van een presentatieplan. Dit plan omvat de essentie van alle belangrijke zaken en toont dat er rekening gehouden is met de balans tussen de wensen van de klant en de mogelijkheden en beperkingen van de tuin zoals bijvoorbeeld waterstandsproblemen, wetgeving, servituderechten of andere factoren die elk hun invloed op het project hebben. Een presentatieplan is een verkoopsinstrument dat de eindgebruiker moet helpen zich in staat te stellen het eindbeeld correct te visualiseren, het dient de gebruiker te overtuigen en schept bijgevolg verwachtingen. Daarom gaat het presentatieplan gepaard met foto's en voorbeelden. Stalen of monsters worden door leveranciers vaak ter beschikking gesteld. Zelfs een driedimensionale computertekening of een op schaal gemaakte maquette behoren tot de mogelijkheden.