Het voorzaaien van planten

Wil je zo lang mogelijk genieten van het tuinseizoen? Begin dan al vroeg in het voorjaar met het voorzaaien van groenten, eenjarigen en andere planten en plant ze rond half mei in de volle grond. Hoewel het voorzaaien van planten niet moeilijk is, vraagt het toch veel zorg en aandacht om een goed resultaat te verkrijgen. Sommige zaden kiemen gemakkelijk, maar veel zaden kiemen alleen bij de juiste verhouding tussen licht, lucht, vocht en temperatuur.

Planten voorzaaien in potten of in een zaaibakje

Zaai de planten voor in potten of in een zaaibak en zet ze bij voorkeur voor een raam op het zuiden, uit de volle zon. De aarde warmt goed op en er is voldoende zonlicht, op het midden van de dag, als de zon het krachtigst is. Maak gebruikte potten wel eerst schoon met warm water en soda, ze kunnen schimmelsporen bevatten. De potten of bakjes moeten gaatjes in de bodem hebben zodat het overtollige water weg kan lopen. Voor het zaaien neem je twee delen grond en één deel zand of speciale zaai- en stekgrond. Zaai- en stekgrond is vrij van ziektekiemen en luchtig. Zaden kiemen beter in deze grond. Zaden met een harde of dikke buitenkant zoals bijv. bonen laat je eerst weken in water. Als de buitenkant zachter is geworden, kiemen ze makkelijker. De meeste zaden kiemen in het donker. Na het zaaien bedek je ze met aarde. Er zijn ook zaden die licht nodig hebben om te kiemen. Lichtkiemers bedek je niet met aarde.

De voordelen van voorzaaien

• Als het tuinseizoen begint kunnen de jonge planten meteen in volle grond worden gezet.
• Planten met een lange teeltperiode kunnen alvast worden gezaaid in de wintermaanden.

Nadelen van het voorzaaien

• Het kan buiten nog lang koud zijn waardoor de plantjes binnen moeten blijven staan en veel ruimte in beslag nemen.
• Als de planten te donker en te warm staan worden ze lang en slap. Dit kan worden voorkomen door voor extra licht te zorgen (lamp) en de temperatuur aan te passen.

Het zaaien

• Vul de zaaibak met zaai- en stekgrond en evt. vermiculite en verdeel het zaad gelijkmatig over de aarde. Vermiculite houdt de vochtigheid van de aarde op peil en zorgt ervoor dat de grond luchtig blijft. Dit is belangrijk voor het ontkiemen van de zaadjes.
• Zaai niet te dicht op elkaar.
• Strooi er nog ongeveer een halve cm aarde overheen. Maak de dikte van de deklaag gelijk aan de dikte van het zaad.
• Bevochtig de aarde met een plantenspuit.
• Dek de bak af met plastic folie, vliesdoek of een glasplaat om het uitdrogen van de aarde te voorkomen.
• Steek labels in de grond als er meerdere soorten planten zijn gezaaid.
• Zet de bak in het licht maar uit de felle zon en controleer dagelijks de vochtigheid van de aarde. Bevochtig de aarde met een plantenspuit, met een te harde waterstraal spoelen de zaadjes weg. Geef water op kamertemperatuur.
• Haal de folie van de bak zodra de zaadjes kiemen.
• Verspeen de kiemplantjes als ze twee of meer blaadjes hebben. Elk zaadje wordt in een apart potje gezet zodat ze voldoende ruimte hebben om te groeien.
• Maak gebruik van afbreekbare potjes als de plantjes in de volle grond worden gezet zullen ze vanzelf verteren.

Het gaat fout als

• De temperatuur van de aarde niet op of boven kamertemperatuur komt.
• De aarde te nat is, de wortels rotten dan weg.
• De aarde te droog is, de plantjes drogen uit.

Het afharden van de plantjes

Zet de plantjes elke dag even buiten om ze af te harden voordat ze in de volle grond worden geplant. Zet ze in de zon en uit de wind. Door ze steeds langer buiten te zetten worden de plantjes sterker. Plant ze na een paar weken, als de kans op nachtvorst klein is (rond half mei) in de volle grond.

Zaai in februari/maart soorten vaste planten zoals Campanula, Gaura en éénjarigen zoals ezelsoor, kattensnor en vossenstaart.
Zaai in april éénjarige planten en sommige vaste planten zoals pronkerwt, Zinnia en kattenstaart.