Bemesten van de tuin en bodemverbetering
Planten hebben voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien en om sterk en gezond te blijven. Planten met een gebrek aan voedingsstoffen zijn gevoeliger voor ziekten en bloeien minder en dragen minder vrucht. Belangrijk bij het geven van mest is het tijdstip waarop je het doet, en de soort en hoeveelheid mest die je geeft. Zandgrond en kleigrond hebben heel andere wensen wat betreft de bemesting. Het is dus eerst zaak om te weten wat voor een grond je gaat bemesten. Bemesten kan met kunstmest gebeuren of met organische mest. Kunstmest geeft direct resultaat maar is snel verdwenen, organische mest zorgt voor verbetering van de grond, heeft tijd nodig om opgenomen te worden en werkt langer door.
Bemesten van de tuin en bodemverbetering
Bodemsoorten in Nederland
In Nederland komen verschillende bodemsoorten voor, waarvan de belangrijkste vier zijn;
Kleigrond
Kleigrond is opgebouwd uit kleine, aan elkaar klevende deeltjes. Het is erg ondoordringbaar, bevat weinig zuurstof en water zakt er moeilijk in weg. Kleigrond bevat veel voedingsstoffen voor planten, maar zonder enige bewerking kunnen planten er slecht op groeien.
Zandgrond
Zandgrond is opgebouwd uit grote zandkorrels, die bijna niet aan elkaar hechten. Het is zuurstofrijke grond, waar water snel in weg zakt. De grond droogt snel uit en voedingsstoffen worden met het water weggespoeld uit de grond. Van nature is het onvruchtbare grond.
Veen
Veen is opgebouwd uit plantenresten die zijn samengeperst in voormalige moerasgebieden. Veen kan veel vocht vasthouden, daardoor is er drainage nodig. Planten kunnen er over het algemeen slecht tegen om continu nat te staan.
Löss
Löss is opgebouwd uit middelgrote zandkorrels met kleine poriën. Het plakt niet, maar is kleiachtig. Het is vochtvasthoudende, vruchtbare grond. Het komt voor in het zuiden van Limburg.
Aan welke factoren voldoet een grond voor plantengroei?
- Juiste bodemstructuur
- Goede zuurgraad
- Voldoende voedingsstoffen
- Gezond bodemleven
Water en lucht zijn net zo belangrijk als de samenstelling van de grond.
Wat kun je zoal doen om de bodem te verbeteren?
Organische stof toevoegen
Door de toevoeging van organische stoffen wordt het bodemleven gestimuleerd. Er komen insecten en wormen in de grond, die de bodem verbeteren. Je kunt hiervoor compost gebruiken, of gecomposteerde kokosnootvezels, maar je kunt ook plantenresten onderwerken. Tot 30 cm is diep genoeg.
Kalk toevoegen
Als je kalk toevoegt wordt de grond luchtiger. Het heeft ook invloed op de zuurgraag van de grond. Kalk bindt de deeltjes in zandgrond, terwijl het de binding in klei juist vermindert.
Mulchen
Je verbetert de grondlaag door mulch toe te voegen. Het zorgt voor een daling van de zuurgraad van de grond, het houdt de groei van onkruid wat tegen en beschermt in de zomer tegen verdamping uit de grond en in de winter houdt het de wortels van planten warmer. Voor organisch mulchen kun je gebruiken tuinafval wat gecomposteerd is, verteerde stalmest, houtsnippers, gecomposteerde kokosnootvezels, gesteriliseerde champignonmest, en compost.
Bemesten van de grond
- Als je de grond gaat bemesten zijn er een aantal zaken waar je op moet letten;
- Geeft de juiste hoeveelheid mest
- Bemest op het goede moment. In het voorjaar gaan planten weer groeien en zullen dan grote behoefte hebben aan voedingsstoffen. Zandgrond en een moestuin hebben vaker mest nodig dan een voedselrijke grond.
- Organische stoffen zijn naast voedingsleveranciers ook bodemverbeteraars en zijn dus beter dan kunstmest. Het is ook minder belastend voor het milieu.
- De zuurgraad van de grond moet goed zijn
Verschillende soorten mest
Compost en dierlijke mest
Verbeteren beiden ook de bodem. Compost maakt zanderige grond beter bewerkbaar en zorgt voor het beter vasthouden van vocht. Kleigrond wordt door toevoeging van compost luchthoudender en beter bewerkbaar. Aan kleigrond kan het best in de herfst compost worden toegevoegd, aan zandgrond in het voorjaar. Een laagje van 1 à 1,5 cm is voldoende, teveel compost is niet goed voor de planten. Dierlijke mest bevat meer voedingsstoffen dan compost. Het is te koop in korrels of poeder. Het geeft niet direct zijn voedingsstoffen af. Stalmest moet minstens één jaar oud zijn, koemest bevat ammoniak, wat slecht is voor de planten. Dierlijke mest wordt bij zandgrond in het voorjaar gegeven en bij kleigrond in de herfst.
Kunstmest
Bevat Stikstof, fosfor en Kalium, meestal in de verhouding 12-10-18. Het is direct op te nemen door de planten, maar verbetert de grond niet. Gebruik niet teveel kunstmest of buiten het groeiseizoen, want dan spoelt het weg in de grond, zonder zin te hebben. Teveel kunstmest zorgt voor zwakke planten, die kwetsbaarder zijn voor plagen en ziekten en de wortels kunnen verbranden.
Natuurlijke meststoffen
Worden wel gebruikt als aanvulling op bemesting met compost of dierlijke mest. Ze stimuleren het bodemleven. Enkele natuurlijke meststoffen zijn beendermeel, bloedmeel, basaltmeel, lavameel, bentoniet.
Kalkmeststof
Een belangrijk voedingselement en verbetert de grond. Het verhoogt de zuurgraad van de grond. Het maakt voedingsstoffen vrij in de grond. De meeste planten gedijen goed op een PH waarde tussen 5,5 en 7,5. Op zandgrond kan teveel kalk de humusvoorraad in de grond te sterk laten dalen. Het is het best om eerst de zuurgraad van de grond te bepalen met een test, voor kalk te strooien.