De groententuin: het zaaien
Zelf groenten kweken is leuk. Je bent afhankelijk van de weeromstandigheden of je oogst zal lukken of niet. De groenten uit je eigen groententuin zijn smaakvoller, maar vaak ook wat kleiner dan je gewend bent uit de winkel. Het hebben van je eigen groententuin is goedkoper dan groenten kopen in de winkel. Voor een weelderige groentetuin moet je eerst de bodem bewerken. Vervolgens moet je gaat zaaien.
Er zijn drie manieren van zaaien:
- voorzaaien in een broeikas of kamerkas
- voorzaaien in een koude kas of tunnel
- zaaien in de volle grond
Voorzaaien in een broei- of kamerkas
Voorzaaien in een broeikas of kamerkas kan al voor de eigenlijke zaaidatum van het gewas. Voorzaaien kan in principe voor alle gewassen, maar is vooral handig voor gewassen die moeilijk ontwikkelen of waarvoor het buiten nog te koud is. Het zaaien in een kas heeft tevens als voordeel dat het ongedierte zoals slakken weghoudt bij de kiemplantjes, die nogal kwetsbaar zijn. Slakken komen veel voor in natte periodes. Sommige planten kunnen in een kas blijven. Dit geldt voor warmteliefhebbers als de paprika bijvoorbeeld.
Als je wilt voorzaaien in een broei- of kamerkas gebruik dan speciale zaadgrond, verkrijgbaar bij het tuincentrum. Eventueel kun je gewone potgrond gebruiken, meng dit dan met rivierzand (2 a 3 delen potgrond, 1 deel rivierzand). Als de zaadjes teveel voeding krijgen schieten ze door en worden ze zwak. Voelt de grond wat droog aan, begiet het dan nu vast met wat water.
Verdeel het zaad over de aarde en bepoeder het met een dun laagje zand of aarde met een zeef. Druk de aarde voorzichtig maar goed aan, zodat de zaadjes in goed contact staan met de aarde. Besproei het lichtjes met water en vergeet niet erbij te zetten wat je gezaaid hebt.
Dek de bak af met een deksel of wat keukenplastic, of zet het in de broei- of kamerkas. Een warme plek in de kamer kan ook, het dient dan wel een temperatuur van 20 a 22 graden te zijn. Plaats de bak niet in de volle zon en draai de bak regelmatig, om te voorkomen dat de plantjes slechts 1 kant op groeien. Er moet wel lucht in de bak kunnen komen, dus prik gaatjes of zet het deksel iets open.
Zijn de plantjes opgekomen, bevochtig dan alleen als de grond droog aanvoelt en maak de plantjes zelf niet nat. Na een week kan de deksel eraf. Nu kun je beginnen met uitdunnen, verspenen en afharden.
Zaaien in een koude kas of tunnel
Bij het zaaien in een koude kas of tunnel gaat u direct buiten zaaien. Dit moet iets later dan binnenshuis zaaien, maar iets vroeger dan zaaien in de volle grond.
Een koude kas is een houten bak met een glazen bovenkant, een buitenkas zeg maar. Een tunnel kun je kopen bij het tuincentrum of eventueel zelf maken met wat gebogen ijzerdraad en plastic.
In de tunnel of de koude koude kas warmt de aarde op en houdt het de warmte vast waardoor het zaad kan kiemen. Vaak verschilt de temperatuur in de koude kas of tunnel ongeveer 5 graden met de buitenlucht. Bij nachtvorst dien je wel een wollen deken over de kas of tunnel te leggen. Door de stilstaande lucht slaat de vorst harder toe in de buitenkas of tunnel.
Zet de tunnel of buitenkas op de warmste plek van de tuin, in direct zonlicht. Zet een thermometer in de bak en regel de temperatuur door het deksel open en dicht te doen.
Een aantal planten kunnen niet kiemen in een koude kas. Aubergine en tomaat bijvoorbeeld hebben een verwarmde kas nodig om te kiemen. Het kiemplantje kun je vervolgens wel overspenen naar de koude kas.
Makkelijke groenten voor de buiten kas zijn bijvoorbeeld radijs en sla. Zij kunnen direct in de koude kas of tunnel.
Zaaien in de volle grond
Als je in de volle grond gaat zaaien, zaai je op regels. Dit zijn ondiepe geultjes die je met een stok in de aarde trekt. Je kunt ook zaaien in een zaaibed, dit is een speciaal stukje grond dat je gebruikt om de zaden te laten kiemen en ze vervolgens over te spenen naar de daadwerkelijke moestuin. Een zaaibed is handig voor groenten die een lange ontwikkelingstijd hebben, zoals bijvoorbeeld de prei waarbij het 160 dagen duurt van zaaien tot oogst.
Bij zaaien in regels zet je de plant direct op zijn eindbestemming. Na opkomst moet je het gewas uitdunnen, het onkruid weghalen en eventueel wat bijmesten.
Voor het zaaien in volle grond moet je de grond goed losmaken en onkruidvrij maken. Met een hark maak je de grond glad en vervolgens trek je met een stok de geultjes in de grond. Of je maakt gaatjes voor pootuitjes en pootaardappelen. Vergeet ook nu niet een naambordje te plaatsen.
De meeste groeten kun je al zaaien voor half mei. Gewassen die niet winterhard zijn of zaad dat moeilijk kiemt bij nat weer kun je voor de zekerheid beter na half mei zaaien. Stokbonen houden bijvoorbeeld niet van nat weer. Over het algmeen staat de zaaidatum op het zakje van het zaad.
Verspenen en afharden
Verspenen betekent dat je de kiemplantjes overzet in een eigen potje. Dit doe je als zich na de kiemblaadjes het eerste echte blad heeft gevormd. Pak de kiemplant niet aan het steeltje, maar aan een blaadje. Als het steeltje breekt is het plantje kapot en doet hij niets meer, een blaadje kan hij nog wel missen. Wip het plantje met behulp van een potlood of theelepeltje uit de aarde en zet het in de nieuwe pot of bak met verse zaaigrond. Druk de aarde voorzichtig aan en zet het plantje op een koele plek.
Zodra de plantjes goed ontwikkelen kun je beginnen met afharden. Zet de plantjes af en toe onbeschermd buiten op een zachte, bewolkte dag. Doe dit steeds iets langer. Je plantjes kunnen nu nog niet tegen harde wind, felle zon, regen en kou.
Slakkenbestrijding
Slakken komen veel voor in natte periodes. Je kunt er biervallen voor plaatsen. Je graaft gewoon een bekertje of jampotje tot aan de rand in de grond en vult het half met zoet bier. Aangetrokken door de geur zullen de slakken erin verdrinken. Je dekt de vallen af door er een schoteltje schuin over te plaatsen, zodat er geen regen in kan. Het komt er wel op aan om de biervallen regelmatig leeg te maken en vers bier in te gieten.
Slakken verschijnen vooral 's avonds. Je kunt met een zaklamp naar buiten gaan en de slakken verzamelen. Let erop dat je ze dan ver weg brengt, zodat ze niet de volgende avond terug komen. Of zet ze op de composthoop.
Ook is het mogelijk een 10 cm brede strook zout om de planten te strooien waar de slakken het meest gek op zijn.
Je kunt ook een stolp om de kwetsbare planten zetten. Stolpen van plastic zijn te krijgen bij tuincentra. Een oude kaasstolp kan ook, let er wel op dat er lucht bij de planten moet kunnen komen.