Stukadoren: Buitenpleisterwerk en optrekkend vocht
Het pleisteren/stukadoren van een buitengevel, wordt vaak gedaan uit het oogpunt van esthetica. Maar een buitenpleistersysteem heeft daarnaast ook de functie om de gevel te beschermen tegen weersinvloeden. Er zijn tal van regels waar een ondergrond aan moet voldoen, voordat deze voorzien kan worden van een buitenpleistersysteem. Een van deze regels is dat de ondergrond volledig droog moet zijn. Maar waarom is dat? En wat moet je doen als je bijvoorbeeld last hebt van optrekkend vocht?
Wanneer men last heeft van optrekkend vocht en de gevel willen voorzien van een pleistersysteem, zal eerst het optrekkend vocht verholpen moeten worden. Optrekkend vocht vind (logischerwijs) plaats onder het maaiveld en bij het plintbereik (300 tot 500 mm boven het maaiveld). Om hier toch een succesvol en duurzaam werk van te maken, zullen er eerst voorbereidingen getroffen moeten worden. Omdat optrekkend vocht een probleem is bij het maaiveld en het plintbereik, wordt in principe enkel het pleisteren van een plint aangegeven.
Voorbereiding
Voordat men begint met de stukadoorswerkzaamheden en het oplossen van optrekkend vocht, zullen er eerst wat voorbereidingen getroffen moeten worden.
- De grond rondom het gebouw dient te worden vrij gegraven tot op de funderingsvoet. De breedte bedraagt ongeveer een meter, zodat men ook goed kan werken ter plaatse van het maaiveld en het plintbereik.
- De ondergrond zal moeten worden gecontroleerd. Hierbij dient er gekeken te worden naar de hardheid van de steen. Een kalkzandsteen in en onder het maaiveld is namelijk geen goede ondergrond, omdat de steen hiervoor te zacht is. Vaak worden dergelijke details uitgevoerd met metselbakstenen van klinkerkwaliteit. Wanneer men een relatief zachte steensoort tegen komt, is het niet verstandig deze te pleisteren. Het zou dan een betere oplossing zijn om een natuurstenen plint toe te passen.
- De ondergrond moet schoon, stofvrij, droog en draagkrachtig te zijn, alvorens met de stukadoorswerkzaamheden kan worden aangevangen.
Wanneer deze drie bovengenoemde zaken zijn bekeken, zal er gekeken moeten worden naar het optrekkend vocht. Als hier niets aan gedaan wordt en de gevel wordt voorzien van een pleistersysteem, kunnen er problemen optreden. Allereerst kan de hechting van de pleister op de natte ondergrond een slechte hechting krijgen. Hierdoor zal de pleister niet goed op het oppervlak blijven zitten. Wanneer men er bijvoorbeeld voor kiest om het open te graven en volledig te laten drogen (bijvoorbeeld in de zomer), blijft het onverstandig om de plint te voorzien van een pleistersysteem. Wanneer het later in het jaar weer slecht weer wordt, is het te verwachten dat het optrekkend vocht terug gaat komen. Wanneer dit onder de pleister trekt, zal het vocht de pleisterlaag namelijk van de ondergrond afduwen. Het is dus in beiden gevallen noodzaak om passende maatregelen te treffen, zodat duurzaamheid van het uit te voeren werk wordt verkregen.
Injecteren
Om optrekkend vocht in de constructie tot halt te roepen, worden gevels vaak geïnjecteerd. Hierbij word een laag metselbakstenen onder het maaiveld om de 300 mm ingeboord. In deze boorgaten worden vervolgens geïnjecteerd met injectiehars. Deze zorgt ervoor dat de stenen volledig verzadigd raken met de injectiehars. Hierdoor kan vocht niet in de stenen trekken en zich dan ook niet verplaatsen in het metselwerk boven de geïnjecteerde laag stenen. Aansluitend dient de volledig gevel nog wel te drogen, alvorens een pleistersysteem verwerkt kan worden. Voor injectiesystemen zijn er verscheidene fabrikanten die deze producten kunnen aanbieden.
Pleistersysteem
Wanneer de ondergrond volledig is gedroogd en de gevel is geïnjecteerd, kan er aansluitend gepleisterd gaan worden. Hiervoor zijn verschillende pleistersystemen. Het belangrijkste is dat een kalkvrije mortel gebruikt wordt, omdat deze goed met vochtige situaties kan omgaan. Het gaat dan voornamelijk om het vocht en grondwater onder het maaiveld.
Voorbehandeling
Een metselbakstenen ondergrond heeft normaliter een normale zuiging en is er geen voorbehandeling nodig. Wanneer er gemengd metselwerk is gebruikt, is het noodzaak een egale zuiging te krijgen. Hiervoor kun je Knauf VP 340 gebruiken. Deze wordt 5 mm opgezet en horizontaal ruw gehaald met een getand spackmes. Als deze volledig is gedroogd, kan de basislaag worden opgezet. Belangrijk is het pleistersysteem op te zetten op de helft van de geïnjecteerde bakstenen laag. De stenen daaronder zullen het vochtprobleem houden en vandaar dat het pleistersysteem daarboven moet beginnen.
Basislaag
Het advies is om hier een harde zandcementpleister voor te gebruiken. Dit kan traditioneel worden gemaakt of men kan gebruik maken van fabriek vervaardigde mortels. Knauf heeft hiervoor bijvoorbeeld UP 310 in het programma. Hiermee kan een basislaag van 12 mm worden opgezet en aansluitend worden geschuurd met het rabbot. Ook deze laag dient aansluitend volledig te drogen, voordat de afwerklaag kan worden aangebracht.
Afwerklaag
Ook hiervoor kan een traditionele mortel gebruikt worden, evenals een fabriek vervaardigde mortel. Dit zou ook kunnen met de UP 310 van Knauf. Deze wordt dan in een laagdikte van 3 mm opgezet en kan aansluitend volledig drogen.
Extra maatregelen
Om de pleister onder het maaiveld te beschermen tegen vocht, dient de pleister waterdicht te worden behandeld tot 5 centimeter boven het maaiveld. Hiervoor gebruikt men doorgaans een bitumineuze afwerking. Ook is het mogelijk een product van Knauf te gebruiken. Zij hebben hier het product SD 180 voor. Dit wordt in twee lagen aangebracht tot een laagdikte van zo’n 3 mm. Dit kan dan aansluitend drogen.
Als laatste maatregel dient er nog een mechanische noppenfolie worden geplaatst. Dit wordt voor het pleisterwerk geplaatst, wat zich onder het maaiveld bevindt. Ook zal er aansluitend een grindrand geplaatst moeten worden, om het detail te beschermen tegen opspattend regenwater.
Werken volgens NPR 3924
Voor alle buitenpleisterwerkzaamheden wordt geadviseerd de richtlijnen van de NPR 3924 in acht te nemen, waar deze bovenstaande werkwijzen in staan opgenomen.