Hulp van de kinderen met het doen van het huishouden

Het is een vraag die bij veel ouders speelt, hoe krijg ik het voor elkaar om mijn kinderen mee te laten helpen in het huishouden? Dit kan gaan om kleine klusjes of voor de wat oudere kinderen om grotere dingen. De vaatwasser uitruimen, de tafel afruimen of dekken, het zijn dingen die kinderen nooit zo leuk vinden. Als het onderwerp besproken wordt, gaat dit vaak op een vervelende en negatieve manier. Het blijkt wel dat kinderen best te motiveren zijn om mee te helpen in het huishouden, ze willen best klusjes doen, maar op een bepaalde manier. Natuurlijk is voor iedereen verschillend hoe daar in de opvoeding mee omgegaan wordt, maar er zijn een paar algemene tips die u eventueel zou kunnen toepassen. Kies vooral de tips waarbij u denkt dat het bij uw opvoeding en uw kinderen past. U kent uw kinderen natuurlijk zelf nog het beste.

Belonen/straffen

Dit is voor de meeste mensen nogal ouderwets, maar toch wordt het nog heel vaak gebruikt. Goed gedrag wordt beloond, slecht gedrag wordt gestraft. Dit kunt u dus ook gebruiken in het huishouden. Spreekt u met uw kind af dat hij de tafel dekt voor het eten? Als het kind dat uit zichzelf op tijd doet zou u daar een beloning tegenover kunnen zetten. Denk hierbij aan vijf minuten later naar bed, of zelfs een beloning in de vorm van een klein geldbedrag, afhankelijk van uw opvoeding en de leeftijd van uw kinderen kunt u een passende beloning kiezen. Straffen is eigenlijk het tegenovergestelde van belonen en zal dus eerder voor een negatieve sfeer zorgen. Stel dat u met uw kind heeft afgesproken om de vaatwasser uit te ruimen, maar uw kind doet dit niet of niet op tijd, dan zou u daar een straf op kunnen zetten. Het kind zou eventueel eerder naar bed moeten gaan, mag niet spelen op de computer, of wat dan ook. Hiermee zou u slecht gedrag af kunnen leren, maar motiveert u het kind vaak niet om juist wel de klusjes te gaan doen. U loopt dan het risico in een negatieve spiraal te blijven, waardoor het kind tegen zou kunnen werken, wat we juist niet willen bereiken.

Overleggen

Probeer met uw kind het gesprek aan te gaan. Kinderen blijken vaak best bereid te zijn om mee te helpen, maar als ze iets opgelegd wordt, zien ze het al snel niet zitten. Overleg daarom met uw kind. Vraag wat het kind eventueel zou willen doen in huis en hoe vaak. Op die manier kunt u opzoek naar een goede middenweg in wat u van uw kind verwacht en waarin het kind bereid is om mee te helpen. Bij deze methode gaat u samen met uw kind opzoek naar een manier om alles in huis goed te laten lopen. Dit zorgt vaak voor een betere sfeer, omdat u echt samen afspraken maakt en uw kind niet snel het gevoel zal hebben dat hij verplicht iets moet doen. U heeft het immers met uw kind overlegd.

Evenwicht

Heeft u meerdere kinderen? Dan is het belangrijk om een evenwicht te zoeken in de klusjes. Een ouder kind kan wat meer doen dan het jongere kind, maar zorg ervoor dat het verschil niet al te groot wordt tussen de kinderen. Dat zorgt ervoor dat ze het eerlijk blijven vinden, anders gaan de kinderen al snel tegenwerken. Is er iets aan de hand, wil uw kind de klusjes niet doen, of hebben ze er onderling ruzie over? Spreek dit meteen uit. Vraag naar het probleem en kijk of u daar op een goede manier samen met de kinderen een oplossing voor kunt vinden. Laat ze zelf kijken welke klusjes ze minder leuk vinden en probeer dat tussen de kinderen te wisselen. Bijvoorbeeld, de ene dag ruimt het ene kind de tafel af en doet het andere kind de vaatwasser, de volgende dag andersom.

Duidelijkheid

Dit is bij kinderen heel belangrijk, bij jongere kinderen vaak nog meer dan bij oudere kinderen. Weet uw kind precies wat u van hem verwacht? Schep duidelijkheid. Wat wilt u gedaan hebben en wanneer? Voor kinderen scheelt het een hele hoop als u duidelijk bent. Hebben u kinderen moeite om de klusjes te onthouden, vergeten ze het snel als ze bezig zijn? Dan is het een idee om bijvoorbeeld een krijtbord of een prikbord op een duidelijke plek te hangen, waar u opzet wat er verwacht wordt en hoe laat dat gedaan moet worden. Op die manier worden kinderen daaraan herinnerd, maar kunnen ze het ook afstrepen als ze het gedaan hebben. Dat motiveert vaak om de klusjes eerder uit te voeren.