De volkstuin: Teeltplan en standplaats van diverse groenten

Wie een volkstuin heeft doet er goed aan om nu een teeltplan te maken. Dit is een tekening van de tuin, waarop staat waar wat komt te staan of heeft gestaan. Door de teeltplannen elk jaar te bewaren is in een oogopslag te zien wat er in de voorgaande jaren in de tuin heeft gestaan en op welke plaats. Het belang van het teeltplan is dus groot. Door hier aan vast te houden bij de beplanting van het nieuwe jaar voorkomt dit ziekten en uitputting van de grond. Door wisselteelt toe te passen namelijk – waarbij een groente of groentefamilie niet elk jaar op dezelfde plaats staat – blijft de grond gezond. Bovendien is dan ook duidelijk wanneer er waar bemest is. Sommige planten staan namelijk liever op grond die niet recentelijk is bemest, terwijl anderen die extra stoffen juist fantastisch vinden.

Standplaats; zon, bodem en vocht

Het is verder belangrijk om te kijken waar welke planten graag in de zon staan en welke niet. Bovendien moet dan ook gekeken worden naar hoeveel water deze gewassen prettig vinden om te krijgen. Tomaten en aubergines bijvoorbeeld houden zowel van warmte als van water. Bij tomaten kun je dat heel gemakkelijk oplossen door om de plant een grote plastic bloempot (bodem eruit knippen) te zetten en die steeds vol te gieten met water. Op die manier krijgt de plant voldoende vocht, terwijl hij in de zon staat.

Wind

Bij een aubergine werkt dat niet. Zorg er bij die plant voor dat er voldoende andere bedekking in de buurt is, zodat het vocht wordt vastgehouden. Kool en pompoen houden wel van zon, maar niet van die hele felle die in de middag schijnt. Ook bladgroenten zoals spinazie en sla staan op een hete zomerdag liever wat in de schaduw. Daar er bijvoorbeeld suikermaïs of stokbonen naast te zetten, creëer je dat. Wind is ook een factor die groei kan remmen. Hoge planten zoals artisjokken en stokbonen kunnen daar veel last van hebben. Probeer ze te beschermen of zet ze ergens aan de kant, zodat de wind de minste vat op ze krijgt.

Grond moet voldoende luchtig zijn

Waar een volkstuinder verder voor moet zorgen is dat de grond voldoende luchtig moet zijn. Is dit niet het geval, dan verstikken de gewassen. Omspitten in het voorjaar en regelmatig schoffelen in de rest van het jaar (ook om onkruid te verwijderen vanzelfsprekend) helpen. Zand- en kleigrond kunnen verbeterd worden qua structuur door er flink wat compost doorheen te werken. Bij zandgrond is compost waar kleimeel doorheen zit wonderen. Het zorgt er voor dat de grond vocht vast kan houden. In het voorjaar is het ook goed om de grond van kalk te voorzien, zeker op die plaatsen waar groenten verbouwd gaan worden die van kalk houden.

Kalk en mest: nooit samen opbrengen

Kalk en mest mogen overigens nooit tegelijkertijd worden toegevoegd aan de grond op een tuin. Strooi eerst het kalk en pas enkele weken daarna de mest. Kalk en compost mogen wel tegelijk worden opgebracht.

Standplaats van blad- en stengelgroenten:

• Prei – In de zon in lichte, voedzame en doorlaten grond. Afdekken helpt tegen de vele insecten die de plant vaak belagen. Ook een beetje soda in het gat waarin de prei wordt gestoken helpt tegen de plaaggeesten.
• Snijbiet – In de zon/half schaduw in de vochthoudende, voedzame grond liefst met compost. Als de plant wordt geoogst net boven de grond, groeit hij gewoon weer aan.
• Andijvie - In de zon/half schaduw op lichte en vochthoudende, voedzame grond. Goede bemesting is van het grootste belang.
• Rucola – In de zon op humusrijke en lichte grond. Wie de rucola gewoon laat staat op het einde van het seizoen zal zien dat de plant het jaar erop gewoon weer opkomt en zijn heerlijke nootachtige bladeren weer als oogst zal geven.
• Sla – Zon/halfschaduw, op humusrijke en vochthoudende grond. Sla kan het beste ’s ochtends water krijgen, want als het ’s avonds nog begroten wordt kan het vocht niet weg en dat is niet goed voor de plant. Er zijn zoveel verschillende soorten sla, dat er het hele jaar wel sla te oogsten valt. Vanaf april kan sla al in de koude grond gezaaid worden en de oogst gaat door tot in het najaar.
• Spinazie – In de zon, maar wel beschermen tegen hete middagzon, in lichte humusrijke grond die niet te zanderig is. Goede compostbemesting is belangrijk. Spinazie kan het hele jaar door bijna gegeten worden als er diverse soorten worden gezaaid. In de zomer schiet het gewas snel door, dan is een plek met wat meer schaduw het beste.