Aardappeltopluis - Luizen
Bladluizen, iedereen heeft er een hekel aan maar hoe kom je er van af? Daarvoor moet je eerst wat weten over de levenscyclus, de verschillende soorten luizen, populatie ontwikkeling en verspreiding. Dit artikel gaat specifiek over de aardappeltopluis. Deze luis komt vooral voor in aardappel, chrysant, roos, diverse potplanten, aubergine, paprika, tomaat en andere planten uit de nachtschade familie. Bestrijden kan op een natuurlijke manier maar ook met bestrijdingsmiddelen. Lees hier alles over het leven en bestrijding van de aardappeltopluis.
Aardappeltopluis - Macrosiphum euphorbiae |
Apteer (ongevleugeld) |
Kleur | Lichtgroen, roze, rood, paars met lengtestreep op lijf |
Grootte | 1,7-3,6 mm |
Antennen | 1,2x lichaamslengte, helder, aan het uiteinde donker. |
Sifonen | Lichtbruin, 1,2 x lichaamslengte, enigszins naar buiten gebogen, soms donker uiteinde. |
Cauda (achterlijf) | Zeer lang, smal, lichtgekleurd en vingevormig |
Poten | Zeer lang |
Alaat (gevleugeld) |
Kleur | Geelbruine kop en lichte vleugels, duidelijke donkere banden op het lichtgroene of roze achterlijf. |
Grootte | 1,7-3,4mm |
Antennen | 1,2x lichaamslengte, helder, aan het uiteinde donker. |
Sifonen | Lichtbruin, 1,2 x lichaamslengte, enigszins naar buiten gebogen, soms donker uiteinde. |
Cauda | Zeer lang, smal, lichtgekleurd en vingevormig |
Poten | Zeer lang |
Verspreiding |
Vooral jonge delen van de plant of onder het blad. |
Voorkeur gewassen |
Velen, met name de nachtschade familie. |
Aardappeltopluis - Macrosiphum euphorbiae
De aardappeltopluis komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Maar tegenwoordig komt het voor over de hele wereld. De aardappeltopluis is polyfaag dat betekent dat het verschillende planten kan aantasten en niet van één soort afhankelijk is. Deze bladluis heeft een voorkeur voor de Solanaceae, oftewel de nachtschade familie. Maar komt ook voor in nog eens 20 andere plantenfamilies. In kassen vormen deze luizen een groot probleem. Zeker wanneer het tocht in de kas. Tocht trekt namelijk luizen aan.
Uiterlijk
Deze luis is groot en slank, heeft lange poten en een lang achterlijf. De aardappeltopluis is meestal groen maar kan door bepaald voedsel ook rood, roze of paars worden. De gevleugelde luizen zijn tussen de 1,5mm en 3,5mm groot en zijn herkenbaar door een donkere streep op de rug. In het geval van groene luis een donkergroene streep en in het geval van rode luis een donkerrode streep. Dit is een belangrijk kenmerk van de aardappeltopluis waarmee je hem makkelijk kunt herkennen. Tussen de antennen heeft de luis een deuk in zijn hoofd en de antennen zijn langer dan het lichaam. De ogen zijn rood maar kunnen er op afstand zwart uit zien.
Levenscyclus
De levenscyclus begint met een ei dat door geslachtelijke voorplanting ontstaan is. Dit eitje overleeft de winter en komt uit als de temperatuur hoog genoeg is. Deze luis, ook wel een apteer genoemd, is klein, groen en begint meteen de voedingstoffen van de plant op te zuigen. Tegelijkertijd kloont hij zichzelf en poept hij als het ware nieuwe luizen uit. Dit gaat in een razendsnel tempo. Een luis kan in het totaal 30 nieuwe luizen klonen. Gemiddeld kloont een luis zichzelf 3 tot 10 maal per dag afhankelijk van de omstandigheden (voedsel, klimaat). Als er overbevolking ontstaat of de waardeplant is uitgeput dan zullen er langzaam luizen komen die vleugels ontwikkelen, ook wel een alaat genoemd. Deze zijn een stuk groter en taaier en kunnen grote afstanden afleggen om een nieuwe waardeplant te vinden. Deze multiplicatie van luizen gebeurt eenslachtig door middel van klonen en daar komt geen mannetje aan te pas. Pas in de herfst zullen een mannetje en een vrouwtje eitjes leggen die de winter moeten overleven.
Populatieontwikkeling en verspreiding in gewas
De aardappeltopluis komt vooral voor in de zomer en kan in de winter alleen overleven in kassen of andere milde klimaten. Bij temperaturen van 15 tot 18 graden Celsius is de ontwikkeling en voortplanting het snelst.
Deze bladluis tast vooral de jonge delen van de plant aan. Waar de aardappeltopluis meestal op de plant zit verschilt per gewas. Hij kan onder het blad zitten, op de stengels maar ook op bloemknoppen wat bij rozen vaak het geval is. Bij tomaten zitten de luizen vooral onder het blad en boven in de hoofdstengel. Bij overbevolking zitten de luizen over de hele plant verspreid. Echter is het dan al erg laat om met bestrijden te beginnen en is het lastiger om van deze bladluizen af te komen. Deze bladluis is ook zeer bewegelijk en laat zich erg snel vallen waardoor spuiten met bestrijdingsmiddelen niet altijd even effectief is. Spuit daarom grondig en spuit ook niet te vaak anders worden de luizen resistent tegen het bestrijdingsmiddel.
Schade
Bladluizen putten de planten vaak uit omdat ze de voedingstoffen uit de plant zuigen. Soms kunnen er ook virussen ontstaan waardoor de plant ziek wordt en uiteindelijk sterft. Andere planten hebben een allergische reactie en reageren met vergroeiingen. Door de uitwerpselen van luizen kan ook schimmel ontstaan ook kunnen de vervellingshuidjes problemen veroorzaken in bijvoorbeeld trostomaten.
Bestrijding
Natuurlijke bestrijding
De bladluis heeft een hele hoop natuurlijke vijanden. Echter zijn ze niet altijd aanwezig wanneer je ze nodig hebt. De volgende beestjes zijn effectieve natuurlijke vijanden van de aardappeltopluis en alle andere soorten bladluizen.
- De galmug Aphidoletes aphidimyza - Beter voor grotere bladluiskolonies.
- Het lieveheersbeestje Harmonia axyridis - Zal uiteindelijk wegvliegen en niet alle prooien opruimen. Wel goed als ondersteuning met andere natuurlijke vijanden.
- De gaasvlieg Chrysoperla carnea - Beter voor grotere bladluiskolonies.
- De zweefvlieg Episyrphus balteatus - Beter voor grotere bladluiskolonies.
- De sluipwesp - Aphidius colemani - Goed voor beginnende luis. Deze sluipwesp kan kleine jonge luizen makkelijk vinden waardoor een grote kolonie voorkomen word. Voor grote bladluis kolonies minder geschikt.
- De sluipwesp Aphidius ervi - Goed voor beginnende luis. Deze sluipwesp kan kleine jonge luizen makkelijk vinden waardoor een grote kolonie voorkomen wordt. Voor grote bladluiskolonies minder geschikt.
- De sluipwesp Aphelinus abdominalis - Goed voor beginnende luis. Deze sluipwesp kan kleine jonge luizen makkelijk vinden waardoor een grote kolonie voorkomen word. Voor grote bladluiskolonies minder geschikt.
- Entomophtorales schimmels - Vooral in het najaar zeer effectief vanwege het vochtige klimaat.
- De schimmel Verticilium lecanii - Vooral in het najaar zeer effectief vanwege het vochtige klimaat.
Bestrijdingsmiddelen
- Afspoelen met koud water - Zorg ervoor dat je de plant goed afspoelt met koud water. Hier houden luizen helemaal niet van en zullen bij herhaling een andere plek zoeken.
- Spuiten met water groene zeep en spiritus - Meng 1 liter water met 20 ml groene zeep en 20 ml spiritus. Planten met een planten spuit nat maken.
- Afspuiten met water en tabak - Kook een handje tabak in water en spuit de planten hiermee af.
- Bayer 'Hardnekkige Luizen' - Een bestrijdingsmiddel dat giftig is voor bladluizen en dat ook klonen of voortplanten voorkomt. Pas op voor resistentie door overmatig gebruik.
- Bayer 'Luizen en Witte vlieg' - Een bestrijdingsmiddel dat giftig is voor bladluizen en wat ook klonen of voortplanten zeer lastig maakt. Pas op voor resistentie door overmatig gebruik.
- Admire - Een zeer giftig middel tegen: luizen, trips, spinnen, mineervlieg, mieren, bijen, wespen, muggen, vliegen, rupsen, vlinders, wormen en nog velen andere. Alleen toegestaan in de professionele teelt. Spuitlicentie en persoonlijke bescherming verplicht.