Hoe een grindpad of tegelpad aanleggen
Grind kan overal worden toegepast, maar in de omgeving van gebouwen werkt grind het best. Omdat het er niet zo strak als tegels, maar strenger dan gras uitziet, is het een goede tussenoplossing. Grind aangebracht om planten of bomen, is erg nuttig, omdat het voor de wortels het ademen en water opnemen vergemakkelijkt. Zelfs het leggen van tegels kan worden geleerd, hoewel het wel enige vaardigheid en precisie vereist.
Voorbereidende werkzaamheden en het storten van het grind
Als u een grindpad wilt gaan aanleggen, is het belangrijk dat de voorbereidingen goed worden gedaan, vooral als het een oprit betreft. Die wordt namelijk erg belast en kan als hij slecht is aangelegd snel kapot gereden worden.
Om het beste resultaat te bereiken moet iedere laag van de ondergrond goed gestabiliseerd worden. Voor kleine terreinen of wegen is het handig om een handwals van 500-750 kg te gebruiken. Het walsen wordt beperkt als u het terrein een eenvoudige vorm geeft.
Als u een oprit wilt gaan aanleggen, zult u in het algemeen een ondergrond nodig hebben. Als de grond al lange tijd heeft braakgelegen, is hij in de loop der jaren, vooral als er overheen gereden is, voldoende aangestampt.
Bij nieuw te exploiteren grond moet u een bouwfirma inschakelen bij het leggen van de basis voor uw terrein, zoals het afgraven en nivelleren van de grond. Laten we aannemen dat de ondergrond reeds is aangestampt. U kunt nu met het werk beginnen. Maak allereerst het oppervlak grondig schoon, verwijder de bestaande begroeiing zoals mos, onkruid enz. en egaliseer alle kuilen met behulp van puin.
Leg nu de onderste laag van grof puin, gebroken stenen of slakken en wals deze in tot een laag die uiteindelijk 10 cm dik is. Stort er vervolgens een laag grove kiezelstenen op, waarvan de grootste ongeveer 5 cm mogen zijn. Wals deze laag in tot een dikte van 5 cm. Daarna walst u een volgende laag in, bestaande uit klei- of kalkachtig fijn materiaal met fijn grind of split als bindmiddel. Deze laag wordt 2,5 cm. Door de fijne, klei-achtige bestanddelen, wordt de oppervlaktelaag gebonden en vastgezet. Bij het walsen moet de laag zo nat zijn dat het materiaal gelijkmatig wordt verdeeld. Als bovenste laag stort u 13 mm gewassen grind (korrelgrootte 5-7 mm) en walst het in. Het oppervlak moet nu vast zijn.
Afwatering
Het is bijzonder belangrijk bij grindterreinen om voor een afvloeimogelijkheid van het water te zorgen. Als u een gat graaft en op 60 cm diepte in de grond vocht vaststelt, moet u aan beide kanten van de oprit een gewone afvoerbuis leggen.
Randen langs het pad of het terrein
Als het terrein met grind grenst aan een zachtere omgeving, zoals bloembedden, borders of grasvelden, moet er beslist een omlijsting omheen. Een aantrekkelijke en goed werkende omlijsting maakt u door een sluitrand van bakstenen te leggen. Dit moet wel een goede hardgebakken soort zijn. Beter is het nog om klinkers te gebruiken, in verband met vorstschade. Leg de steen in een betonnen onderlaag en stort het grind tot 13 mm onder de rand van de omlijsting. Als het grind aan een grasveld grenst, moet het gras ook 13 mm boven de tegels uitgroeien, opdat u met de grasmaaier gemakkelijk ook de rand kunt maaien.
Het leggen van tegels
Verkiest u een tegelpad aan te laggen is de opbouw van het pad gelijklopen met dat van een pad naast enkele kleine verschillen. Nadat u voor een bepaalde tegel hebt gekozen, het benodigde aantal stenen hebt geschat en de bestelling hebt geplaatst, gaat u allereerst de grond voorbewerken. Indien nodig, wordt de grond afgegraven tot 7-10 cm lager dan het niveau dat gewenst wordt. Dan wordt er een 5 cm hoge laag ballast ingewalst of ingestampt. Op vochtige of moerasachtige bodem, gebruikt men een 5 cm dikke onderlaag met een deklaag van zand. Probeer of uw fundament, als het gelegd is, wel in alle richtingen vlak is. Als u dit zorgvuldig doet wordt het tegels leggen er alleen maar gemakkelijker op. Baken het te betegelen terrein af met een lijn. Kies voor uw tegels een legpatroon, waarbij u geen al te kleine stukken moet snijden. De leverancier kan de stenen precies volgens opgave leveren. Markeer de rand van de eerste rij met een lijn. Iedere tegel wordt dan op 5 troffels van een zand/cementmortel mengsel - in de verhouding 3:1 - geplaatst. Dat wil zeggen 4 troffels ongeveer op de plaats van de hoeken en één in het midden. Voor de 9 mm ruimte tussen de tegels (de voeg) gebruikt u tijdelijke stukjes spaanplaat of triplex.
Iedere tegel wordt met een vuistje, via een blok hout zodanig geklopt dat hij met de andere stenen gelijk ligt en niet meer wiebelt. Met een troffel wordt eventueel naar boven gedrukt overtollig cement verwijderd. Werk altijd vanaf de eerste tegelrij naar achteren, gebruik bij het leggen regelmatig de waterpas en de richtlijn, opdat het oppervlak horizontaal komt te liggen. Ongeveer een week na het leggen moeten de tussenruimten tussen de tegels worden afgevoegd. Daarvoor gebruikt men hetzelfde 3:1 zand/cementmortel mengsel.
Het snijden van tegels
Het is mogelijk de stenen te splijten met behulp van een vuistje (metselaarshamer) en een steenbeitel. Als u dit karwei zelf wilt klaren, moet u op de hier volgen de manier te werk gaan:
- Geef de splijtlijn aan met krijt of zacht potlood rondom aan beide zijden en zijkanten.
- Leg de te snijden steen op een zachte ondergrond en druk hem zo vast dat hij bij het beitelen niet meer kan verschuiven. Met vuistje en platte beitel wordt de snijlijn iets (ongeveer 2 mm diep)en zo veel mogelijk recht op het bovenvlak en de smalle kanten ingekerfd. Dan draait u de steen om en kerft voorzichtig de andere kant in.
- Leg aan het eind van de kerf een blok hout en sla daarop met de hamer; klop aldus de hele kerf langs, tot u plotseling in plaats van de heldere toon een dof geruis hoort. Dan is de steen doormidden. Sla de scherpe kantjes af met de platte beitel zodat u mooie rechte voegen krijgt.