Zaaien of planten bij langdurige droogte
Langdurige droogte zorgt voor problemen als er gezaaid of geplant moet worden. Zaden kiemen niet en planten groeien slecht. Ze verdrogen en de bloemknopvorming (in het volgende jaar) wordt bij fruitbomen nadelig beïnvloed. Dit wordt veroorzaakt door een zwakke groei. Om de kans op een succesvolle groei, bloei en oogst te vergroten bevochtig je de grond voor het zaaien. Week de zaden voor in water. Het vocht dat ze opnemen, hebben ze nodig om te kunnen ontkiemen. Ook tijdens het uitplanten en bij langdurige droogte hebben de plantjes extra water nodig.
De bewerking van de grond
Bij droogte kan de grond beter vlak voor het zaaien of planten worden bewerkt. Maak de grond één dag voor bewerking, of voor het zaaien/planten vochtig (niet te nat). Op deze manier wordt kleigrond niet te hard en is zandgrond gemakkelijk te bewerken. Maak, als het mogelijk is, alleen de bovenste laag los en bewerk de grond niet te diep, anders droogt de losgemaakte grond uit. Door alleen het bovenste laagje los te maken wordt de capillaire werking van de grond behouden. De kanaaltjes worden afgeschraapt en alleen het bovenste laagje zal uitdrogen. De grond boven het gezaaide rijtje kan iets worden aangedrukt.
De capillaire werking van de bodem
In de bodem zitten kleine holten tussen de bodemdeeltjes. Het grondwater kan, afhankelijk van de grondsoort, omhoog gezogen worden. Via de fijnste buisjes bereikt het omhoog gezogen water het bodemoppervlak waar het verdampt. In de bovenste laag (20-30 cm) zijn de kanaaltjes met omhoog gezogen water en met lucht gelijk. De kanaaltjes zijn fijner naarmate de grond dichter is.
Het zaaien
Week de zaden voordat ze gezaaid worden. Zo nemen ze genoeg vocht op om te kunnen ontkiemen. Harde zaden zoals erwten en bonen moeten wel 24 uur weken en zachte zaden zoals bietjes vier tot zes uur. De plantjes en zaden hebben vooral water nodig bij het zaaien, uitplanten en tijdens lange, droge periodes. Giet voor het zaaien water in het zaaigeultje. Wacht tot het water weg is gelopen en dek het gezaaide zaad af met vochtige grond.
De benodigde hoeveelheid water hangt af van de volgende factoren
- Grondsoort – Planten op klei- en leemgrond hebben minder last van gebrek aan water dan planten op zandgrond.
- De soort groente – Bladgroenten bevatten veel water en hebben het hele seizoen meer water nodig dan wortel of vruchtgewassen. Trage kiemers zoals ui en prei hebben veel water nodig.
- Het groeitijdstip – Planten in het oogststadium hebben meer water nodig.
- Bij het verplanten hebben planten altijd meer water nodig.
- Oudere planten hebben een goed ontwikkeld wortelgestel waardoor ze minder gevoelig zijn voor droogte.
De grond kan het water beter vasthouden als
- De grond wordt vermengd met compost.
- De grond luchtig genoeg is. Goede tuingrond bevat 25 procent lucht.
- Het bodemleven goed is. Wormen graven kanalen waardoor het water goed de grond in kan.
- Er is gezaaid.
Het afdekken van de zaadjes
Als de natgeregende grond opdroogt ontstaat er korstvorming. De grond wordt hard en de zaadjes kunnen niet goed opkomen. Om korstvorming van het bovenste grondlaagje te voorkomen kunnen planten worden afgedekt met een jutedoek of gaatjesfolie. Giet hier het water op en controleer regelmatig de vochtigheid onder het doek. Verwijder het doek als het zaad gaat kiemen anders krijgen de plantjes niet voldoende licht. Het is beter om het doek 's avonds weg te halen, zodat de overgang naar meer licht niet te groot is.
Korstvorming voorkomen zonder doek
Je kunt korstvorming ook verminderen door organisch materiaal (compost, organische mest) te vermengen met de aarde. Heb je gezaaid? Besproei het gezaaide dan met een fijne straal. De bodem slaat dan niet zo snel dicht en de zaadjes spoelen niet weg. Als het pas gezaaide één keer water heeft gehad, geef dan regelmatig water, totdat het weer regent. Het voorkomt uitdroging van het gekiemde plantje.
Het planten van de beplanting
Je kunt het beste planten op een regenachtig of bewolkte dag. Zonlicht kan de wortels beschadigen. Het is belangrijk dat de potkluit van de plant goed nat is voor het planten. Zet de planten eerst in een bak met water en laat ze daarin staan totdat de kluit verzadigd is. Maak de grond een dag voor het planten vochtig. Voor het planten giet je extra water in het plantgat en na het planten geef je nog een keer water. Wacht nu weer met begieten tot de grond helemaal droog is. Voor een goede ontwikkeling van het wortelstelsel moet het plantje nu zelf zijn vocht zoeken. Als je water geeft, geef dan in één keer voldoende water en niet elke keer een klein beetje. Schoffel het bovenste laagje grond los bij langer geplante planten. Het beperkt verdamping van de ondergrond