Rozen snoeien voor gezonde en rijkbloeiende struiken
Rozen snoeien is een jaarlijks terugkerende tuinklus waar bijna elke tuinbezitter mee te maken krijgt. In de meeste Nederlandse tuinen is wel een rozenstruik te vinden. Soms gaat het om een heel mooi perk vol identieke rozen. Of om een oud schuurtje, dat schuil gaat onder een weelderig bloeiende klimroos. Ook bomen krijgen steeds vaker een roos aangeplant onder aan de stam en vormen daardoor een nog opvallendere aanblik in de tuin. Voor een gezonde en rijkbloeiende struik of klimmer is het belangrijk om jaarlijks een goede snoeibeurt uit te voeren. Met een beetje kennis van zaken, samen met een scherpe en schone snoeischaar is allemaal goed te doen.
Rozen snoeien met schone snoeischaar
Het is waarschijnlijk een open deur, maar het is absoluut belangrijk om te werken met een schone en scherpe snoeischaar. Als de snoeischaar goed scherp is, dan ontstaat er een mooie gladde snoeiwond. Een schone snoeischaar voorkomt ook dat er ziektes in de snoeiwond komen, die vervolgens de net gesnoeide struik of klimmer aantasten. Draag tijdens het snoeien goede handschoenen om te voorkomen dat er doornen of stekels in je handen komen. Let ook op de kleding die je aantrekt. Rozen met veel doornen kunnen enorme beschadigingen en winkelhaken in je kleding veroorzaken. Zeker bij sommige struikrozen en klimrozen zijn de stekels zo alom aanwezig, dat je heel gemakkelijk met je kleding aan een tak blijft hangen.
Bron: JamesDeMers, Pixabay Het snoeien van rozen in het voorjaar
Het snoeien van de rozen in de tuin is een jaarlijks terugkerende bezigheid. De beste periode om rozen te snoeien is van maart tot half april. Kijk wel eerst naar de weersverwachting en zet de snoeischaar niet in de struiken als er vorst voorspeld wordt. De roos is kwetsbaar na een snoeibeurt en de verse snoeiplekken kunnen invriezen met alle bijkomende gevolgen. Het snoeien boezemt de meeste tuinbezitters een zekere angst in, maar dit is nergens voor nodig. Elk rozentype heeft zijn eigen snoeiwijze. Als je weet welke soort roos er in de tuin staat, dan is de bijbehorende snoeiwijze zo gevonden.
Sommige tuinbezitters snoeien hun rozenstruiken al in de herfst en geven gelijk een flink portie (stal-)mest aan de voet van de plant. Op zich is dit een prima methode. Het enige nadeel kan zijn, dat er bij een strenge winter vorstschade optreedt aan de reeds gesnoeide plant.
Verjongingssnoei voor gezonde en rijkbloeiende rozen
Het is belangrijk om de rozen elk jaar goed te snoeien. Rozen bloeien op jong hout en door telkens goed te snoeien wordt de bloei dan ook goed gestimuleerd. Als er te veel oud hout in de rozenstruik aanwezig is, dan zal de bloei na verloop van jaren sterk teruglopen. Oud hout is te herkennen aan de donkerbruine kleur van de tak. Jong hout herken je aan de frisse of olijfgroene kleur van de jonge twijgen. Al het oude hout kan weggesnoeid worden. Als er op deze oude takken veel jong hout aanwezig is, knip de tak dan terug tot de laagste jonge zij-scheut. Ook jonge, maar vooral slappe takken kunnen beter uit de struik verwijderd worden. Deze takken zullen geen rijke gezonde bloei gaan geven. Elkaar kruisende takken moeten ook aangepakt worden. Verwijder één van de twee, om beschadiging van de takken (én een verhoogde kans op ziektes) te voorkomen.
Rozen zijn zeer gevoelig voor ziektes. Een gezonde struik zorgt ervoor dat ziektes geen kans krijgen. Voor rozenstruiken is het altijd belangrijk dat de wind er goed doorheen kan. Zorg daarom dat het hart van de struik mooi open is, zodat er voldoende lucht en licht in het hart van de struik kan komen.
Snoeien van wildopslag bij rozen
Alle rozen (behalve wilde rozen) zijn geënt op de wortels van een wilde roos. Deze onderstam heeft een enorme groeikracht. Vaak zie je dan ook nieuwe, lange sterke scheuten aan de onderkant van de struik te voorschijn komen. Deze wildgroei van scheuten gaat ten koste van de eigenlijke roos. Deze scheuten van de wilde roos worden wildopslag of wortelscheuten genoemd. Snoei deze altijd onmiddellijk en zo diep mogelijk weg. Het is eigenlijk nog beter om de scheuten van de struik te scheuren. Hierdoor krijg je ze dieper en grondiger verwijderd. Bij snoeien blijft er vaak nog wel een stukje achter, waaruit weer nieuw opslag gevormd kan worden. De wortelscheuten zijn gelukkig goed te herkennen, omdat de takken sterk afwijken van de overige takken van de struik. Meestal is de structuur van de takken grover en vaak hebben ze gemene stekels. Snoeien van wildopslag moet/kan het hele seizoen gebeuren. Houdt de struiken altijd in de gaten en haal de gevormde wildopslag zo snel mogelijk weg.
Bron: Huhu, Wikimedia Commons (Publiek domein) Rozen snoeien boven "slapend" oog
Met welk rozentype je ook te maken hebt, je moet een tak altijd terug knippen tot net boven een "slapend oog". Op de takken van een roos zijn verdikkingen te vinden. Met deze verdikkingen bedoelen we niet de doornen of stekels, maar de kleine puntjes of bolletjes op de takken. Vaak zit er onder het puntje of bolletje een kleine donkere streep op de tak. Deze puntjes zijn dus slapende ogen. Na de snoei zal het puntje uitgroeien tot een nieuwe tak. Zoek daarom een puntje dat naar de buitenkant gericht is. Dan zal de nieuwe tak ook naar de buitenkant groeien en niet de struik in. Zo ontwikkelt de struik zich in de breedte. Snoei altijd iets schuin en van het oog af. Door schuin te snoeien kan het water weglopen en wordt het verrotten van de scheut voorkomen.
Verschillende soorten rozen en hun snoeiwijze
Snoeien van thee-hybrides en trosrozen
Pas eerst de hierboven beschreven verjongingssnoei toe. Snoei vervolgens alle overgebleven takken terug naar 3 tot 5 ogen per scheut.
Snoeien van klimrozen
Ook hier is het raadzaam om eerst een verjonging snoei toe te passen. Een goede regel is om bij klimrozen ongeveer 5 gestel-takken aan te houden. Gestel-takken zijn de grote omhoog gerichte takken. Deze grote gezonde takken vormen de basis van de klimroos. Vervolgens worden alle zijtakjes op de gestel-takken terug geknipt tot ongeveer 2 ogen.
Bron: Ebowalker, Pixabay Snoeien van een stamroos
Stamrozen zijn rozen die bestaan uit een onderstam en een bloeiende roos die op deze stam geënt is. Bij het snoeien van een stamroos blijft het altijd belangrijk om deze entplek goed in de gaten te houden. Wordt er per ongeluk onder de entplek gesnoeid, dan ben je je stamroos kwijt en blijft alleen de onderstam over. Die zal best wel uit gaan lopen op de slapende ogen, maar er zal een hele andere, vaak wilde, roos te voorschijn komen. Maar maak je vooral geen zorgen, het kan zo snel niet fout gaan. De entplek is namelijk heel goed herkenbaar door de verdikking boven aan de stam. Onder de verdikking zit de stam, boven de verdikking zitten de takken van de bloeiende stamroos. Snoei al deze takken terug tot drie ogen.