Naaldbomen en coniferen
Naaldbomen en coniferen zijn lang "uit de gratie" geweest en werden dan ook nog maar weinig toegepast in de particuliere tuin. Daar lijkt de laatste jaren voorzichtig verandering in te komen. Voor wie kennis van zaken heeft en oog voor de schoonheid van een naaldboom of conifeer, zijn er zeker toepassingen denkbaar. In de moderne en strakke tuin komen de bijzondere vormen vaak juist heel goed tot hun recht. Neem echter nooit zonder voldoende kennis een naaldboom of conifeer mee uit het tuincentrum. Weet wat je koopt! Onder de naaldbomen en coniferen bevinden zich namelijk dwergen, maar ook enorme reuzen.
Conifeer of naaldboom
De termen conifeer en naaldboom worden vaak door elkaar gebruikt, maar hebben betrekking op één en dezelfde plantgroep. De naam Conifeer betekent "kegeldrager". Deze naam verwijst naar de structuur van de vruchten die de bomen maken. Coniferen hebben bijna allemaal vruchten in de vorm van een kegel. Een uitzondering hierop vormen Juniperus (Jeneverbes) en Taxus (Venijnboom). Deze coniferen vormen in plaats van kegels op bessen lijkende vruchten. Deze bessen zijn, evenals de eerder genoemde kegels, niet eetbaar. Naaldboom verwijst naar de vorm van de "bladeren". Veruit de grootste groep coniferen heeft naalden als blad. Er zijn slechts enkele soorten waarbij het loof meer weg heeft van bladeren dan van naalden.
Zijn alle coniferen of naaldbomen wintergroen?
De grootste groep coniferen is inderdaad wintergroen. Hierop zijn slechts een paar uitzonderingen. Larix (Lariks) en Taxodium distichum (Moerascypres) verliezen in de winter hun naalden. Coniferen lijken op het eerste gezicht misschien een saaie plantgroep, maar niets is minder waar. Er zijn grote verschillen in de verschijningsvorm, de afmeting, de (kleur van de) naalden en de vruchten. Het feit dat ze dan ook nog nagenoeg allemaal hun naalden behouden in de winter, maakt ze bijzonder interessant voor de tuin. Een met zorg uitgekozen conifeer kan een sieraad voor de tuin zijn.
Verschijningsvorm of groeiwijze van coniferen
Coniferen zijn er in vele verschijningsvormen. Dat maakt deze bijna vergeten en vaak verguisde plantgroep juist zo aantrekkelijk. Door al die vormen kunnen er heel veel verschillende toepassingen mogelijk. Ze komen ook zeker tot hun recht in moderne tuinen. Door de vaak abstracte vormen kunnen ze de architectuur van de tuin versterken. En in een Japanse tuin kunnen ze al helemaal niet ontbreken.
Enkele verschijningsvormen van naaldbomen en/of coniferen zijn:
- Dwergvorm
- Bodem bedekkend
- Zuilvormig
- Treurvorm
- Piramidaal
- Kegelvormig
Bron: Jorisamonen, Pixabay
Afmeting van coniferen
Door al die verschillende verschijningsvormen zijn er ook grote verschillen in afmeting. Juniperus horizontalis "Wiltonii" is bode bedekkend en wordt mede door zijn kruipende groeiwijze niet hoger dan 25cm. Picea abies is een piramidale boom die een uiteindelijke hoogte van 20 m kan bereiken. Dit geeft wel aan dat de aankoop van een naaldboom of conifeer niet al te impulsief gedaan moet worden. Naast grote verschillen in hoogte, is ook de breedte aan grote variatie onderhevig. Taxus "Fastigiata Aureomarginata" wordt slechts 60cm breed en Cupressocyparis leylandii kan een omvang van wel 2,5m krijgen.
De laatst genoemde, Cupressocyparis leylandii, is overigens misschien wel de meest toegepaste conifeer in Nederland. Het is de welbekende conifeer die veel gebruikt wordt voor snelgroeiende en wintergroene hagen. Toegepast als solitair (als vrijstaande boom) en niet gesnoeid, zal hij 10m hoog en dus inderdaad 2,5m breed worden.
Kleur van de naalden bij coniferen
Dat bijna alle coniferen wintergroen zijn betekent nog niet dat de naalden ook altijd groen zijn. De term wintergroen betekent alleen maar dat de naalden ook in de winter aan de boom blijven. Naast de bekende groentinten zijn er ook coniferen met naalden in allerlei tinten grijs, blauw, geel en brons. Veruit de meeste conifeersoorten hebben het hele jaar dezelfde kleur van de naalden. Maar Larix (Lariks) verkleurt, alvorens de naalden zullen vallen, in de herfst naar geel. En de naalden van Microbiota decussata verkleuren in de herfst naar brons.
Kegels op de takken van een conifeer /
Bron: MPF, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Verschillende bessen en kegels bij coniferen
Wie zich er even meer in verdiept, zal al snel ontdekken dat naaldbomen helemaal niet saai hoeven te zijn. Het is namelijk echt niet zo dat ze het hele jaar dezelfde uitstraling hebben. Behalve de hier boven genoemde verkleuring van de naalden, zijn er ook veel soorten die vruchten vormen. De al eerder genoemde Juniperus (Jeneverbes) en Taxus (Venijnboom) vormen op vruchten lijkende, respectievelijk paarse en rode bessen. De veel toegepaste Abies koreana vormt opvallende grote paarse kegels. Picea pungens "Lucky Strike" is een absolute blikvanger met zijn felle roodgroene kegels.
Verschillende soorten coniferen
Zoals al eerder gezegd zijn er dwergen en reuzen onder de coniferen, maar er zijn ook veel soorten die daar tussen in zitten. In de gemiddelde tuincentra worden ze echter allemaal aangeboden, dus het is wel zaak je goed te laten informeren alvorens tot een aankoop over te gaan!
Coniferen voor grote tuinen
Araucaria araucana (Apeboom of Slangeden) en Cedrus atlantica "Glauca" (Atlasceder) zijn twee prachtige coniferen, maar uiteindelijk veel te groot voor de gemiddelde particuliere tuin. Bovendien komen ze, aangeplant als solitair, veel beter tot hun recht. En dat vraagt ook nog eens om extra ruimte. Deze coniferen zijn dan ook beter geschikt voor grote tuinen en parken.
Zuilvormige coniferen
Zuilvormige coniferen zijn veel sneller geschikt voor een kleine tuin. Door de zuilvormige groeiwijze nemen ze minder ruimte in beslag. Enkele voorbeelden zijn:
- Calocedrus decurrens
- Calocedrus decurrens "Berrima Gold"
- Juniperus communis "Hibernica"
- Juniperus virginiana "Skyrocket"
Dwergconiferen
- Abies balsamea "Nana"
- Chamaecyparis lawsoniana "Forsteckensis"
- Chamaecyparis lawsoniana "Minima Glauca"
- Picea abies "Inversa"
- Picea abies "Nidiformis"
Bodembedekkende coniferen
- Juniperus horizontalis "Prostata"
- Picea abies "Repens"
- Taxus baccata "Repandens"