Hoe moet u juist snoeien
Lang niet alle bomen en struiken moeten geregeld worden gesnoeid; vaak is het voldoende als u ze nu en dan snoeit om een goede vorm te behouden. Er zijn echter enkele uitzonderingen, die een jaarlijkse snoeibeurt echt nodig hebben; kijk hiervoor op de label als u een nieuwe plant koopt. Welke struiken u ook in de tuin hebt staan, verwijder altijd dode of zieke takken anders breidt de ziekte zich misschien tot de rest van de plant uit.
Om dood hout van levend te onderscheiden, krabt u met uw nagel de schors weg. Is het onderliggende hout groen, dan leeft de tak nog, maar is het bruin of wit, dan is de tak afgestorven. Om de beste snoeitijd te kunnen vaststellen, moet u weten of de struik op het oude of het nieuwe hout bloeit. Oud hout is gewoonlijk donkerder, met een ruwer oppervlak dan nieuw hout, dat lichter en gladder is. Als een tak heeft gebloeid, snoeit u hem terug om ruimte te maken voor de ontwikkeling van nieuwe takken voor het volgende jaar. Geef de plant na het snoeien altijd mest om nieuwe groei te bevorderen. Mulchen doet u in de lente, als de temperatuur stijgt.
De juiste snoeisnede
Maak een gladde snede met een scherp snoeimes. met een bot mes beschadigt u het plantenweefsel. De hoek van een snede hangt af van de plaats van de knoppen aan de tak. Maak bij afwisselende knoppen een schuine snede vlak boven een knop, en wel zodanig dat eventuele regendruppels van de knop af wegstromen. Dit vermindert de kans op infecties. Maak bij tegenoverstaande knoppen een horizontale snede.
Wanneer moet er worden gesnoeid?
Snoeien in de winter leidt tot krachtige groei in het voorjaar, omdat de energie van de boom of struik over minder knoppen hoeft te worden verdeeld. Bij zomersnoei haalt u bladeren weg die anders voedsel voor de plant zouden aanmaken, dus dit remt de snoei. Snoeien aan het eind van de zomer of in de herfst is meestal niet verstandig, omdat dit de ontwikkeling van jonge scheuten bevordert die gevoelig zijn voor de vorst. Een uitzondering vormen hoge, ondiep wortelende struiken, zoals klimrozen, die snel last hebben van de wind. Over het algemeen is de winter of het vroege voorjaar de beste tijd voor het snoeien van planten die laat in de zomer bloeien, terwijl planten die in de lente of in het begin van de zomer bloeien, direct na de bloei moeten worden gesnoeid.
Een verwilderde struik snoeien
Snoeien is noodzakelijk als een heester uit zijn krachten is gegroeid. Verdeel de opknapbeurt over een periode van drie jaar om de plant niet te zwaar te belasten. Verwijder het eerste jaar na de bloei een op de drie takken. Als de struik laat in de zomer bloeit, snoeit u hem pas het volgende voorjaar. Haal tegelijkertijd alle zieke en verkeerd geplaatste takken weg. Laat de struik daarna een jaar met rust, zodat hij nieuwe twijgen kan ontwikkelen. Het tweede en derde jaar neemt u de rest van de oude takken onder handen. Voor het snoeien van volgroeide struiken hebt u een takkenschaar en een snoeizaag nodig.
Bladverliezende struiken snoeien
Struiken die laat in de zomer bloeien, doen dat gewoonlijk op loten die zich eerder in het jaar ontwikkelden. Snoei deze planten 's winters of vroeg in de lente om ze de tijd te geven nieuwe twijgen te vormen. Snoei de takken van krachtig groeiende struiken, zoals Buddleia davidii, tot op twee knoppen van het hout van het voorgaande jaar. Verwijder bij krachtige groeiers als Hydrangea microphylla alleen uitgebloeide en oude takken. Bladverliezende struiken die in het voorjaar of vroeg in de zomer bloeien, snoeit u direct na de bloei om ze zoveel mogelijk tijd te geven bloeitakken voor het volgende jaar te produceren. Snoei uitgebloeide takken terug tot op het hout van het vorige jaar. Let erop dat u bij struiken die op het nieuwe hout bloeien, geen jonge takken verwijdert die nog niet hebben gebloeid. Sommige bladverliezende heesters worden niet vanwege de bloemen, maar om een andere aantrekkelijke eigenschap gekweekt. Van kornoeljes en wilgen zijn de kale wintertakken schitterend van kleur. Snoei ze jaarlijks terug om de groei van kleurige jonge loten te bevorderen. Andere struiken, zoals seringen, hebben prachtige bladeren. Snoei deze elk voorjaar tot de grond toe af voor een fraai bebladerde struik in de zomer.
Groenblijvende struiken snoeien
De meeste groenblijvende struiken moeten geregeld worden gesnoeid. Behandel een te slordig uitgegroeid exemplaar als een uit zijn krachten gegroeide struik en voer de opknapbeurt in fasen, verdeeld over drie jaar uit. Sommige groenblijvende struiken, zoals aucuba en eucalyptus, zijn echter zo energiek dat ze in één keer drastisch kunnen worden gesnoeid.
Veel kleine, groenblijvende, bloeiende struiken, waaronder tal van bodembedekkers, moeten elk jaar worden gesnoeid, zoals lavendel, cipressenkruid, maagdenpalm, marjolein en tijm. Sommige, zoals lavendel, hebben er een hekel aan als het oude hout ver wordt teruggesnoeid; verwijder daarom in het voorjaar alleen de bloeistengels en 2,5 tot 5 cm van het gebladerte.
Snoei cipressenkruid in de lente, wanneer de nieuwe scheuten zich beginnen te ontwikkelen, tot 7,5 tot 15 cm boven de grond terug snoeien voor een compacte groei. Snoei andere bodembedekkers om ze vol en dicht te houden.
© 2010 - 2024 Ray14125, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
3D tuin ontwerpenWe hebben allemaal wel eens de gedachte dat we graag de tuin willen veranderen. Dit kan komen omdat je simpelweg op de h…
Bronnen en referenties
- http://www.leersnoeien.nl