Kruidentuin: Teelt van kruiden, licht en lucht
Planten zijn levende wezens die volkomen van licht afhankelijk zijn. Via hun levensproces, de assimilatie, zetten ze met behulp van zonlicht, kooidioxyde en bladgroen, anorganische stoffen om in organische stoffen, waarbij zuurstof vrijkomt dat weer onmisbaar is voor mens en dier.
Licht
Anorganische stoffen zijn de mineralen en meststoffen uit de grond; organische stoffen zijn suiker, zetmeel, eiwit en vet. Alleen als dit assimilatieproces gedurende vele uren per dag ongestoord kan verlopen, kunnen planten blijven leven. De anorganische stoffen dienen voor de plant alleen als grondstof. Pas door de assimilatie worden de voeding, die groei, bloei, vrucht- en zaadvorming mogelijk maakt,
Zonder goed licht gaat het dus niet. De meeste tuinkruiden hebben zelfs een maximum aan zon nodig om te gedijen en hun speciale aroma ten volle te ontwikkelen. Al zijn er wel een paar uitzonderingen. Veel planten hebben ook halfschaduw nodig, dat betekent: zon in de ochtend of namiddag, maar beslist niet tussen de middag of in de voormiddag.
Belangrijk: zelfs de uitgesproken zonaanbidders onder de planten kunnen niet tegen een onbeschutte plek voor een raam op het zuiden, of tegen de volle zon op het zuiden van een balkon of terras. Vensterglas, tegels en lichte muren versterken de intensiteit van licht en warmte, daardoor kan de plant schade oplopen, zelfs als hij voldoende water krijgt.
Buiten in de tuin kan zon op het zuiden bijna nooit kwaad als de warmte tenminste wegkan.
Binnenshuis is het licht vaak een probleem. Voor de meeste planten betekent 1 of 2 meter van een raam verwijderd zijn, dat ze in het donker staan. Met de belichtingsmeter van een fototoestel kan men goed controleren hoe de lichtsterkte afneemt. Is er geen lichtplekje voor het raam beschikbaar om de kwetsbare kruiden op te kweken, dan is extra verlichting noodzakelijk en wel: 10 tot 12 uur per dag.
Daarmee voorkomt u dat ze slierterig worden en uitgroeien tot zwakke slappe planten. Er zijn voor dit doel speciale lampen in de handel, die op ongeveer een meter hoogte boven de planten moeten worden aangebracht. In een lampenwinkel zal men er u alles over kunnen vertellen.
Lucht
Alle planten hebben zich in de loop der eeuwen aangepast aan de klimatologische omstandigheden, dus ook aan de temperatuur van hun land van herkomst. Zelfs als ze al geruime tijd bij ons groeien en tot op zekere hoogte geacclimatiseerd zijn, merk je dat nog steeds. Al deze kruiden gedijen bij ons ‘s zomers buiten. Binnenshuis hebben ze ‘s winters een temperatuur nodig die tussen de 15 en 18 graden ligt en volop frisse lucht.
Frisse lucht betekent nooit tocht; daar hebben planten een uitgesproken hekel aan. Ook echt winderige plekjes in de tuin of op balkon, terras of daktuin, kunt u beter van een windscherm voorzien. Erg warm gestookte kamers en droge lucht zijn voor bijna alle planten slecht. Het is dan ook aan te bevelen waterbakjes aan de radiatoren te hangen of een automatische luchtbevochtiger te nemen en regelmatig te luchten.
Planten zijn al evenmin als wijzelf gesteld op plotselingen temperatuurwisselingen. Als het opeens erg warm wordt, kunnen we ze het beste in een lichte schaduw zetten en voorzichtig besproeien.
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Een eigen kruidentuinKruiden zijn de afgelopen jaren steeds populairder geworden, want we willen steeds verser eten. Op zich een prima ontwik…