Mysterie: wel of niet bemesten en spitten van tuingrond
Je planten in de tuin hebben voeding nodig. Welke organische stoffen je dan kunt gebruiken hangt van een aantal factoren af. Er zijn misschien wel een paar honderd verschillende soorten mest. Wat is de beste keuze voor jouw tuin of grond? En verstoor je zo het microklimaat of het biologisch evenwicht in de grond niet? Veel mensen laten zich van alles wijs maken over deze materie. Het is een 'tuinmysterie' waar veel tuin- en plantliefhebbers graag vat op zouden willen hebben.
Welke soort grond
Wanneer er een goede verhouding tussen vochthoudend vermogen, luchtigheid, fijnheid van materiaal is kan de grond een goede basis zijn voor een plant om te groeien. De wortels moeten vocht op kunnen nemen en stevigheid kunnen bieden aan de plant zonder dat deze gaan rotten vanwege vocht of zuurstofgebrek. De grond kun je verwennen met organische stoffen zodat deze vochtigheid, luchtigheid en fijnheid behouden blijft. De nuttige schimmels, bodeminsecten en bacteriën worden zo ook gevoed. In zo'n klimaat voelt de plant zich goed en kan deze optimaal groeien.
Organische stof
Deze organische stof kan van alles zijn:
- Guano - vogelpoep
- Compost - plantaardig
- Mest - van planteneters (koemest, paardenmest e.d.)
- Zwamaarde - restproduct van paddenstoelen teelt
- Gebruikte koffieprut
- Destructiemest - bloedmeel, beendermeel, ledermeel, hoornmeel e.d.
Deze organische stoffen geven mineralen aan de plant af. Een combinatie van deze stoffen is optimaal. Zo komt de plant aan stoffen als fosfor, stikstof, kali en magnesium.
Zuurgraad
De zuurgraad van de grond is belangrijk voor de optimale grond van de plant. De zuurgraad kun je meten, er zijn geregeld grondtestdagen bij de diverse tuincentra. De meest optimale grond voor bodemleven en groenteteelt is neutrale grond met een pH van tussen de 6-7. Wanneer je een natuurtuin hebt pas je nooit de zuurgraad van de tuin aan, maar plant je de planten die het op jouw grond het beste doen.
De beste manier om de zuurgraad van je grond te veranderen van zuur naar neutraal is met door het strooien van kalk. De grond gaat dan van een lage pH naar een hogere pH. Kalk zorgt voor een betere opname van bouwstoffen voor een plant. Omdat de bouwstoffen beter opgenomen zullen worden heeft de plant ook meer mest nodig. Gebruik bij voorkeur organische kalk omdat deze de levende organismen in de grond niet aantast. Gebruik niet te veel kalk, want de zure grond verjaagt de regenwormen die je ook graag in je grond wil hebben. Hetzelfde geldt voor duizendpoten. Ook kan het een te hoog gehalte aan bodemschimmels veroorzaken. Dus kalk met mate (bijvoorbeeld jaarlijks).
Spitten
Wat moet je nou doen? Wel of niet spitten? De meningen zijn verdeeld. Veel wetenschappelijke studies wijzen uit dat minder intensieve grondbewerking beter is voor de grond. De organische stof die in de bovenste laag zit geeft de beste mineralen aan de planten. Bij het onderspitten ben je die telkens kwijt. In die toplaag wonen ook veel diertjes. Dit zorgt voor gangenstelsels die weer gunstig voor de grond zijn. Het werken met een woelvork kan een goed alternatief voor het spitten zijn. De grond wordt wel belucht, maar niet omgekeerd. Zo krijg je een mooi bodemklimaat.
Spitten is nadelig voor regenwormen en andere diertjes en spitten doorbreekt de draadachtige schimmels die juist de verhouding schimmels en bacteriën in stand houdt. Door te spitten ontstaat er uiteindelijk een hardere toplaag en een dichtere grond. In dit zuurstofarme klimaat kunnen ziekteverwekkers makkelijk ontstaan. Je denkt lucht te brengen, maar het werkt andersom. Hoe komt dit? Een bodem waar veel leven zit zorgt zelf voor een duurzaam gangenstelsel waardoor planten diep kunnen wortelen. Dit kun je bereiken door veel te mulchen.
Groenbemesting
Boeren doen het al jaren, maar wat zijn de voordelen van groenbemesting? Een betere term is misschien bemestingsplanten en dit zegt het eigenlijk al. Wanneer je na de oogst geen andere groente wil telen is het voor de bodem beter de grond bedekt te houden. Dit kan heel goed met groenbemesters. Deze planten leveren stoffen aan de bodem. Direct in de grond of door ze als afgemaaide planten als mulch op de grond te laten liggen. Door de wortels van deze planten verbetert de structuur in de grond, wordt er vocht afgevoerd en waait de humus laag niet weg. Sommige groenbemesters helpen ook tegen ziekmakende aaltjes in de grond. Door het gebruik van groenbemesters krijgen andere ongewenste planten (onkruid) minder kans om te groeien. Groenbemesters als lupinen en klaver binden stikstof uit de lucht in de knolletjes aan hun wortels, wanneer je deze planten afknipt geven ze deze stikstof weer af aan de bodem en komt dit ten goede aan de plant die je de volgende keer op dat stuk land teelt.