Hoe doe ik de was?
Wassen, hoe doe je het? Wassen is eigenlijk helemaal niet moeilijk. Het is vooral een kwestie van logisch nadenken en een vleugje discipline. Eens onder de knie zal je kleding langer meegaan. Een aantal basisregels en enkele tips en trics zullen je helpen jouw wasgoed niet alleen proper krijgen maar ook optimaal te houden.
Stap 1: Was voorbereiden
Voor je je wasgoed in de wasmand gooit vergeet je beter niet de volgende dingen te doen:
Sluit altijd alle ritsen
Een rits is over het algemeen een scherp en ruw onderdeel van kleding. Vooral metalen ritsen zijn scherp en kan het wasgoed beschadigen, maar ook plastic ritsen schuren te veel tegen de stof. Je voelt het al met je vingers maar als je een aantal keer met een papieren zakdoek over de rits gaat zie je het effect dat ritsen hebben op je wasgoed. Het zal niet lang duren voor je papieren zakdoek beschadigd wordt en scheurt. Een wasbare stof is natuurlijk wel wat steviger maar toch niet bestand tegen de rits. Je wasgoed beweegt bijna constant bij het wassen en drogen. Het zal je niet verbazen dat een aantal open ritsen in de wasmachine en wasdroger een beschadigend effect hebben op je wasgoed. Doe ze dus dicht voor je het stuk in de wasmand gooit.
Doe de knopen dicht
Wat kan een open knoop nu kwaad zou je denken? Maar ook een knoop doet je was vaak geen goed. Om te beginnen houdt een broeksknoop je broek dicht en kan de rits eronder daardoor niet open gaan tijdens het wassen, hetgeen toch vaak gebeurt als de knoop niet dicht is. Maar achter een open knoop blijft ook vaak andere was hangen die dat niet goed verdraagt. Bij vesten, bloezen en hemden is het dan weer handig dat je was erdoor minder ineendraait en je een ineengewikkelde bol krijgt die sterk verkreukt.
Keer je was binnenstebuiten
Deze tip hoor je vaak en ze is ook niet onbelangrijk. Door je wasgoed binnenstebuiten te draaien blijft de (buiten)kleur immers langer behouden. Ook zal de stof minder opwollen en minder snel haakjes of andere beschadigingen vertonen. Zit er toch een scherp deeltje of haakje mee in de was, dan zal het enkel de binnenkant van je wasgoed treffen, de kant die je niet ziet. Hangt er veel haar, pluis of vuil op je kleding, verwijder dit dan eerst zoveel mogelijk en keer het juist niet binnenstebuiten.
Controleer de zakken (en sluit ook de ritsen ervan indien aanwezig)
Een los voorwerp in je zakken komt er tijdens het wassen heel gemakkelijk uit. Dit kan je machines niet alleen beschadigen en de afvoer verstoppen, maar bijvoorbeeld ook je wasgoed beschadigen, door kleurstof af te geven bijvoorbeeld. En we hebben het allemaal al wel eens meegemaakt, een papieren zakdoek die heel de was heeft bezoedeld met papiervezels. Heel vervelend en moeilijk om er tussenuit te krijgen. En opnieuw wassen is toch weer zonde van de energie en het water.
Doe deze dingen beter vóór je het wasgoed in de wasmand gooit. Dat bespaart je werk dat je anders bij het inladen bij elk stuk zal moeten doen.
Stap 2: Sorteren
Dit is een stap die te vaak wordt overgeslagen of afgedaan als beperkt nuttig. Toch is dit niet onbelangrijk. Kijk ook steeds op het etiket met de wasvoorschriften.
Witte was
Witte was is het belangrijkste wasgoed die je moet sorteren. Om wit wasgoed wit te houden heeft het wasmiddel maar een beperkte invloed en het zal enkel werken bij goed gesorteerde was. Het is eigenlijk heel simpel: enkel wit hoort thuis in de witte was. Alle gekleurde kleding geeft kleur af, sommige stoffen al wat meer dan andere. Daardoor zal je witte was grauw worden. Geen enkel wasmiddel of toevoeging kan dat verhelpen. Hou het dus gewoon bij wit. Er is echter één uitzondering hierop: lichtblauwe stoffen. In het kleurenspectrum van wit -wit is eigenlijk een combinatie van alle kleuren samen- verdwijnt de kleur blauw het snelst. Daardoor zijn vaak gewassen witte stoffen minder wit. Vroeger voegde men om die reden blauwsel toe aan het wasproces. In sommige waspoeders of toevoegingen zie je nog steeds kleine blauwe korrels. Vandaar dat bij het sorteren lichtblauwe stoffen, zondere andere kleuren erop, ook bij de witte was mogen belanden. Weet wel, veel wasmiddelen voor witte was hebben een blekend effect.
Kijk ook beter even na of er geen wol of delicate stoffen in je wasgoed zitten. Dat sorteer je beter bij de
Wolwas/Handwas of de
Fijne was.
Kies het programma voor
Katoen op je machine. Witte was baadt het liefst warm. Meestal wordt minstens 60 graden genomen.
Bonte was
Dit is de kleurwas. Alle gekleurde stoffen mogen hierin, ook felgekleurd wasgoed, maar niet de donker gekleurde (lees verder). Let wel op met heel lichte kleuren. Kijk ook beter even na of er geen wol of delicate stoffen in je wasgoed zitten. Dat sorteer je beter bij de
Wolwas/Handwas of de
Fijne was.
Kies het programma voor
Katoen op je machine. Meestal wordt 40 graden genomen.
Donkere kleuren
Donkergekleurd wasgoed belandt bij veel mensen nog te gemakkelijk bij de
Bonte was. De gewone kleurwas is echter niet geschikt. Van alle gekleurde stoffen geven de donkere stoffen het meeste kleur af. Als we het waswater van zo’n wascyclus nader bekijken zien we vaak dat dat donker kleurt. De afgegane donkere kleur, bij sommige stoffen al wat meer dan andere, willen we niet bij de gewone gekleurde was. Die stoffen zouden te fel verkleuren. We kunnen het ook zo bekijken: de afgegane kleur van een donker stuk tijdens de donkere wascyclus kan een ander donker stuk weer kleur geven en zo gaan de kleuren langer mee. Kijk ook beter even na of er geen wol of delicate stoffen in je wasgoed zitten. Dat sorteer je beter bij de
Wolwas/Handwas of de
Fijne was.
Kies het programma
Donkere kleuren op je machine. Heeft je machine geen specifiek programma voor donkere kleuren, neem dan het
Kreukherstellend/Synthetisch programma. Meestal wordt 30 of 40 graden genomen.
Wolwas-handwas/Fijne was
Wollen stoffen, stoffen met wol in of stukken voor de handwas was je apart in het programma
Wolwas/Handwas. Sorteer ook hier op kleur. Let op de maximum belading van dit programma.
Delicate stukken of delicate stoffen was je apart in het programma
Fijne was / Delicate was. Sorteer ook hier op kleur. Let op de maximum belading van dit programma.
Kookwas
Stoffen die door hun gebruik of vuiltegraad een hogere temperatuur vereisen, zoals dweilen, keukenhanddoeken, (bad)handdoeken, luiers, vodden, ondergoed, zakdoeken, kleding of beddengoed van een zieke, wasgoed van dieren,... worden apart gesorteerd en kan je het beste heet wassen. Onder heet verstaan we van 60 graden tot 95 graden.
Kies het programma voor
Katoen op je machine. Sorteer ook hier op kleur. Meestal wordt 60 tot 95 graden genomen.
Synthetische was
Zuiver synthetisch wasgoed, zoals sportgerief of wandelbroeken, wordt beter apart gewassen. Hoewel, indien het maar over enkele stukken gaat ze de kleurwas of donkergekleurde was ook wel verdragen. Stukken waarvan je niet zeker bent dat ze geschikt zijn voor de kleurwas of donkergekleurde was kan je hier zonder probleem bij sorteren.
Kies het programma
Kreukherstellend/Synthetisch. Sorteer ook hier op kleur. Meestal wordt 30 of 40 graden genomen.
Stap 3: Wasgoed voorbehandelen en inladen
Voorbehandelen
Vlekken voorbehandelen doe je het beste net voor het inladen, tenzij je het product echt wilt laten inweken. Dit is bij sommige producten wel niet zonder gevaar (verkleuring, inbijten,...). Lees steeds goed de voorschriften! Over manieren om vlekken te verwijderen zijn hele boeken vol geschreven en zal dit artikel niet verder over uitwijden. Over het algemeen worden de beste resultaten vaak bereikt door het wasmiddel rechtstreeks op de vlek aan de brengen en bij hardnekkige vlekken voor te behandelen met ossengalzeep of het ‘gele citroentje’. Producten van op de reclame blijken vaak duur en weinig doeltreffend.
Inladen
Alle wasmachines en wasdrogers hebben een maximum laadcapaciteit. Let daarop bij het inladen om problemen te voorkomen. De meeste machines hebben per wasprogramma ook een aanbevolen maximum laadcapaciteit. Overbelading doet de prestaties van de wascyclus teniet. Wasgoed krijgt niet genoeg ruimte om proper te worden -er is immer steeds een zekere mate van wrijving nodig-, het wasmiddel geraakt niet goed verdeeld of het wasgoed krijgt niet genoeg tijd in een bepaald wasprogramma om proper te worden.
Voor de wasprogrammas die een maximale belading van de wasmachine toelaten is de gouden regel dat er nog een rechtopstaande hand moet passen tussen het wasgoed en de bovenkant van de trommel.
Grote stukken zoals tafellakens en bedlakens was je beter apart. Kleinere stukken zouden immers in de grote stukken gewikkeld kunnen raken, worden daardoor niet goed proper en komen er verkreukt uit. Bovendien brengt zo’n ineengewikkelde was de machine vaak in onbalans bij het centrifugeren. Dit kan een defect veroorzaken.
Stap 4: Wasmiddel en wasprogramma kiezen
Wasmiddel
Het juiste
wasmiddel is voor iedereen vaak verschillend. Om te weten welk wasmiddel voor jou het meest geschikt is zit er maar één ding op en dat is uitproberen. Consumentenorganisaties doen ook geregeld testen met wasmiddelen. De resultaten ervan kunnen je misschien ook op weg helpen.
In het algemeen is het belangrijk om weten dat voor witte was en hetere wascyclussen een waspoeder meer aangewezen is dan een vloeibaar wasmiddel. Dat bevat naast bleekmiddelen ook ontsmettende bestanddelen. Waspoeder lost optimaal op vanaf 60 graden en sommige bestanddelen ervan zijn pas werkzaam op hogere temperaturen.
- Voor bonte was gebruik je het beste een wasmiddel voor gekleurde was. Let op dat het wasmiddel geen (zuurstof)bleekmiddelen of optische witmiddelen bevat.
- Voor donkere kleuren kan je evengoed het product voor gekleurde was gebruiken. Speciaal wasmiddel voor donkere kleuren heeft niet echt een meerwaarde. Ze hebben bovendien vaak mindere wasresultaten. Je doet er niets verkeerd mee, maar het is alweer een product extra in de kast.
- Voor de wolwas en fijne was gebruik je beter een wasmiddel bestemd voor wol en/of delicate stoffen. Deze bevatten immers geen enzymen die je wel in andere wasmiddelen vindt. Die enzymen zijn nefast voor wol en sommige delicate stoffen als zijde. Fijn wasgoed uit synthetische stoffen kan je zonder probleem wassen met gewoon wasmiddel.
- Synthetische stoffen kan je met een gewoon wasmiddel wassen. Kies je wasmiddel op basis van de kleur van je wasgoed. Let wel, als er veel synthetische stoffen in je trommel zitten beperk dan de hoeveelheid wasmiddel. Synthetische stoffen nemen vocht minder op en hebben daardoor de neiging veel schuim te maken bij een teveel aan wasmiddel.
Wasprogramma
Het juiste
wasprogramma werd hierboven al aangegeven. Op sommige machines heb je veel wasprogrammas, het ene al wat nuttiger dan het andere. Veel van die programmas blijven ongebruikt. De belangrijkste werden onder Stap 2 al aangegeven. Bovendien zijn veel programmas na te bootsen via de meest voorkomende programmas. Een programma
Donkere kleuren kan je nabootsen door het
Kreukherstellend/Synthetisch programma te kiezen, eventueel met de optie
Extra Spoelen / Extra Water. Een programma
Overhemden kan je nabootsen door een programma
Kreukherstellend/Synthetisch te kiezen en te centrifugeren op 800 toeren of lager en bij delicatere overhemden de optie
Extra Spoelen / Extra Water erbij te selecteren.
Een kort wasprogramma is af te raden. Het wasgoed wordt te hardhandig aangepakt in zo’n cyclus en/of krijgt te weinig tijd om proper te worden. Vaak wordt het wasgoed ook te weinig gespoeld waardoor er wasmiddelrestanten achterblijven die dan weer niet goed zijn voor de stof en de huid. Wil je enkel opfrissen, hang je wasgoed dan buiten op of draai een opfristrommel in je wasdroger. Was je wasgoed als het vuil is. Elke wasbeurt doet het wasgoed immers weer een beetje verslijten.
Ecologische wassen
Ecologisch wassen doe je door ecologisch wasmiddel –let op de keurmerken/certificaten- te gebruiken, liefst nog zelf gemaakt en met 100% natuurlijke bestanddelen, de ECO-stand te gebruiken en enkel met de maximale belading van het wasprogramma te wassen. Weet wel, bij de ECO-stand wordt de gekozen wastemperatuur bij de meeste toestellen niet bereikt en duurt de wascyclus langer. Zit je met een zieke of heb je sterk vervuilde was, laat de ECO-stand dan achterwege. Het kost meer energie en water om de was opnieuw te moeten doen. Het wasgoed drogen doe je dan buiten. Als je toch een wasdroger wil gebruiken, centrifugeer dan met een zo hoog mogelijk toerental.
Lees verder