Organische bemesting voor de tuin
Organische mest bestaat uit plantaardig en dierlijk materiaal. Het geeft langzaam voedingsstoffen af, waardoor het niet nodig is om de grond vaak te bemesten. Planten nemen de voedingsstoffen op naar behoefte. Voedingstoffen spoelen niet weg en de mest brengt geen schade toe aan de plant. Bij kunstmest is dat wel het geval. Organische mest kan ‘vers’ worden gebruikt of worden omgezet in compost. Verse mest kan in het voorjaar op het land worden gebracht. Compost geeft langzaam voedingsstoffen af en kan het hele jaar door worden verwerkt. Het stimuleert het bodemleven en verbetert de bodemstructuur.
Waarom moet de grond worden bemest?
Planten halen voedingsstoffen uit de grond. Die moeten weer worden aangevuld om uitputting van de bodem te voorkomen. Als de grond te weinig voedingsstoffen bevat, beperkt dit de plant in zijn groei en draagt hij minder vrucht. Organische mest stimuleert ook het bodemleven en zorgt voor een betere structuur van de grond.
Verse, organische mest
Organische mest bestaat uit dierlijk en plantaardig materiaal. Het zijn de uitwerpselen van dieren, vermengd met stro of ander plantaardig materiaal. Het voorjaar (vanaf eind februari) is de beste tijd om het land te bemesten. Bij te vroege bemesting (het najaar) gaan er veel voedingsstoffen verloren. Zandgrond wordt vaak in het voorjaar bewerkt en is dan beter af met verse mest. Verse mest moet weinig stro bevatten en veel dierlijk materiaal.
Kunstmest of organische bemesting voor de tuin?
Tussen kunstmest en organische mest zitten een paar belangrijke verschillen. Kunstmest lost snel op in water en geeft meteen voedingsstoffen af. De plant wordt in zijn groei gestimuleerd, maar dit is van korte duur. Kunststof is namelijk ook snel uitgewerkt. Dat betekent dat de plant vaker moet worden bemest. Kunstmest is goedkoper dan organische mest, toch is het uiteindelijk duurder omdat je er meer van nodig hebt. De kans op beschadiging van de wortels (door teveel voedingsstoffen in korte tijd) en het verbranden van de bovengrondse delen van de plant is ook groter. Omdat de plant niet al die voedingsstoffen in één keer nodig heeft spoelt er veel weg. Het verontreinigt het oppervlaktewater en grondwater. Daarnaast bevat kunstmest veel zout, wat water uit de bodem onttrekt. De bodem raakt na verloop van tijd uitgeput. Planten die kunstmest krijgen groeien wel snel, maar ze zijn minder stevig en vatbaarder voor ziekten en plagen. Organische mest is een betere keuze, omdat het langzaam voedingsstoffen afgeeft hoeft de plant niet steeds te worden bemest. Het is een natuurproduct, dus niet schadelijk voor het milieu, de bodem en de plant.
Het maken van een mesthoop
Aan een mesthoop wordt steeds nieuwe mest toegevoegd. Na enige tijd kan de hoop worden gekeerd. De mest wordt vermengd en er komt nieuwe zuurstof in. De natuurlijke rijping is niet optimaal doordat er plaatselijk te weinig zuurstof is en door de wisselende samenstelling. Een deel van de voedingstoffen gaat hierdoor verloren. Als de mest een rottingsgeur (gifstoffen) heeft is het te nat geweest en dus niet meer bruikbaar. Grijsblauwe plekken in de mest duiden op zuurstof tekort. Door de hoop opnieuw op te zetten zullen deze weer verdwijnen.
Mest omzetten naar compost
Mest is compost geworden als de massa voor het grootste gedeelte in humus is omgezet. Compost ruikt naar aarde en geeft de voedingsstoffen langzaam af. Het stimuleert het bodemleven. Als mest moet worden omgezet in compost mag het veel stro bevatten. Stro zorgt voor lucht in de hoop. Dit is goed voor de natuurlijke processen en het bindt stikstof aan zich. Compost kan het hele jaar door worden verwerkt. Kleigrond wordt vaak in het najaar bewerkt en daar kan compost voor gebruikt worden. Hoewel in de winter wat voedingsstoffen verloren gaan komen de meeste voedingsstoffen vrij op het juiste moment.
Hoe leg je een mestcomposthoop aan?
Voedingsstoffen worden behouden door een composthoop te maken van verschillende materialen in de juiste verhouding. Hierdoor ontstaat een gelijkmatige rijping en compostering. Maak één of meerdere hopen van 1,5 meter in een vierkant en even hoog. Zo kan er voldoende zuurstof in de hoop komen. Voor de ondergrond kan een stuk plastic of een betonplaat worden gebruikt. Leg de mesthoop niet aan op een natte ondergrond maar op iets hogere, droge grond. De composthoop mag niet te nat of te droog worden. Een plek onder de bomen is hier geschikt voor, of dek de hoop af met riet, stro of compostdoek.
Het composteren
Leg onder op de hoop grof stro of dunne takken. Zo komt er zuurstof in de hoop en wordt optrekkend vocht voorkomen. Nu kan er mest en fijn tuinafval op de hoop. Grove delen eerst in kleine stukken knippen. Hier bovenop kan nu een laagje oude compost of aarde en dan weer stalmest. Een actief bacterieleven zorgt ervoor dat de temperatuur in de hoop kan oplopen tot ongeveer 60 graden. Deze warmte wordt veroorzaakt door micro-organismen die de eerste tijd druk zijn met het afbreken van suikers, zetmeel en eiwitten. Loopt de temperatuur terug dan zijn er ook schimmels aanwezig die de houtige delen afbreken. De vochtigheid van de hoop moet rond de 60 procent liggen.
Wanneer is de compost klaar voor gebruik?
Pak enkele weken na de aanleg een handvol mest en knijp het samen. Als het water er uit loopt is de hoop te nat, als het terug veert, is het te droog en als de mest een stevige bal vormt dan is de vochtigheid goed. Om een goede composthoop te krijgen moet de massa geregeld worden omgezet. 3 à 4 keer omzetten betekent dat de hoop na een half jaar klaar is voor gebruik. Vaker omzetten kan dit proces versnellen
Lees verder