Afrikaantjes tegen aaltjes
Aan Afrikaantjes (Tagetes soorten) worden van allerlei nuttige eigenschappen toegeschreven. Zo zouden ze bijvoorbeeld katten uit de (moes)tuin houden, muggen op afstand houden en een dodelijk effect hebben op plant parasitaire aaltjes. Wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat Afrikaantjes inderdaad zeer giftig kunnen zijn voor plant parasitaire aaltjes.
Over Afrikaantjes
Afrikaantjes (
Tagetes soorten), een geslacht uit de composietenfamilie (
Asteraceae) komen oorspronkelijk uit (sub)tropisch Amerika. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van Arizona tot het noorden van Argentinië. Aan het einde van de 16e eeuw zijn ze door de Spanjaarden naar Europa gebracht. Er bestaan zowel eenjarige als meerjarige soorten Afrikaantjes. De bekendste soorten,
T. patula (French Marigold of wild Afrikaantje) en
T. erecta (Mexican Marigold, een grootbloemige, hoge soort), komen oorspronkelijk uit Mexico. Deze soorten zijn in veel Nederlandse tuinen te vinden. Samen met
T. minuta (geelgroen Afrikaantje) worden deze soorten Afrikaantjes het meest gebruikt in de biologische bestrijding van aaltjes.
T. minuta komt weinig voor in Nederland, omdat deze soort onder Nederlandse omstandigheden niet tot bloei komt. Hoewel
T. minuta veel gebruikt wordt als biologische bestrijder van aaltjes, is uit onderzoek gebleken dat deze soort weinig effectief is in de bestrijding van aaltjes, omdat bij deze soort de afname van de aaltjes besmetting niet significant hoger is dan bij het braak laten liggen van de grond.
T. patula blijkt de beste aaltjes bestrijdende werking te hebben, gevolgd door
T. erecta.
Over plant parasitaire aaltjes
Aaltjes (ook wel nematoden genoemd) zijn de grootste groep meercellige dieren op aarde. Er zijn meer dan 25.000 beschreven soorten in het phylum
Nemata. Het totale aantal soorten wordt geschat op 1 miljoen. Veel van deze soorten zijn parasieten van insecten, planten, dieren of mensen. Daarnaast bestaan er soorten die bacteriën, schimmels, organisch materiaal of andere nematoden op hun menu hebben staan. In een handvol aarde zitten vaak duizenden aaltjes. Veel van deze aaltjes zijn onschadelijk of zelfs nuttig voor de plant, maar sommige soorten zijn plant parasieten en kunnen serieuze schade aanbrengen aan het gewas.
Qua uiterlijk lijken nematoden op wormen, hoewel ze geen nauwe verwanten zijn van echte wormen. De kleinste soort is maar 0,3 mm groot, terwijl de grootste soort wel zo’n 8 meter lang kan worden. De aaltjessoorten die in de bodem leven, zijn meestal microscopisch klein en dus niet met het blote oog te zien. Plant parasitaire aaltjes zijn gewoonlijk niet groter dan 1 mm. Alle plant parasitaire aaltjes brengen in ieder geval een deel van hun levenscyclus door in de bodem. Gewoonlijk kunnen ze zich niet ver verplaatsen in de grond, maar ze kunnen wel zwemmen en verplaatsen zich ook snel in vochtige aarde. Verder kunnen ze zich verspreiden in aarde die aan tuingereedschap, laarzen, dieren en geïnfecteerde planten blijft kleven.
Wortellesieaaltje /
Bron: USDA ARS, Wikimedia Commons (Publiek domein)Afrikaantjes kunnen onder andere
Pratylenchus soorten (wortellesieaaltjes) en
Meloidogyne soorten (wortelknobbelaaltjes) bestrijden. Wortellesieaaltjes kunnen schade veroorzaken bij veel verschillende gewassen, maar veroorzaken vooral problemen op lichtere gronden. De soort
P. penetrans veroorzaakt schade aan veel verschillende gewassen, zoals aardappelen, aardbeien, andijvie, appelbomen, augurk, peen, prei, selderij, sjalot, sla en witlof. Vrouwelijke wortellesieaaltjes dringen de wortels van een plant binnen en leggen daar tientallen eitjes. De levenscyclus is zo’n 30-50 dagen en zodoende ontstaan er meerdere generaties per jaar.
Wortelknobbelaaltjes veroorzaken vooral problemen op zand- en dalgronden en op lichtere kleigronden. Ze hebben veel verschillende soorten waardplanten, waarop ze zich snel kunnen vermeerderen. Hierdoor zijn ze moeilijk te beheersen. In Nederland veroorzaken vooral de soorten
M. chitwoodi,
M. fallax,
M. hapla en
M. naasi veel schade bij verschillende akkerbouw- vollerondsgroententeelt- en bolgewassen. Gewassen die gevoelig zijn voor wortelknobbelaaltjes zijn o.a. aardbeien, aardappelen, asperges, dahlia, erwten, gladiool, peen, schorseneer en vaste planten. Bij vaste planten wordt de schade meestal veroorzaakt door
M. hapla.
Bij wortelknobbelaaltjes worden de eitjes (300-500) door het vrouwtje buiten het lichaam als een pakketje in en op de wortels afgezet. Dankzij de grote waardplantenreeks van wortelknobbelaaltjes kan een populatie zich makkelijk uitbreiden. Zodra de bodemtemperatuur hoger is dan 5-10 graden Celsius, komen de jonge aaltjes (juvenielen) uit de eieren. Hierdoor is de natuurlijke sterfte bij braakliggende grond of de teelt van een niet-waardplant heel groot (90-95%). De meeste soorten wortelknobbelaaltjes hebben 2-3 generaties per groeiseizoen, waardoor de populatie, in combinatie met het grote aantal eieren dat geproduceerd kan worden, in één jaar tijd sterk toe kan nemen.
Symptomen
Algemene symptomen
Plant parasitaire aaltjes hebben scherpe monddelen die ze gebruiken aan plantencellen aan te prikken. Vervolgens injecteert het aaltje speeksel in de plantencel, om vervolgens de cel leeg te zuigen. De plant reageert hierop met zwellingen, vergroeiingen en dode plekken. Bovendien kunnen aaltjes virussen bij zich dragen en die overbrengen naar de plant. Ook kunnen er bacteriën en schimmels binnendringen door de wondjes die door de aaltjes gemaakt zijn.
Bovengronds zijn de symptomen die door een aaltjesbesmetting veroorzaakt worden vaak moeilijk te herkennen. Dit komt doordat ze vaak lijken op symptomen die ergens anders door veroorzaakt worden, zoals door virussen of een tekort aan bepaalde voedingsstoffen. Aaltjes die zich voeden met bovengrondse plantendelen kunnen zorgen voor vergroeide bladeren, stengels en bloemen. Planten die aangetast zijn door aaltjes die op plantenwortels voeden, kunnen er geel of verwelkt uitzien of achterblijven in groei. Ook is de opbrengst van aangetaste planten vaak slecht.
Om vast te kunnen stellen of de symptomen door aaltjes veroorzaakt worden, moet er een plant uit de grond getrokken worden om het wortelstelsel te kunnen bekijken. Bij een aantasting door aaltjes zijn er vaak kleine knobbeltjes, beschadigde wortelpunten, wortelrot of extreme vertakkingen aan de wortels te zien. Om dit goed te kunnen zien, is het verstandig het wortelstelsel eerst af te spoelen.
Wortellesieaaltjes
Bovengronds is er vooral een achterblijvende groei te zien. Ondergronds vertonen de wortels lesies: bruine, ingevallen plekjes. Bij een zeer zware aantasting kunnen de wortels gaan rotten, wat leidt tot opbrengst- en kwaliteitsverlies.
Wortelknobbelaaltjes
Wortelknobbelaaltjes hebben een groot effect op de fysiologie van het wortelstelsel. Op de plaats waar ze de wortel binnendringen, worden reuzencellen gevormd. Hierdoor zwellen de wortels op deze plek op tot knobbels. Verschillende soorten wortelknobbelaaltjes veroorzaken verschillende symptomen.
M. hapla veroorzaakt vertakkingen van de wortel op het knobbeltje. Hierdoor krijgt het wortelstelsel een bossig uiterlijk. Dit is vooral bij gewassen die een penwortel vormen een probleem, zoals bij peen, schorseneren en witlof. Bovengronds is er vaak groeiremming te zien.
M. naasi geeft bij verschillende gewassen verschillende symptomen. Bij suikerbieten is er een vertakte penwortel te zien met knobbels aan de zijwortels. Bij gras en uien zijn er een opvallende, langgerekte, dikke knobbels te zien aan het einde van de wortel. Bij granen die zijn aangetast door
M. naasi is er vooral een groeiachterstand te zien.
De symptomen van
M. chitwoodi en
M. fallax lijken veel op elkaar. Het is niet makkelijk te zien dat het gewas aangetast is, omdat er bovengronds meestal geen schade te zien is. Ondergronds zijn er aan de wortels onopvallende, langgerekte knobbels te zien die geen zijwortelvorming veroorzaken. Ook veroorzaken deze aaltjes knobbels op aardappel, peen en schorseneer. Bij bloembollen zoals dahlia en gladiool worden vooral de wortels aangetast. Soms raken ook de knollen geïnfecteerd en dan kunnen er uitstulpingen op de knolbasis en aan de zijkant van de knol ontstaan.
Afrikaantjes tegen aaltjes: hoe werkt het?
De theorie
Afrikaantjes kunnen plant parasitaire aaltjes onderdrukken door een biochemische interactie die allelopathy genoemd wordt. Hierbij geeft de plant stoffen af die giftig zijn voor andere planten of (micro)organismen, waaronder nematoden. Het door Afrikaantjes geproduceerde stofje dat dodelijk is voor aaltjes, heet α-therthienyl. Deze stof bevat zwavel en is overvloedig aanwezig in de wortels en andere delen van Afrikaantjes.
De praktijk
Afrikaantjes worden vaak langs de randen van moestuinen gezaaid of geplant als biologische bestrijders van ziekten en plagen. Verschillende websites en boeken over tuinieren raden aan om Afrikaantjes te planten ter bestrijding van plant parasitaire aaltjes in de bodem. Het zaadbedrijf Sluis Garden heeft zelf speciale ‘ Afrikaan Nematode control (aaltjes)’ zaden op de markt gebracht. Het klinkt simpel: plant een paar Afrikaantjes in je moestuin en je zult geen last hebben van aaltjesschade aan je gewassen. Maar zo simpel werkt het in de praktijk niet. De mate waarin Afrikaantjes aaltjes kunnen bestrijden hangt namelijk af van de soort en het ras Afrikaantje, het soort aaltje en de bodemtemperatuur. Om de aaltjes effectief te kunnen bestrijden, moet je dus weten welke aaltjes er in de bodem van je moestuin zitten. Om hierachter te komen, moet je een bodemmonster nemen en dit laten analyseren door een laboratorium. De vraag is of je als hobbytuinder zo ver wilt gaan. Vervolgens moet je er nog achter zien te komen welk ras Afrikaantje het beste werkt tegen de nematode(n) die je wilt bestrijden. Want niet alle soorten en rassen Afrikaantjes zijn in staat om een bepaald soort aaltje te bestrijden. Het planten van een willekeurig ras Afrikaantje heeft weinig zin, want de kans dat dit ras goed werkt tegen de aaltjes in jouw moestuin is klein. Zeker als je niet weet welke soorten aaltjes er in de bodem van jouw moestuin zitten.
Onkruiden
Plant parasitaire aaltjes hebben veel verschillende waardplanten, waarop ze kunnen overleven en zich voort kunnen planten. Daarom is het heel belangrijk om de Afrikaantjes onkruidvrij te houden, zodat de aaltjes geen kans krijgen om zich te vermenigvuldigen in de wortels van het onkruid. Want anders kunnen de Afrikaantjes de nematoden niet optimaal bestrijden.
Nadelen
Het grootste nadeel van het gebruiken van Afrikaantjes ter bestrijding van aaltjes is dat Afrikaantjes een waardplant kunnen zijn voor andere plagen, zoals trips en spint. Ook zijn Afrikaantjes gevoelig voor voet- en wortelrot (
Pythium;
Rhizoctonia), grijze / grauwe schimmel (
Botrytis) en bruinrot (
Pseudomonas solanacearium). Deze ziekten en plagen kunnen zich vanaf de aangetaste Afrikaantjes verspreiden naar andere gewassen op het bouwland die hier gevoelig voor zijn. Het is dus belangrijk om van tevoren de afweging te maken of de nuttige eigenschappen van het Afrikaantje opwegen tegen de zieken en plagen die ze juist aan kunnen trekken.