Verven doe je zo - Behangen als een pro - Stap voor stap
Iedereen kan behangen, iedereen kan verven. Met een eenvoudige handleiding en tips, zoals welk materiaal men best kan gebruiken en hoeveel men nodig heeft, en waar men op moet letten is het voor ieder een kinderspel. Wees niet bang en begin.
Inhoud
Verven doet men zo
- Bedek vloer en meubels met oud bedlinnen of een plastic zeil.
- Plak stopcontacten en schakelaars af met tape, alsook deurkozijnen en ramen. Verwijder de tape na het verven zo snel mogelijk. Zo voorkomt men dat men de verf mee wegtrekt.
- Reinig de muren met een droge, harde borstel en stof grondig af. Oneffenheden in het pleisterwerk werkt men weg met schuurpapier. Putten, spleten en barsten, vult men op met een vulmiddel. Laat drogen, schuur eventueel wat bij en stof af. Gebruik eerst een primer of grondlaag op nieuwe ondergronden of oude verflagen.
- Nu kan men aan het schilderwerk beginnen. Rol een eerste laag verf uit in verticale richting, in stroken van ongeveer 60 centimeter. Rol er dan in horizontale richting over. Strijk nog eens licht na naar beneden. Zet zo vak voor vak de hele muur in de verf. Smeer de verf niet te dik uit en zorg ervoor dat twee naast elkaar liggende vlakken elkaar vijf tot tien centimeter overlappen. Werk snel, zonder tijdsonderbreking, zodat de vlakken aansluiten vooraleer de vlakken beginnen te drogen.
- Wacht minstens acht uur voor een volgende laag. Gebruik voor binnen bij voorkeur een verf op waterbasis (acrylverf). Die is vrijwel reukloos en ook minder schadelijk voor mens en milieu.
Borstels of rollen
Investeer in goed verfborstels en -rollen. Ze zij duurder in aankoop, maar ze geven een mooier resultaat en ze gaan, mits ze goed onderhouden worden, jaren mee. Voor grote oppervlaktes gebruikt men rollers, die met een normale vacht zijn ideaal voor gladde muren, die met langere haren eerder voor ruwe muren. Voor lakverf gebruikt men het best een rolletje van mohair of fluweel.
Voor hoeken en randen gebruikt men een verfborstel. Gebruik borstels met synthetische haren voor watergedragen verven en synthetische verven.
Hoeveel verf heb je nodig
De gemiddelde leidraad voor één verflaag is
- lakverf: 1 liter/14m²
- muurverf: 1 liter/8m²
- structuurverf: 1 liter/3m²
Is de ondergrond grof, dan heeft men iets meer verf nodig. Dat geldt ook als het contrast tussen de verf en de ondergrond groot is.
Tip
Moet je een verfklus even onderbreken, maak de roller dan niet proper, maar bewaar hem in een goed afgesloten plastic zak. Je kunt de roller zo maximum twee dagen bewaren en daarna gewoon verder verven.
Behangen
- Zorg ervoor dat alle oneffenheden weggewerkt zijn, dat oude behang- en/of verfresten verwijderd zijn en dat de muren stofvrij zijn. Heeft men last van zuigende muren? Behandel ze dan met een speciaal voorstrijkmiddel. Controleer de zuiging van de muur door deze nat te maken met een spons. Trekt het water snel in de muur, dan heeft men een sterk zuigende ondergrond.
- Je begint best in een hoek te behangen. Zet met potlood een stip bovenaan de muur, 49 à 51 centimeter uit de hoek (behang is meestal 53 centimeter breed, zo kan men 2 à 4 cm over de hoek heen plakken). Vanuit dit punt trekt men met een waterpas of een touwtje met een gewichtje eraan een dunne lijn, de loodlijn, loodrecht naar beneden.
- Meet de hoogte van de kamer en snij de banen op maat. Voorzie een extra lengte van 10 centimeter. Zo kan men het papier makkelijker onderaan afsnijden na het behangen. Hou voor behangpapier met patroon rekening met het uitlijnen van de motieven wanneer men de banen afsnijdt.
- Leg de banen met de goede kant naar onderen. Om te vermijden dat de banen oprollen, rolt men de twee uiteinden van de banen om. Verdeel de lijm met een lijmborstel van het midden naar de randen en strijk ook de kanten voldoende in. Plooi elke baan voorzichtig toe (zonder vouwen te maken). Laat de lijm inweken, zodat het papier kan uitzetten. Als dit op de muur gebeurt, krijgt men blazen.
- Breng het papier aan op de muur, net tegen de loodlijn aan. Vouw de baan van boven naar beneden open en druk het behang aan met een borstel. Heeft men toch bubbels achter het behang, prik dan voorzichtig met een speldje een gaatje in het behang. Wrijf er over tot alle lucht en lijm er uit zijn.
- De volgende baan plakt men tegen de eerste aan, zonder dat ze elkaar overlappen. Let er bij motiefbehang op dat de print goed op elkaar aansluit.
- Hou tot slot een behangliniaal tegen de plint en snij het behang aan de onderkant af met een scherp Stanleymes. Veeg overtollige lijmresten met een vochtige doek weg.
- Komt men een stopcontact tegen? Plak het behang erover. Snij er een kruis in en knip het vierkant uit.
Vliesbehang: makkelijk en snel
Vliesbehang, ook wel snelbehang genoemd, heeft een toplaag van papier of vinyl. De rug is van vlies. Het aanbrengen is super eenvoudig, inlijmen is overbodig. Je brengt de lijm rechtstreeks op de muur aan en plakt het behang er direct op. Omdat dit behang erg sterk en krimpvrij is, wint het de laatste jaren enorm aan populariteit. Tegenwoordig vindt men dit behang dan ook in verschillende dessins en kleuren.
Hoeveel rollen heb je nodig
Meet de hoogte van de kamer. Meet dan de breedte van alle muren in centimeters en tel ze op. Deel dit door de rolbreedte. Nu weet men hoeveel banen men nodig heeft. Is de kamer minder dan drie meter hoog, dan haalt men meestal drie banen uit een rol.
Tip
Vergeet niet de breedte van ramen en deuren af te trekken van de totale kamerbreedte.