Bloeiende asters brengen kleur in de tuin
Asters zijn sterke, rijkbloeiende planten, die weinig verzorging nodig hebben. De bloeitijd is afhankelijk van de soort en ligt tussen mei en november. Vroeg bloeiende asters blijven vaak laag. Asters die in het najaar en de herfst bloeien gebruiken de zomerperiode om te groeien en kunnen wel tot 2.50 m hoog worden. Ze vullen de border op het moment dat deze over zijn hoogtepunt heen is en brengen kleur in de tuin. Omdat de planten snel verouderen moeten ze na drie of vier jaar worden gedeeld. Dit stimuleert de bloei.
De bloeitijd van asters
Vanaf mei beginnen de eerste asters te bloeien. Dit zijn vaak laagblijvende planten. Daarna bloeien de zomerbloeiende soorten maar de meeste asters zijn op hun hoogtepunt in de nazomer en de herfst. Door hun uitbundige bloei brengen ze kleur in de tuin op het moment dat de meeste planten over hun hoogtepunt heen zijn. Asters hebben lang een oubollig imago gehad maar ze zijn weer helemaal terug van weggeweest. De planten bloeien lang en zijn in zoveel kleuren en variëteiten te krijgen dat er voor elk wat wils is. Je kunt het hele tuinseizoen van bloeiende asters genieten door verschillende soorten te combineren. De bloemen van veel astersoorten trekken bovendien ook vlinders, bijen, hommels en andere insecten naar de tuin.
De groei van herfstasters
In de zomermaanden gebruiken herfstasters hun energie om te groeien. Met hun groene bladeren stralen ze rust uit in de border. Aan het einde van de zomer beginnen ze aan een groeispurt. Ze groeien in de hoogte en breedte en vullen daardoor de lege plekken in de border op.
Het toppen van jonge planten
Top de jonge planten als ze ongeveer 15 cm hoog zijn. Ze zullen dan beter vertakken waardoor de planten voller en steviger worden. Top de planten eind juni voor de tweede keer. Hoge asters hebben soms steun nodig om te voorkomen dat ze door de harde wind of regen om vallen. Hier kun je snoeihout voor gebruiken. Geef de planten steun tot ze volwassen zijn, daarna staan ze steviger.
Snelle veroudering
Asters verouderen snel en moeten om de 3 a 4 jaar worden gedeeld voor een rijke bloei. Deel de planten bij voorkeur in het najaar. Dit doe je door de aster uit de grond te halen en de wortels in stukken te scheuren. Als dat niet lukt deel je de wortels met een schep. De buitenste stukken van de aster plant je opnieuw. Het binnenste gedeelte gooi je weg. De jonge planten mogen het eerste jaar niet uitdrogen, geef ze voldoende water.
Het planten
Verwerk voor het planten een laag compost en wat kalk met de aarde en zet daarna de jonge planten in groepjes bij elkaar, waarbij je rekening houdt met een plantafstand van ongeveer 60 cm. Asters houden van een zonnige, open plek en een waterdoorlatende, vochtige bodem. De grond mag lichtzuur zijn. Bemest de planten met mate.
Het snoeien van asters
Snoei asters na de bloei tot 10 cm boven de grond. Dit beschermt de plant tegen vorst.
Ziekten
Een van de meest voorkomende ziekten bij asters is meeldauw. Vooral de oudere astersoorten zijn hier gevoelig voor. Veredeling heeft voor resistentie gezorgd waardoor nieuwe asters niet gevoelig zijn voor meeldauw. Meeldauw is een schimmelziekte die je kunt herkennen aan een witte aanslag op de bladeren, takken en bloemen. De ziekte komt vooral voor in een zomer met warme en vochtige weersomstandigheden. De ernst van de ziekte kan per jaar verschillen.
Aantasting en bestrijding
Een door meeldauw aangetaste plant wordt belemmert in zijn groei. De groei kan zelfs helemaal tot stilstand komen. Bestrijding is lastig omdat de schimmel het jaar erop vaak terugkomt. Bij bestrijding met synthetische middelen kan resistentie optreden. Bij resistentie werkt het bestrijdingsmiddel niet meer. Bestrijdingsmiddelen die werken wanneer ze in contact komen met de schimmel moeten heel nauwkeurig worden gebruikt. Op plekken die niet in contact zijn gekomen met het bestrijdingsmiddel groeit de schimmel gewoon door en besmet zo behandelde delen ook weer. De behandeling moet regelmatig worden herhaald. Sommige astersoorten zijn erg gevoelig voor meeldauw daarom kun je beter voor een resistente soort kiezen. Dat is ook beter voor het milieu.
Beperk de kans op meeldauw door:
- Te voorkomen dat de grond uitdroogt.
- Water bij de wortels te gieten zodat de onderste bladeren niet nat worden.
- De planten preventief tegen meeldauw te behandelen.
- Vaak komt meeldauw het volgende jaar weer terug. Om dit te voorkomen kun je voor resistente soorten kiezen.
Verschillende soorten en kleuren
Asters zijn verkrijgbaar van laag (20 cm) tot hoog (2.50 m) en bloeien in verschillende kleuren zoals lila, paars, blauw, violet, rood, roze en wit. De vroegbloeiende soorten blijven laag terwijl de herfstasters wel tot 2.50 m hoog kunnen worden. De hoge soorten kunnen beter achterin de border worden geplant zodat de kleine planten niet schuil gaan achter de grote planten.
Asters Novae-Angliae
Asters uit de groep Novae- Angliae hebben behaarde, sterke, houtachtige stengels die geen steun nodig hebben. Ook het blad is harig. Het zijn vaste planten die hommels en vlinders aantrekken. Deze soorten zijn ook niet gevoelig voor meeldauw.
Asters Novi-Belgii
Asters uit de groep Novi-Belgii vormen grote rechtopstaande pollen. De planten groeien uit een kruipende wortelstok en moeten soms gesteund worden. Deze asters hebben gladde bladeren. De asters bloeien in september en oktober. Door de lange stelen is deze aster heel geschikt als snijbloem. Asters uit deze groep zijn bladverliezend en winterhard. Deze soorten zijn gevoelig voor meeldauw.