Ziekten en ongedierte bij fruitbomen en -heesters
Het is heel goed te begrijpen dat hoog veredelde planten makkelijk door ziekten en ongedierte worden aangetast. We hebben al enige malen gewezen op de biologische bestrijding. In veel gevallen is er echter met biologische bestrijding geen bevredigend resultaat te krijgen. Bij sterke aantasting, vooral door schimmels, moet men wel eens zijn toevlucht nemen tot chemische bestrijdingsmethoden. We zullen ze hier in het kort bespreken.
Materialen
Men heeft voor alles een goede
spuit nodig. Voor een kleine tuin is meestal een eenvoudige handspuit voldoende, voor grotere tuinen en hoge bomen kan men het best een op de rug draagbare handspuit kopen. Bepaalde ziekten en ongedierte treden in bepaalde tijden van het jaar steeds weer op. Stel daarom een bestrijdingskalender samen.
Bespuitingen
Van bijzonder belang is de winterbespuiting. Hiermee kan men tijdens de winter of het uitlopen, overwinterende vormen van verschillende soorten luis, spint, schadelijke vlinders en bij wat latere bespuiting de appelbloesemkever bestrijden. Dit is de belangrijkste bespuiting, omdat als alles goed wordt uitgevoerd, veel bespuitingen in de zomer overbodig kan maken. Absoluut noodzakelijk is hierbij dat de schors van de boom goed nat wordt. Kleinere tuinen spuit men liever tijdens het uitlopen, omdat de middelen die men daarbij gebruikt, in tegenstelling tot de middelen voor de winterbespuiting, geen schadelijke werking hebben voor de onderbegroeiing. Ze zijn overigens in de meeste gevallen wel gevaarlijk voor mensen en bijen. Hier moeten we dus letten op de juiste voorschriften en maatregelen bij het spuiten. Middelen voor winter- en uitloopbespuiting kunnen door toevoeging van koperhoudende middelen tegelijk tegen schimmels worden gebruikt als schurft, meeldauw of monilia.
Voor een boomgaard, maar ook voor ongedierte in de moestuin, is de aanschaf van een rugspuit aan te raden. Het apparaat moet makkelijk te hanteren en schoon te maken zijn. Voor de toepassing van biologische bestrijdingsmiddelen, zijn er speciale apparaten met grovere zeven en sproeiers.
De bespuiting voor de bloei (alleen bij pitvruchten) is in de eerste plaats tegen schimmels als meeldauw en schurft. Toevoeging van bloem van zwavel, verhindert tevens de aantasting door spint.
Bij pitvruchten is een bespuiting na de bloei, zodra de bloemblaadjes zijn afgevallen, raadzaam. Hierbij gaat het om een gecombineerde bespuiting van insecticiden en organische middelen tegen schurft. Juist direct na de bloei is bij appel en peer het gevaar voor een schurftinfectie het grootst. Alleen bij sterke aantasting door bladluis, rupsen, wintervlinder en andere schadelijke insecten, mag men met systemische middelen werken. Over het algemeen gaat de ongediertebestrijding in de tuin vanzelf door de natuurlijke vijanden.
Bij steenvruchten zijn meestal ook alleen fungiciden voldoende. Tegen de gevreesde spint kan men spuiten met zwavel. Onder de schimmelziekten zijn vooral de pruimenroest en de hagelschotziekte te noemen. Bij pitvruchten spuit men ongeveer 14 dagen na de bespuiting van de bloei tegen schurft en meeldauw, nog een tweede keer. Hierbij worden dan alleen maar organische fungiciden gebruikt. Daarenboven zijn er nog bespuitingen tegen de fruitmot. De eerste gebeurt 6 tot 7 weken na de bloei met preparaten die een lange werking hebben, omdat het tijdstip van uitkomen van de larven sterk afhankelijk is van het weer. Deze bespuiting wordt na 3 weken herhaald. Bij goed weer komt begin tot half augustus een tweede generatie rupsen van de fruitmot uit het ei, die door een derde bespuiting preventief wordt behandeld. Aan deze bespuiting voegt men middelen tegen schurft toe om een late aantasting van schurft te voorkomen. Bij pruimen wordt vanaf half juli gespoten zonder toevoeging van een schurftmiddel. Perziken kunnen als het blad begint af te vallen, met koperbevattende middelen worden bespoten tegen de gevaarlijke bladkrulziekte.
Bij aalbessen treedt vaak bladvalziekte en bekerroest (zwarte bessen en kruisbessen) op. Daartegen helpen fungiciden, die echter op zijn laatst 6 weken voor de oogst moeten worden gespoten. Na de oogst kan men de bespuiting één- tot tweemaal herhalen. Kruisbessen zijn, vooral in halfschaduw, gevoelig voor meeldauw. Hiertegen helpen bespuitingen met karathane. Ook daarbij moet men om de wachttijd tot de oogst denken! Aardbeien kunnen door verschillende ziekten en ongedierte worden aangetast. Bij aantasting door virus of aardbeimijt, halen wij deze planten weg (vuilnisbak, niet composthoop). Bij sterke aantasting door bladluis, mijt, rode spint en ander ongedierte kunnen wij na het uitlopen met een systemisch middel spuiten. Er zijn ook biologische spuitmiddelen tegen dit ongedierte in de handel. Tegen de gevreesde grijze schimmel kan men het best een captanmiddel (eupareen) gebruiken. Tegen vogelvraat helpt een net het best. Slakken bestrijdt men liefst met bier in ingegraven plastic bekertjes of met slakkenpreparaten.
Regels voor het bespuiten van vruchtbomen
Er zijn een aantal regels die we in acht dienen te nemen indien we fruitbomen gaan besproeien:
- Op tijd de schadeverwekkers bestrijden. De waarschuwingsdienst van de plantenziektekundige dienst kan inlichtingen geven.
- Nooit hogere concentraties gebruiken dan door de fabrikant aangegeven. Dat zijn maximale concentraties!
- Hoe beter het spuitmiddel wordt verdeeld, des te beter de werking.
- Nooit hogere druk gebruiken dan op de spuit staat aangegeven.
- Alle apparaten direct na gebruik met schoon water reinigen, naspoelen en drogen.
- Gebruiksaanwijzing nauwkeurig opvolgen! Spuitmasker dragen bij vergiftige spuit- en stuifmiddelen.
- Onderteelten afdekken. Heel voorzichtig zijn bij groenten, veevoer en dergelijke.
- Middelen zonder of met korte wachttijd verdienen de voorkeur boven gelijksoortige of gelijkwaardige preparaten met een lange wachttijd.
- Alleen toegelaten spuitmiddelen gebruiken. Toepassingsverboden en beperkingen in acht nemen.
- Verstopte sproeiers nooit door blazen schoonmaken (luchtpomp of sproeier afschroeven).
- Letten op gevoeligheid voor zwavel of koper (b.v. perzik).
Professionele bestrijdingsmiddelen
Veel in de professionele tuinbouw toegepaste middelen zijn voor particulieren moeilijk of niet verkrijgbaar, zeker indien u niet op het platteland woont. Op het platteland kan men soms terecht bij land- en tuinbouwcoöperaties. In de handel is een beperkt aantal middelen dat ook voor hobbytuinders in kleinverpakking verkrijgbaar is. Laat u voorlichten door het personeel van tuincentra. We noemen hier slechts een aantal middelen van Bayer:
- Undeen-spuitpoeder: onder andere tegen bloed- en bladluis, wants, zaagwesp, appelbladvlo, bloedblaarluis en mijt.
- Dipterex-spuitpoeder: onder andere tegen vruchtbladroller, wintervlinder en bessebladwesp.
- Eupareen M: onder andere tegen vruchtrot, bladvalziekte en schurft op appel en peer.
- Baycor schimmelmiddel: tegen schurft op appel en peer.
- Mesurol slakkekorrels: tegen slakken.