Smal opgaande bomen
Smalle bomen zijn zeer geschikt voor een kleine tuin of langs paden en opritten omdat ze weinig ruimte innemen, weinig schaduw geven en voor privacy zorgen. Smalle bomen zijn bijv. zuilbomen, leibomen en dakbomen. Bij bolbomen wordt de kroon steeds groter en voller maar door de boom te snoeien blijft hij compact en is daarmee ook geschikt voor de kleine tuin.
Zuilbomen
Zuilbomen worden ook wel beveerde bomen genoemd. Deze bomen groeien smal omhoog en hebben een zuilvorm vanaf de grond of op de stam. De kroon begint op ongeveer twee meter hoogte op de stam. Een zuilboom is van onder tot boven vertakt en hoeft niet in vorm te worden gesnoeid. Om de strakke vorm te houden snoei je in de zomer de uitstekende takken terug. Zuilbomen zijn erg gewild vanwege hun strakke vorm en omdat ze weinig ruimte nodig hebben. Ze zijn er in veel verschillende soorten. Sommige soorten groeien snel en worden hoog andere soorten worden minder hoog zoals de goudiep. Deze boom groeit smal omhoog en kan in het voorjaar extra smal worden gesnoeid door de zijtakken tot ongeveer 30 cm van de stam weg te halen. De boom loopt op deze knoesten weer uit. Snoei in augustus nog een keer met de heggenschaar om de strakke vorm te houden.
Leibomen
Dicht bij elkaar geplante leibomen vormen een haag op poten. Een leiboom is een opgaande boom die in leivorm is gekweekt. De stamhoogte tot aan de onderste vertakking is ongeveer 1.80 m.
Om een leiboom smal te houden moet hij twee keer per jaar worden gesnoeid. In de winter snoei je de dikkere takken weg om de leivorm te houden en in de zomer knip je de takken, niet te kort, af met een heggenschaar.
Voor een dichte leivorm snoei je de boom in het voorjaar. Scheer een bladhoudende boom zoals een haag, niet te kort. Bij een bladverliezende boom blijven de hoofdtakken zitten en worden de zijtakken weggehaald. De boom gaat knoppen maken die in het voorjaar uitgroeien tot nieuwe takken. Een leiboom voorkomt inkijk, kan een lelijk uitzicht verbergen en kan zonder ruimteverlies dicht naast een tuinpad worden geplant.
Dakbomen
Dit zijn opgaande bomen die in dakvorm zijn gesnoeid. Om deze dakvorm te houden moet hij elk jaar worden gesnoeid anders groeit de boom weer de hoogte in. Er zijn veel boomsoorten die in dakvorm zijn te snoeien bijv. dakplataan en dakmoerbei.
Bolbomen
Bolbomen zijn geënt op een onderstam van 1.80 -2.00 m. De bomen groeien minimaal in de hoogte maar krijgen wel een dikkere stam. De kroon wordt na verloop van tijd groter en voller. Door te snoeien blijft deze boom compact en geschikt voor de kleine tuin. Bolbomen zijn bijv. catalpa, bolesdoorn, bolacacia, olijfwilg en glansmispel.
De voordelen van een smalle boom zijn:
- Een paar op rij geplante bomen zorgen voor dieptewerking in de tuin.
- De boom geeft weinig schaduw.
- Een zuilboom vraagt weinig onderhoud.
- Een leiboom voorkomt inkijk, heeft weinig ruimte nodig en verbergt een lelijk uitzicht.
- Onder de boom is ruimte voor beplanting.
Een boomspiegel
Maak een boomspiegel om de boom. De grasmaaier kan de stam niet beschadigen en er is ruimte voor beplanting.